Zoekresultaten 19561-19570 van de 44846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:200 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 174/2017
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:200
Klacht tegen neuroloog over onder meer het missen van een diagnose, onvoldoende onderzoek, onjuiste terugkoppeling naar huisarts en onjuiste statusvoering. Het college oordeelt dat er geen aanwijzingen zijn dat sprake is van enig tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:243 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170184
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 08-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:243
De klacht dat verweerder zonder klaagsters toestemming of medeweten met haar minderjarige dochter heeft gesproken, is in hoger beroep alsnog niet-ontvankelijk. De klacht is buiten de termijn van drie jaar als bedoeld in artikel 46g lid 1 Advocatenwet ingediend. Klaagster is er niet in geslaagd om aan te tonen dat zij binnen die termijn van het gesprek heeft vernomen. Het hof overweegt ten overvloede dat ware de klacht wel ontvankelijk geweest, dat deze ongegrond zou zijn verklaard, aangzien in de gegeven context begrijpelijk is dat geen toestemming van de moeder is gevraagd of haar daarvan voorafgaand mededeling is gedaan, nu de dochter kennelijk voldoende in staat was tot een redelijke waardering van haar belangen en zij een gesprek met verweerder wilde in verband met vragen die zij had rond de gebeurtenissen/problemen tussen haar en haar moeder.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:152 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/206
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:152
klaagster verwijt verweerder schending van zijn beroepsgeheim. Verweerder heeft zonder toestemming van klaagster haar medisch dossier gegeven aan de advocaat van haar ex-werkgever. Gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:25 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/63
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 20-11-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:25
Overdracht appartementsrecht in serviceflat, waar discussie bestaat over (verplicht) lidmaatschap van dienstenvereniging (VvD). Op nota van afrekening staat post “servicekosten” vermeld. Klaagster verwijt KN dat hij de omschrijving van deze post niet vervangt door “Bijdrage VvE en stookkosten”. Omdat niet deze nota maar de akte van levering, waarin melding is gemaakt van de bestaande problematiek rond VvD, bepalend is voor de beoordeling van de verschuldigdheid van kosten aan VvD, heeft KN in gegeven omstandigheden niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de nota niet aan te passen
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:77 Accountantskamer Zwolle 17/674 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:77
De geestelijke gesteldheid van een cliënt dient voor een accountant een punt van aandacht en oplettendheid te zijn. Gelet op de leeftijd en de medische situatie van cliënt had er sprake kunnen zijn van handelingsonbekwaamheid en had het voor de hand gelegen dat betrokkenen deze situatie met een collega had besproken en de uitkomsten daarvan had vastgelegd. Klaagsters, dochters van cliënt, op wie in dezen de bewijslast rust, hebben echter onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de cliënt daadwerkelijk, en op voor betrokkene kenbare wijze, handelingsonbekwaam was. Klaagsters hebben aangevoerd dat er van de bankrekening van cliënt meer dan € 100.000 aan betalingen zijn gedaan ten behoeve van luxegoederen, bestemd voor de partner van cliënt, en meer dan € 100.000 aan contante opnames. Betrokkene heeft gesteld dat het voeren van de administratie en het controleren daarvan niet tot haar takenpakket hoorde. Hiermee is de klacht, mede gelet op het uitgangspunt van handelingsbekwaamheid van cliënt, voldoende weersproken. Het verwijt dat betrokkene niet heeft opgetreden tegen de opname van een legaat van € 200.000 ten gunste van de partner in het testament van cliënt treft geen doel. Het gewenste legaat was reeds besproken met de voorganger van betrokkene en betrokkene heeft slechts de wensen van cliënt aan de notaris doorgegeven. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:201 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 116/2017
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:201
Klacht tegen reumatoloog waarnaar klager in september 2015 door zijn huisarts is verwezen in verband met een verdenking van reumatoïde artritis. Klager is behandeld met Depomedrol. Ook is een behandeling met Methotrexaat voorgesteld. In verband daarmee is op 17 december 2015 een thoraxfoto van klager gemaakt. Klager is niet gestart met Methotrexaat. Het behandelcontact is in het najaar van 2016 afgesloten. Op 10 april 2017 heeft klager een hartinfarct gehad. Het college oordeelt dat verweerder in redelijkheid uit kon gaan van de werkdiagnose artritis psoriatica. Hij heeft daarbij geen aanleiding hoeven zijn voor onderzoek naar eventuele hartproblemen. Verweerder heeft ook in redelijkheid Methotrexaat aan klager kunnen voorschrijven, nu hij voorafgaand aan het gebruik van dit middel een thoraxfoto heeft laten maken en daaruit geen contra-indicaties voor dit middel naar voren zijn gekomen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:244 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170199
