Zoekresultaten 12391-12400 van de 44288 resultaten
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1917
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:23
Klacht tegen verzekeringsarts in kader herkeuring Wajong deels gegrond. Geen maatregel. Van relevant onderzoek naar de enkelklachten van klager is niet gebleken en hierover is onvoldoende concreet informatie opgevraagd bij de huisarts.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-401
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:60
Klacht tegen eigen advocaat in een familiezaak op toevoeging. Bij overdracht van de zaak stuurt verweerster klaagster een nota en vraagt gelijktijdig om intrekking of beëindiging van de toevoeging wegens resultaatsbeoordeling. Dat verzoek wordt door de Raad voor Rechtsbijstand afgewezen waarna verweerster in diverse instanties bezwaar maakt. De Raad van State bevestigt oordeel Raad omdat voor de boedelscheiding een aparte toevoeging is verkregen en de echtscheidingsprocedure geen resultaat heeft opgeleverd. Klaagster verwijt verweerster de diverse procedures die voor haar erg belastend waren. Op zich kan de raad klaagster volgen als zij stelt dat zij met diverse procedures is geconfronteerd. Daarvan had klaagster echter maar betrekkelijke last want alleen de uitkomst was voor haar van belang. Ook is juist dat verweerster ongelijk heeft gekregen en als gevolg daarvan haar werkzaamheden in de echtscheidingsprocedure niet op betalende basis in rekening heeft mogen brengen. De nota van verweerster heeft klaagster dus niet hoeven te betalen. Uiteindelijk is het verweerster die van de uitslag van de procedures de gevolgen ondervindt. Dat verweerster over deze kwestie tot en met de Raad van State heeft geprocedeerd is alleszins begrijpelijk nu het hier ging om een kwestie die niet zo duidelijk lag.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:54 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-222
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:54
Diverse klachten tegen eigen advocaat in letschadezaak zowel in inhoudelijke sfeer (gebrek aan inzet en daadkracht) als in de persoonlijke sfeer (gebrek aan empathie en niet serieus genomen worden) en wat betreft de communicatie (onvoldoende informatie en communicatie). Tenslotte vindt klager dat hij teveel heeft moeten betalen. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1942a
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:24
Klacht tegen verzekeringsarts dat klager niet serieus is genomen en dat de rapportage zonder behoorlijk onderzoek is opgesteld. G een aanleiding om te concluderen dat verweerder klagers klachten, zorgen, ongemakken en pijnen heeft gebagatelliseerd. Verweerder heeft met inachtneming van de volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege geldende criteria gerapporteerd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:61 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-375 19-376 19-377
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:61
Het betreft in deze zaak een dekenbezwaar naar aanleiding van een storting van een bedrag van bijna 1 miljoen euro in contanten op de derdengeldrekening van het kantoor van verweerders, op advies van verweerders. Dit bedrag was door een relatie van het kantoor van verweerders vlak vóór diens overlijden opgenomen van een Duitse bankrekening. Deze relatie bewaarde dat bedrag in koffers in zijn woning in Nederland. Na zijn overlijden heeft zijn huisgenote advies gevraagd aan verweerders t.a.v. het geldbedrag. Die adviseerden haar het geld te storten op de derdengeldrekening van hun kantoor. De deken stelt dat art. 6:27 Voda is geschonden door dit bedrag zonder overleg met de deken te laten storten op de derdengeldrekening van het kantoor van verweerders. Het dekenbezwaar is gegrond omdat een dergelijke handelwijze van verweerders, naar het oordeel van de raad, gelijk te stellen is met aanvaarding van een contante betaling, waar artikel 6.27 Voda strenge eisen aan stelt door onder meer te bepalen in lid 3 dat overleg met de deken moet plaatsvinden als het om een bedrag van meer dan € 5.000,- gaat, zoals in dit geval. Geen maatregel omdat geen sprake is van strijd met de tekst van art.6:27 Voda maar alleen met de strekking van dit artikel.Er is geen sprake van schending van art. 6.19 Voda omdat de gedane betalingen van de derdengeldrekening zijn gedaan met toestemming van de rechthebbende.Verder hebben verweerders, naar het oordeel van de raad, het onderzoek van de Belastingdienst betreffende (onder meer) de erfbelasting belemmerd. Volgens de Belastingdienst waren de erfgenamen mogelijkerwijs rechthebbende op het geldbedrag, wat door verweerders werd betwist. Verweerders hebben daarop aan de erfgenamen een intimiderende brief gestuurd waarin zij dreigden met allerlei maatregelen als de erfgenamen contact zouden opnemen met de Belastingdienst. De raad heeft hierover beslist in de zaak 19-373 en 19-374 op een klacht van de Belastingdienst. Die klacht is in die zaken gegrond bevonden en ook in deze zaak betreffende het dekenbezwaar. Omdat in die zaak een maatregel is opgelegd legt de raad in deze zaak geen maatregel op. Dekenbezwaar tegen het bestuur van het advocatenkantoor niet-ontvankelijk omdat de individuele bestuurders niet door de deken zijn betrokken in zijn onderzoek. Klacht in de zaken 19-375 en 19-376: deels gegrond en deels ongegrond, geen maatregel. In de zaak 19-377: deels niet-ontvankelijk, deels ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-378
