Zoekresultaten 20971-20980 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2016:44 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/142

    De kamer is van oordeel dat, indien een notaris erfgenamen aanraadt een nalatenschap te verwerpen respectievelijk te aanvaarden, het tot de gangbare notariële praktijk behoort dat hij daarbij tevens aan de erfgenamen de fiscale aspecten van hun keuze voorhoudt en niet slechts dan wanneer zij daarom verzoeken.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:64 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/139

    In een situatie als de onderhavige waarin sprake is van een schilderij met (aanvankelijk) een taxatiewaarde van € 125.000,00 lag het op de weg van de kandidaat-notaris om onderzoek te verrichten of navraag te doen over mogelijke regelingen voor berekening van de erfbelasting met betrekking tot bijzondere kunstvoorwerpen in nalatenschappen.   Wanneer er sprake is van een kunstverzameling mag van een kandidaat-notaris verwacht worden zich te informeren over mogelijke regelingen. 

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:65 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/137

      De notaris beschikte niet over iets anders dan het standpunt van [ B ] inhoudende dat hij zich niet kan verenigen met het in mindering brengen van kosten op zijn erfdeel. De kamer is daarom van oordeel dat niet is gebleken dat de notaris gefundeerd tot de vergaande slotsom in de brief mocht komen: “Als bewindvoerder bent u echter te ver gegaan en zijn uw beslissingen in strijd met de wet”.   Van een notaris mag worden verwacht dat hij alleen conclusies trekt op basis van gegevens die onderzocht zijn en die zijn komen vast te staan. Nu dat niet gebleken is heeft de notaris een niet correcte betrokkenheid getoond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:90 Accountantskamer Zwolle 16/598 en 16/599 Wtra AK

      Ruime uitleg van art. 3, tweede lid VGBA van de daarin voorkomende woorden “bij de uitoefening van zijn beroep”. Hoewel de toelichting op dit artikel daarbij allereerst wijst op het verlenen van een “professionele dienst”, neemt dat niet weg dat er bij een grammaticale uitleg van dit begrip geen grond is om te oordelen dat (niet integere) gedragingen van een accountant in het kader van zijn zakelijke relaties, en zeker zoals in het onderhavige geval dat die gedragingen plaatsvinden in de bedrijfsvoering van het accountantsberoep door betrokkenen, daar niet onder vallen. Niet integere gedragingen kunnen ook in strijd komen met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep als bedoeld in artikel 42, eerste lid, sub b. van de Wab of met verplichtingen die voortvloeien uit andere voor de accountant geldende beroepsvoorschriften, zoals artikelen 53 en 54 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van assurance-opdrachten (NVAK-ass) respectievelijk artikel 11 van de Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten (NVAK-aav). Ruime uitleg van het begrip “professionele dienst” ter zake een door betrokkenen uitgevoerde activa/passivatransactie. Met het uitvoeren van een activa/passivatransactie hebben betrokkenen alle aanspraken van de aan hen gelieerde ondernemingen op de vennootschap waarin zij hun accountantspraktijk hebben uitgeoefend, zeker gesteld of verrekend en daartegenover alle verhaalsmogelijkheden voor de huurvordering van klager verijdeld. Onder de vastgestelde omstandigheden stond hun dat niet vrij en moet hun gedrag worden aangemerkt als oneerlijk en onoprecht handelen in hun zakelijke betrekkingen. Dit gedrag is aldus in strijd met de fundamentele beginsel "integriteit" als bedoeld in paragraaf 2.3 van de VGBA. Met deze handelwijze van betrokkenen hebben zij naar het oordeel van de Accountantskamer ook het accountantsberoep in diskrediet gebracht, zodat er tevens sprake is van handelen in strijd met het beginsel van professionaliteit als bedoeld in paragraaf 2.2 van de VGBA. Voorts getuigt dit handelen van betrokkenen, gezien de vastgestelde feiten en omstandigheden, niet van een beheerste en integere bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 11 van de NVAK-aav, waarvoor zij de verantwoordelijkheid dragen. Betrokkenen hebben toegelaten dat een medewerker met ex-clienten telefoongesprekken heeft gevoerd en deze telefoongespreken zonder voorafgaande mededeling aan de ex-clienten heeft opgenomen. Daarmee hebben betrokkenen niet oprecht en derhalve in strijd met de beginsel van integriteit (en in casu ook met het beginsel van professionaliteit) gehandeld. Voorts komt dergelijk gedrag onder de vastgestelde omstandigheden in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep (art. 42, eerste lid, sub b Wab) en getuigt het niet van een integere bedrijfsvoering als bedoeld in art. 11 NVAK-aav, waarvoor betrokkenen verantwoordelijkheid dragen. Tijdelijke doorhaling van 3 maanden voor betrokkene 1 en een berisping voor betrokkene 2.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:137 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-287/DB/OB

    Geheimhoudingsplicht geschonden door de door klaagster gehanteerde franchiseovereenkomst onder vermelding van de naam van klaagster aan een andere cliënt toe te sturen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:91 Accountantskamer Zwolle 16/335 Wtra AK

      Klacht dat verklaring van accountant dat klaagster koper is van 50% van de eigendomsrechten van een paard in strijd met de waarheid is. Aan verklaring kan aspect van assurance niet worden ontzegd. Dergelijke verklaring moet deugdelijke grondslag hebben. In dit geval ontbreekt die grondslag omdat onderzoek betrokkene onvolledig is geweest. Strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Berisping.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:138 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-331/DB/ZWB

    Advocaat behoeft, behoudens uitzonderingen op grond van de Wwft, waarvan in deze niet is gebleken, niet na te gaan met welke gelden zijn cliënt zijn declaratie betaalt. Klaagster komt geen klachtrecht toe ter zake het al dan niet ten onrechte niet aanvragen van een toevoeging door de advocaat van de wederpartij. Geen gronden in verzet aangevoerd die leiden tot een ander oordeel. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:186 Raad van Discipline Amsterdam 16-797/A/A

     Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:135 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-206/DB/ZWB

    Verweerder is oprichter van een advocatennetwerk en contactpersoon van marketingbureau X. Klager had tot 1 oktober 2014 een overeenkomst met X op basis waarvan bellers uit een bepaalde regio van een bepaald lokaal netnummer werden doorverbonden met klager (als lid van dat netwerk), aan wie dit netnummer was gekoppeld. Na beëindiging van de overeenkomst van klager met X is het netnummer gekoppeld aan het kantoor van verweerder. Dit betekent nog niet dat verweerder wist of had moeten weten dat het telefoonnummer in de Google-vermelding van het kantoor van klager na beëindiging van voormelde overeenkomst ongewijzigd was gebleven, waardoor personen die dit nummer belden met het kantoor van verweerder werden doorverbonden. Het lag op de weg van klager zelf om er na de beëindiging van de overeenkomst met X al dan niet in overleg of samenspraak met X voor zorg te dragen dat het telefoonnummer in de Google-vermelding van zijn kantoor gewijzigd werd. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-273/DB/OB

    De kwestie, waarin verweerder in 2014 namens X optrad, had betrekking op de benoeming van een mentor over de partner van klager en had niets van doen met de kwestie waarin verweerder klager in 2000 heeft bijgestaan. Evenmin is gebleken dat verweerder gebruik heeft gemaakt van informatie die klager hem bij de behandeling van de zaak in 2000 vertrouwelijk heeft toevertrouwd. Niet gebleken dat verweerder uit rancune jegens klager wegens problemen over een declaratie uit 2000 heeft gehandeld. Klacht ongegrond