Zoekresultaten 13051-13060 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:97 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-609

    de raad is van oordeel dat verweerder met de door hem in de correspondentie met de advocaat van klager gebruikte woordkeus, waarmee hij klager (en zijn echtgenote) heeft omschreven als “laffe hooligans”, zich onnodig grievend jegens klager (en zijn echtgenote) heeft uitgelaten en daarmee de grenzen van het betamelijke heeft overschreden. Nu verweerder niet bereid is gebleken om eerder dan op de zitting van de raad aan klager zijn verontschuldigingen aan te bieden, en daarbij ook nog een slag om de arm heeft gehouden, voor de door hem onnodig gebruikte grievende bewoordingen, terwijl juist in burengeschillen van een advocaat de-escalerend optreden mag worden verwacht, legt de raad aan verweerder de maatregel van waarschuwing op.    

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:78 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-499

    de raad is van oordeel dat geen sprake is geweest van een tegenstrijdig belang in de zin van regel 7 (Gedragsregels 1992). Verweerder mocht, na de daartoe verkregen instemming van klager/ oud-bestuurder van de failliete stichting, telefonisch informatie over de aanstaande onlineveiling van de failliete verschaffen aan een geïnteresseerde koper zoals hij heeft gedaan. De beperkte sponsoring door het kantoor van verweerder aan die mogelijke koper stond hieraan niet in de weg. Overige bijzondere omstandigheden dat verweerder daarbij toch onbetamelijk heeft gehandeld zijn gesteld noch gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:102 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-011

    Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening van de advocaat met betrekking tot het door verweerster gedane bewijsaanbod. De raad is van oordeel dat dat op de juiste wijze is gedaan door verweerster. Dat de rechtbank geen bewijsopdracht heeft verstrekt, kan verweerster niet worden verweten. Verweerster heeft echter verzuimd om klager, voorafgaand aan het instellen van hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank, te informeren over zijn kansen in hoger beroep. Ook heeft verweerster klager niet tijdig geïnformeerd dat zijn zaak in hoger beroep was verloren, omdat verweerster geen gronden voor het hoger beroep had aangevoerd. Zij heeft eerst 2 maanden, nadat zij wist dat de zaak verloren was, klager hiervan in kennis gesteld. Verder is gebleken dat verweerster niet goed bereikbaar was voor klager. 3 klachtonderdelen zijn gegrond en 1 ongegrond. Voorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:91 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-390 18-391 18-392 18-393

    De raad oordeelt de gecombineerd behandelde en beoordeelde vier verzetzaken van klaagster tegen dezelfde verweerster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:85 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-158

    De raad oordeelt een deel van de klacht van klager over  de kwaliteit van de werkzaamheden van verweerder in een familierechtgeschil wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet, nu van verschoonbare termijnoverschrijding niet is gebleken. Naar het oordeel van de raad is hetgeen klager heeft gemeld over de uitlatingen van verweerder, zoals vastgelegd op een geluidsband tijdens het gesprek bij de klachtenfunctionaris, niet onheus maar wel emotioneel geweest. Verweerder heeft dat ook niet uitvoerig betwist. Het is inherent aan het voeren van een dergelijk gesprek dat partijen het niet eens met elkaar zijn, maar verweerder heeft daarbij in de gegeven omstandigheden  de grenzen van het betamelijke niet overschreden. Klacht in zoverre ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:109 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-205

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Klacht dat verweerder geen redelijk salaris bij zijn cliënt in rekening heeft gebracht kennelijk ongegrond wegens het ontbreken van een persoonlijk belang. Klacht dat verweerder niet heeft ingestemd met een uitstelverzoek kennelijk ongegrond. Dit is niet klachtwaardig.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:98 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-672

    Betreft voortgezette behandeling van ingetrokken klacht. De klacht heeft betrekking op het handelen van de advocaat van klager. Verweerder heeft verzuimd tijdig het griffierecht te betalen waardoor klager kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard in een procedure in beroep. Verder heeft verweerder verzuimd de beslissing van de rechtbank naar klager te sturen. Gebleken is dat de beslissing wel op kantoor van verweerder moet zijn aangekomen, maar dat hij deze niet onder ogen heeft gehad. Eerst bijna 2 jaar nadien, komt klager er zelf achter dat er al uitspraak is gedaan. Verweerder heeft in die periode nimmer bij de rechtbank naar de stand van zaken geïnformeerd, hoewel klager hem met regelmaat daarnaar vroeg. Klacht ten aanzien van 2 onderdelen gegrond. Voorwaardelijke schorsing van 4 weken.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:79 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-462

    Verweerster heeft de kwestie van klager, met betrekking tot de aansprakelijkheidsstelling van zijn voormalig advocaat, naar het oordeel van de raad niet behandeld met voldoende zorg als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet. Of de vordering van klager is verjaard, moet in een civiele procedure worden vastgesteld. Verweerster heeft echter onzekerheid bij klager laten ontstaan over de mogelijke verjaring en niet alsnog zelf gezorgd voor ondubbelzinnige stuitingshandelingen, terwijl dat in de gegeven omstandigheden van haar verwacht mocht worden. Gedragsregel 8 (oud). Daarnaast heeft verweerster onvoldoende voortvarend gehandeld voor klager. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:103 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-012

    Betreft een dekenbezwaar. Verweerster heeft in de zaak 19-011, waarin de deken een tuchtrechtelijk onderzoek deed naar de klacht van een cliënt van verweerster, ondanks herhaald rappel, niet de gevraagde inlichtingen verstrekt aan de deken. De door verweerster aangevoerde zakelijke problemen, zijn geen grond om niet aan het verzoek van de deken te voldoen. Dekenbezwaar gegrond.  Berisping, geen kostenveroordeling omdat die al in de hiermee samenhangende zaak 19-011 is opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:92 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-160

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Verzet ongegrond.