Zoekresultaten 20011-20020 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-455

    Voorzitter oordeelt klacht over wijze van optreden van advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Geen sprake van een belangenconflict.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:266 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-375

    Voorzitter oordeelt klacht over optreden advocaat wederpartij in familiezaak kennelijk ongegrond. Partijdige belangenbehartiger; belangen klaagster niet onnodig of onevenredig geschaad.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:1 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/308629/KL RK 16/106 en C/05/308631/KL RK 16/107

      De notaris heeft in 1991 het testament van de broer van klaagster gepasseerd. De oud-notaris heeft destijds met de broer van klaagster het testament voorbesproken en heeft het opgesteld. Klaagster stelt dat haar broer onvoldoende wilsbekwaam was een testament op te laten maken en verwijt de notaris en de oud-notaris onzorgvuldig te hebben gehandeld. De laatstgenoemden stellen geen enkele herinnering meer te hebben aan het dossier. Zij nemen aan dat zij, zoals gebruikelijk, de wilsbekwaamheid van de testateur te hebben beoordeeld. De kamer stelt vast dat thans niet meer is te achterhalen wat heeft plaatsgevonden tijdens het gesprek van de oud-notaris met de broer van klaagster en bij het passeren van het testament door de notaris. Dat de verklaringen van de notaris en de oud-notaris niet op waarheid berusten, is onvoldoende gebleken. De kamer acht het niet ondenkbaar dat een notaris niet meer voor ogen staat dat wat vijfentwintig jaar geleden heeft plaatsgevonden bij het opstellen en passeren van een testament, ook al betreft het, zoals in dit geval, een bijzondere making. Nu niet is komen vast te staan dat de oud-notaris of de notaris geen of onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de wilsbekwaamheid van de broer van klaagster kan hun in dit geval geen onzorgvuldigheid worden verweten en is de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:39 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.168

      Klager en zijn broer zijn de zonen van de inmiddels overleden erflaatster. Erflaatster heeft een testament opgemaakt waarin de broer is onterfd. De broer heeft een procedure tot nietigverklaring van het testament aanhangig gemaakt bij de rechtbank, waarin hij stelt dat erflaatster ten tijde van het opmaken van het testament niet in staat was om haar wil te bepalen als gevolg van dementie. Ter beoordeling van deze vraag is het patiëntendossier van erflaatster afgegeven aan de aangeklaagde neuroloog. De neuroloog heeft geconcludeerd dat in het dossier niets is te vinden dat duidt op dementie ten tijde van het opmaken van het testament. Er is volgens hem op geen enkele wijze iets op te maken over de objectief waargenomen geestestoestand van erflaatster. Klager verwijt de neuroloog dat hij: 1) als medisch specialistisch rapporteur niet heeft gehandeld conform de “richtlijn medisch specialistische rapportage”, omdat hij partijdig was; 2) zijn beroepsgeheim heeft doorbroken door onnodig uit het patiëntendossier van erflaatster te citeren; en 3) een afspraak voor een gesprek niet is nagekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:10 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-685/DB/A

    Door ter zitting naar voren te brengen dat zijn cliënte altijd op goede gronden goedkeurende accountantsverklaringen had afgelegd, ter wijl hij wist van de zwaarwegende conclusie van het interne onderzoeksrapport dat uit  het onderzochte controledossier onvoldoende bleek dat de verzamelde controle-informatie toereikend was om de goedkeurende accountantsverklaring te onderbouwen, heeft verweerder aan de rechter in kort geding onjuiste informatie verstrekt en derhalve niet gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:6 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-679/DB/LI

    Dat verweerster niet schriftelijk aan partijen heeft bevestigd wat is besproken met betrekking tot de inhoud, reikwijdte en eventuele financiële gevolgen van het echtscheidingsconvenant, voordat dit werd getekend, waardoor bij klager achteraf onduidelijkheid is ontstaan over zijn alimentatieverplichting, kan verweerster, die beide partijen bijstond, tuchtrechtelijk worden verweten. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:7 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-817/DB/LI/D

    Door eerst na diverse aanmaningen van de deken te reageren en helemaal niet meer te reageren op de latere verzoeken van de deken, belemmerde verweerster de deken in diens taakuitoefening en heeft verweerster zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 2 weken

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-164/DB/LI

      Het om reden van publiciteit plaatsen van een krantenartikel en een film van Pownews op de kantoor website met daarin voor klaagster mogelijk grievende uitspraken, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien het  gaat om uitlatingen van derden en verweerder op de website de bronnen heeft vermeld. Het zonder toestemming van de wederpartij indienen van nadere processtukken is tuchtrechtelijk verwijtbaar aangezien door de rechter slechts één reactieronde was toegestaan en de zaak voor tussenbeschikking stond.  Aan de wederpartij rechtstreeks een aanzegging met rechtsgevolg doen toekomen zonder diens advocaat daarvan in kennis te stellen betaamt een behoorlijk advocaat niet. Niet is gebleken van de noodzaak daartoe of andere rechtens aanvaardbare reden. Klacht gedeeltelijk gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1682

      Geen indicatie voor ambulancevervoer, waardoor p roblemen met het vervoer van klager terug naar het ziekenhuis waar zijn persoonlijke bezittingen waren. Het had op de weg van het verpleegkundig personeel gelegen om dit aan de cardioloog terug te koppelen. Dat dit niet is gedaan, valt verweerster niet aan te rekenen, aangezien het de gebruikelijke gang van zaken was dat vervoer van patiënten door het verpleegkundig personeel werd geregeld en niet door de dienstdoende specialist. Hoewel de communicatie van verweerster jegens klager omtrent het ontslag voor verbetering vatbaar was, heeft zij zowel per brief als tijdens de tuchtprocedure haar excuses aan klager aangeboden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-645/DB/LI

    Klager heeft ook in de verzetprocedure niet duidelijk gemaakt waarom hij, nadat hij van het aan verweerster verweten handelen heeft kennisgenomen dan wel redelijkerwijs daarvan kennis kon hebben, meer dan drie jaren heeft gewacht met het indienen van de klacht. Verzet ongegrond.