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 02-03-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:55
Klacht tegen advocaat wederpartij in familiezaak. Klacht betreft het naar voren brengen van onjuiste feiten in procedures en ten onrechte leggen van conservatoir beslag. Klacht ongegrond. Verweerster is afgegaan en heeft ook mogen afgaan op de informatie die zij van haar cliënt had ontvangen en heeft zodra bleek dat deze niet juist was die informatie gecorrigeerd. Wellicht had verweerster wat eerder dan zij heeft gedaan haar stelling kunnen verifiëren maar dat verweerster dat heeft nagelaten beoordeelt de raad niet zodanig ernstig dat verweerster daarvan in tuchtrechtelijke zin een verwijt kan worden gemaakt. Van achterhouden of verdoezelen van relevante feiten is niet gebleken. Klaagster werd bijgestaan door een advocaat die tegen de oorspronkelijk onjuiste stellingname van verweerster verweer kon voeren en feitelijk ook heeft gevoerd.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1942b
- Datum publicatie: 11-03-2020
- Datum uitspraak: 11-03-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:25
Klacht tegen verzekeringsarts over (on)juistheid van de rapportage. Met inachtneming van de volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege geldende criteria is verweerder op vijf punten tekortgeschoten. Een deugdelijk dagverhaal ontbreekt en het is niet inzichtelijk waarom lichamelijk onderzoek niet opportuun was. Bij beoordeling op grond van de Ziektewet is niet relevant of er al dan niet sprake was van enige mate van arbeidsduurbeperking (beoordeling WAO). Plaatsing van het woord ‘adviseur’ tussen aanhalingstekens niet respectvol. In strijd met de met klager gemaakte afspraken gerapporteerd zonder informatie specialisten af te wachten. Ten onrechte in rapportage opgenomen dat klager de beoordeling accepteerde. Klacht in zoverre gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-192
- Datum publicatie: 10-03-2020
- Datum uitspraak: 10-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:44
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een chirurg. Door het ontbreken van een (extra) controlemoment is hier sprake van een fout in de werkwijze tijdens de operatie. Beklaagde heeft erkend dat hij niet of niet voldoende heeft gecontroleerd of het been en de voet na het fixeren van de schroeven nog steeds in de juiste positie lagen. In dit geval was sprake van een relatief grote exorotatie, te weten van ongeveer 20 graden, die bij nauwkeuriger controle aan het einde van de operatie in ieder geval voor een deel voorkomen had kunnen worden. Omdat een exorotatie van die omvang in het algemeen tot klachten bij de patiënt zal leiden, is het van belang dat de chirurg gepaste inspanningen verricht om een exorotatie zoveel mogelijk te voorkomen. Dit is niet gebeurd. Klacht voor het overige ongegrond verklaard. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Geen maatregel opgelegd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-113a
- Datum publicatie: 10-03-2020
- Datum uitspraak: 10-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:45
Ongegronde klacht tegen een chirurg. In dit geval, waarin sprake is van een veel voorkomende operatie, mocht beklaagde erop vertrouwen dat klager de van belang zijnde informatie in een eerder consult had verkregen en toestemming had gegeven voor de operatie, nu dit in het dossier was genoteerd. Geen sprake van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid ten aanzien van het informeren over het uitvoeren van de operatie in de hoedanigheid van aios. Er bestaan geen twijfels over de bekwaamheid van beklaagde voor het verrichten van de operatie, nu beklaagde bovendien de operatie samen met en onder supervisie van een ervaren chirurg heeft uitgevoerd. Er zijn evenmin redenen om aan te nemen dat sprake was van een doctors delay. Ten slotte had in het operatieverslag duidelijker kunnen worden benoemd wie welke handelingen heeft verricht, maar nu de operatie plaatsvond onder verantwoordelijkheid van de chirurg is dit echter onvoldoende voor een tuchtrechtelijk verwijt met betrekking tot het handelen van beklaagde. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORARL:2020:6 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/361636 KL RK 19-141
- Datum publicatie: 10-03-2020
- Datum uitspraak: 11-02-2020
- ECLI:NL:TNORARL:2020:6
Klachtonderdeel A: Klager verwijt de notaris dat hij de tussen [ X ] en klager gesloten koopovereenkomst onjuist heeft geïmplementeerd in de akte van levering. Klachtonderdeel B: Voorts heeft de notaris verzuimd om een essentieel onderdeel van de akte van levering te deponeren bij het kadaster. In de akte van levering wordt wat betreft de perceelgrens verwezen naar een aan de akte gehechte tekening. Die tekening is niet bij het kadaster gedeponeerd. De kamer verklaart klachtonderdeel A niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de klachttermijn. Klachtonderdeel B wordt ongegrond verklaard omdat de notaris niet verplicht was de tekening te deponeren bij het kadaster.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1239
- Pagina: 1240
- Pagina: 1241
- ...
- Pagina: 4429
- Volgende pagina zoekresultaten