ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4131 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3863/11.266

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA4131
Datum uitspraak: 08-04-2013
Datum publicatie: 19-04-2013
Zaaknummer(s): R. 3863/11.266
Onderwerp: Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klacht betreffende de belangenbehartiging in BOPZ-zaak. Verwijt dat de belangen van klaagster onvoldoende zijn behartigd. De voorzitter verklaart de klacht kennelijk niet-ontvankelijk, daarbij ten onrechte aannemend dat de vader van klaagster pro se en niet als haar gemachtigde optreedt. Het verzet is om deze reden gegrond. De belangen zijn zorgvuldig behartigd en hetgeen bij de behandeling van de zaak is voorgevallen en besproken is duidelijk en schriftelijk aan klaagster bevestigd. Klacht ongegrond.

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    De raad verwijst naar hetgeen omtrent het procedureverloop is vermeld in de tussenbeslissing van 2 juli 2012.

1.2    Bij brief met bijlagen van 14 juni 2012 heeft verweerster haar standpunt met betrekking tot de klacht aan de raad meegedeeld.

1.3    De raad heeft, in de samenstelling zoals is vermeld aan het slot van deze beslissing, kennis genomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

1.4    De behandeling van het verzet is voortgezet ter zitting van de raad van 4 februari 2013 in aanwezigheid van klaagster, haar vader H., en verweerster.

Nadat de behandeling van het verzet was gesloten en de raad de datum voor uitspraak had bepaald op 8 april 2013, heeft (de gemachtigde van) klaagster de voorzitter gewraakt.

1.5    De wraking is behandeld ter zitting van de wrakingskamer van 25 februari 2013. De wrakingskamer heeft het wrakingsverzoek bij beslissing van 4 maart 2013 afgewezen.

2    BEOORDELING

2.1    Uitgangspunt bij de verdere beoordeling van de klacht is de regel dat de advocaat de hem opgedragen zaken zorgvuldig behoort te behandelen.

2.2    De klacht is toegelicht met de stelling dat verweerster een dubbele agenda heeft en verraad jegens klaagster pleegt. Verweerster zou klaagster niet verdedigen maar haar benadelen.    

Tijdens de behandeling van het verzet ter zitting van 4 februari 2013 heeft klaagster nog aangevoerd dat verweerster haar standpunt onvoldoende onder de aandacht van de rechter heeft gebracht en heeft nagelaten om belangrijke stukken aan de rechter te tonen.

2.3    In reactie op de klacht heeft verweerster in haar brief van 14 juni 2012 beschreven hoe de rechtsbijstandsverlening aan klaagster is verlopen. Verweerster heeft geconcludeerd dat zij in alle procedures rechtsbijstand heeft verleend zoals deze behoort te worden verleend, met inachtneming van de beginselen en gedragsregels voor advocaten, artikel 46 Advocatenwet en de normen neergelegd in de Best Practice Guide BOPZ. Verweerster heeft haar verweer onderbouwd met haar brieven aan klaagster, waarin verweerster telkens bevestigd heeft hoe de rechtszaak van klaagster en de door verweerster met haar gevoerde gesprekken daarover waren verlopen. Ter zitting heeft verweerster aangegeven dat zij alle stukken die naar haar inschatting relevant waren om het standpunt van klaagster te onderbouwen in de procedure heeft ingebracht.

2.4    Verweerster heeft aldus weersproken dat zij een dubbele agenda zou hebben of dat zij niet de belangen van klaagster, maar die van de Bavo zou behartigen.

2.5    Naar aanleiding van dit verweer heeft klaagster haar stellingen, zoals verwoord in de klacht, niet nader onderbouwd. De klacht mist daardoor feitelijke grondslag.

2.6    Overigens is de raad van oordeel dat uit de door verweerster in het geding gebrachte stukken aannemelijk is geworden dat verweerster de belangen van klaagster zorgvuldig heeft behartigd en dat zij hetgeen bij de behandeling van de zaak is voorgevallen en besproken duidelijk en schriftelijk aan klaagster heeft bevestigd.

2.7    Het voorgaande brengt mee dat de klacht ongegrond is.

3.    BESLISSING

De Raad van Discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, mrs. R. de Haan, T. Hordijk, L.Ph.J. baron van Utenhove en E.J. van der Wilk, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 8 april 2013.

griffier    voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 april 2013 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klaagster

-    verweerster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    klaagster

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Indien u bij de griffie van het Hof van Discipline een stuk wenst af te geven en daarvoor een ontvangstbewijs wenst te ontvangen, dient u tijdig contact op te nemen teneinde er zeker van te zijn dat het stuk onder verkrijging van de ontvangstbevestiging kan worden afgegeven.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl