ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4112 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4128/13.35

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4112
Datum uitspraak: 07-03-2013
Datum publicatie: 19-04-2013
Zaaknummer(s): R. 4128/13.35
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt t.o. de wederpartij, subonderwerp: Vrijheid van handelen
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Het staat de advocaat en haar cliente vrij een verzoekschrift in te dienen wanneer zij dat nodig acht en daarvoor is niet de (voorafgaande) toesteming van klager nodig. Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat de advocaat de belangen van klager (onnodig) heeft geschaad.  Klachtenonderdelen kennelijk ongegrond.

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam van 8 februari 2013, door de Raad ontvangen op 11 februari 2013, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1    Verweerster behartigt de belangen van de voormalig echtgenote van klager in een gezagsprocedure.

1.2    Verweerster heeft namens haar cliënte bij de rechtbank een verzoek ingediend tot wijziging van het gezamenlijk gezag in eenzijdig gezag over der partijen minderjarige zoon.

1.3    Voorts heeft verweerster een verzoek ingediend tot benoeming van een bijzonder curator.

1.4    Bij brief van 16 oktober 2012 van de rechtbank Dordrecht is aan klager bericht dat hij verweer kan voeren door tussenkomst van een advocaat. Op 23 oktober 2012 heeft klager zelf schriftelijk verweer gevoerd.

1.5    Bij beschikking van 24 oktober 2012 is het verzoek tot benoeming van een curator toegewezen.

1.6    Op 13 december 2012 heeft een behandeling ter zitting plaatsgevonden.

1.7    Bij brief van 15 november 2012 heeft klager een klacht bij de deken ingediend tegen verweerster.

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2    Klager verwijt verweerster in het bijzonder dat zij:

a.    namens haar cliënte een verzoek bij de rechtbank heeft ingediend zonder klagers toestemming dan wel reactie af te wachten;

b.    bij de behartiging van de belangen van haar cliënte klagers belangen onnodig heeft geschaad alsmede de belangen van het kind van partijen. Voorts heeft verweerster niet gewaakt voor onnodige polarisatie tussen haar cliënte en klager;

c.    tijdens de zitting bij de rechtbank Dordrecht op 13 december 2012 klager voor crimineel heeft uitgemaakt en heeft gesteld dat klager de omgeving van zijn zoon onveilig maakt;

d.    verantwoordelijk is voor de fraude gepleegd door haar cliënte, nu zij haar cliënte bijstaat op basis van gefinancierde rechtsbijstand.

3.    BEOORDELING

3.1    Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij het optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

Ten aanzien van klachtonderdeel a

3.2    Verweerster heeft in opdracht van haar cliënte een verzoekschrift ingediend. Verweerster heeft daarvoor niet de (voorafgaande) toestemming van klager nodig. Het staat verweerster en haar cliënte vrij een verzoekschrift in te dienen wanneer zij dat nodig achten. Verweerster heeft gesteld dat er bovendien haast geboden was bij het indienen van het verzoekschrift en dat zij om die reden niet op een reactie van klager heeft gewacht. Deze handelwijze van verweerster valt onder bovenomschreven vrijheid.

Ten aanzien van klachtonderdeel b

3.3    Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerster de belangen van klager (onnodig) heeft geschaad. Klager heeft dit klachtonderdeel niet nader onderbouwd. Voor zover klager heeft gesteld dat verweerster onjuiste informatie in het verzoekschrift heeft opgenomen, geldt dat verweerster af mag gaan op het feitenmateriaal dat haar cliënte haar heeft verstrekt en zij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door verweerster van de door haar door de cliënte verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat die informatie onjuist is. Dit laatste kan op basis van de stukken niet worden vastgesteld. Daarbij stond en staat het klager ten volle vrij om de stellingen en mededelingen van (de cliënte van) verweerster te betwisten. Het is uiteindelijk aan de rechter om een beslissing te nemen op basis van de door partijen aangevoerde stellingen.

Ten aanzien van klachtonderdeel c

3.4    Verweerster heeft dit klachtonderdeel betwist. Klager heeft dit klachtonderdeel niet nader onderbouwd, zodat de juistheid hiervan niet kan worden vastgesteld.

Ten aanzien van klachtonderdeel d

3.5    De Advocatenwet heeft niet een klachtrecht in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken. Niet kan worden vastgesteld dat klager ter zake dit klachtonderdeel rechtstreeks in zijn belang is getroffen.

3.6    Gelet op het voorgaande dienen de klachtonderdelen a tot en met d kennelijk ongegrond te worden verklaard.

4    BESLISSING

Wijst de klachtonderdelen a tot en met d als kennelijk ongegrond af.

Aldus gewezen door jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 7 maart 2013.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 8 maart 2013 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kan klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.