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 08-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:244
De klacht dat verweerster verwijtbaar heeft gehandeld door een brief uit klaagsters naam te hebben verstuurd die zij weigerde uit eigen naam te versturen, en zij klaagster pas na verzending van die brief heeft gewezen op de mogelijke consequenties daarvan, is in hoger beroep alsnog ongegrond. Verweerster en klaagster waren het oneens over de toon en stijl van de aan de advocaat van de wederpartij te verzenden reactie. Klaagster was het oneens met de door verweerster voorgestane benadering en was ervan overtuigd dat gekozen moest worden voor de scherpe bewoordingen. Zij heeft ermee ingestemd dat haar eigen relaas aan de advocaat van de wederpartij werd gestuurd in plaats van een brief met een rustiger toonzetting. Het komt het hof niet aannemelijk voor dat klaagster zelf de risico's niet kon overzien.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2017:26 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/55
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 04-12-2017
- ECLI:NL:TNORSHE:2017:26
Bij testament van moeder is N als executeur benoemd. Over haar uitvaart heeft moeder bij testament bepaald dat zij haar erfgenamen de last oplegt haar crematie te regelen, haar as op een bepaalde plaats te doen uitstrooien en dat zij wenst dat er geen dienst wordt gehouden. N heeft erfgenamen pas na de crematie van moeder over haar overlijden geïnformeerd; zij is van mening dat het testament anders moet worden uitgelegd dan uit de bewoordingen daarvan blijkt. Naar oordeel van kamer is het echter niet aan de executeur, die zich in beginsel dient te houden aan de bewoordingen van het testament, noch aan de tuchtrechter, om te oordelen over de vraag of de wil van moeder al dan niet juist in het testament is weergegeven. Beoordeling van deze vraag is voorbehouden aan de civiele rechter. Opmerking verdient daarbij dat daden of verklaringen van een erflater buiten de uiterste wil slechts dan voor uitlegging van een uiterste wilsbeschikking kunnen worden gebruikt, indien die wilsbeschikking zonder die daden of verklaringen geen duidelijke zin heeft (artikel 4:46 lid 2 Burgerlijk Wetboek). De passage met betrekking tot de uitvaart is niet voor meerdere uitleg vatbaar en daaruit volgt duidelijk dat de erfgenamen zo spoedig mogelijk van het overlijden van moeder op de hoogte zouden moeten worden gesteld, opdat zij uitvoering zouden kunnen geven aan de last om de crematie regelen. Nu vast staat dat de erfgenamen pas ná de crematie over het overlijden van moeder zijn geïnformeerd, is de kamer van oordeel dat de notaris tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Berisping. Overige klachtonderdelen m.b.t. beschrijving (in)boedel, niet aantreffen van (afscheids)brieven en onderzoek naar pinopname ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:78 Accountantskamer Zwolle 17/473 Wtra AK
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 15-12-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:78
Betrokkene heeft verklaard dat hij reeds op 3 mei 2013 een vermoeden had van Ponzifraude (hoge rendementen worden uitbetaald door middel van even daarvoor ter belegging aangeboden gelden). Betrokkene heeft terzake wel vragen gesteld en antwoord gekregen, maar die antwoorden zijn niet onderbouwd met nadere stukken. Pas op 2 november 2014 heeft betrokkene de samenstelopdracht teruggegeven. Het had op de weg van betrokkene gelegen, met inachtneming van het bepaalde onder 14 en/of 16a van NVCOS 4410, om bij de leiding van de entiteit eerder verder en met voldoende diepgang door te vragen naar aanvullende informatie en/of te handelen overeenkomstig hetgeen is voorgeschreven in NVCOS 240 en/of NVCOS 250. Betrokkene heeft onvoldoende en met onvoldoende voortvarendheid onderzoek gedaan alvorens de opdracht terug te geven. Dit levert een schending op van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Ingevolge artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) dient iedere ongebruikelijke transactie te worden gemeld. Dat er sprake was van een ongebruikelijke transactie wordt bevestigd door betrokkenes brief van 3 mei 2013 die door betrokkene nu juist verzonden is om duidelijkheid te krijgen over die geconstateerde ongebruikelijke transacties. Betrokkene heeft derhalve ten onrechte deze transacties niet gemeld bij de FIU-NL. Klacht in zoverre gegrond. Maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:245 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170178
- Datum publicatie: 15-12-2017
- Datum uitspraak: 08-12-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:245
Klacht tegen eigen advocaat. De klacht dat verweerder niet heeft gereageerd op de ingezonden klacht over zijn werkwijze, is ook in hoger beroep gegrond. De brief van klager moet worden aangemerkt als een klachtbrief. Uit artikel 6.28 Voda volgt dat binnen een maand dient te worden gereageerd op een klacht. Door dit niet te doen en e-mails van klager te blokkeren heeft verweerder onzorgvuldig gehandeld. Waarschuwing in plaats van door de raad opgelegde berisping. Proceskosten. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1956
- Pagina: 1957
- Pagina: 1958
- ...
- Pagina: 4485
- Volgende pagina zoekresultaten