Zoekresultaten 51-60 van de 42464 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:124 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6814

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Tijdens het polijsten is bij klager een verwonding in zijn bovenlip ontstaan waardoor hij gedurende drie weken pijnklachten had. Volgens klager heeft de tandarts zich onvoldoende ingespannen om de lippen van klager te beschermen tijdens het polijsten, en was de tandarts tijdens de behandeling onvoldoende geconcentreerd, omdat zij met haar assistente over haar vakantie in gesprek was. Het college ziet geen aanleiding te veronderstellen dat de tandarts geen beschermingsmaatregelen in acht heeft genomen. Het feit dat de lip beschadigd is geraakt, hoe vervelend ook, betekent niet per definitie dat de tandarts onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Ook een gebrek aan nazorg kan de tandarts niet worden verweten. Het college kan niet vaststellen dat er sprake was van onvoldoende geconcentreerd werken tijdens de behandeling. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:96 Raad van Discipline Amsterdam 24-032/A/NH

    Klacht tegen de eigen advocaat. Klager stelt dat verweerder zich onvoldoende voor hem heeft ingezet tijdens de behandeling van zijn strafzaak en dat hij daardoor is benadeeld. Die onvoldoende inzet bestaat onder meer uit het kort reageren door verweerder op e-mail of WhatsApp berichten van klager, uit het niet adequaat reageren tijdens de mondelinge behandeling van de strafzaak, uit het niet opkomen voor klager tegen de wijze waarop deze in de PI is behandeld en uit het niet direct doorsturen van de beslissing van de Hoge Raad op het door klager ingestelde cassatieberoep. Klager wordt in geen van deze klachtonderdelen door de raad gevolgd. De klacht is daarmee in al haar onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:125 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6622

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een tandarts. Klaagster verwijt de tandarts kort samengevat dat hij kwalitatief slecht werk heeft geleverd en dat hij met zijn gedrag voor een gevoel van onveiligheid bij haar heeft gezorgd. Ook weigerde de tandarts om nadien te zoeken naar een oplossing. Het college kan niet vaststellen dat het werk in kwalitatieve zin niet in orde was, dit klachtonderdeel is ongegrond. De overige twee klachtonderdelen zijn wel gegrond. In de gedragsregels voor tandartsen is vermeld hoe de tandarts zich dient op te stellen in de relatie met de patiënt. Daarbij past niet het geïrriteerd en geagiteerd reageren op een patiënt, zodanig dat deze schrikt en/of angstig wordt en de behandelstoel verlaat. Ook is voldoende vast komen te staan dat de tandarts heeft nagelaten op constructieve wijze naar een oplossing te zoeken. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:97 Raad van Discipline Amsterdam 23-744/A/NH

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. Klager stelt dat de voorzittersbeslissing is gebaseerd op een onvolledig dossier, op onvolledige of onjuiste feiten en dat door de voorzitter een onjuiste toetsingsmaatstaf is toegepast. Klager wordt in geen van deze verzetsgronden door de raad gevolgd. Het verzet is daarmee ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:126 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5681

    Ongegronde klacht tegen een arts. De arts is werkzaam bij de arbodienst. Klager verwijt de arts a) dat hij tijdens een consult ongepast opmerkingen heeft gemaakt, b) onterecht gevraagd heeft in welke teelbal klager kanker heeft gehad en c) de belastbaarheid onjuist heeft vastgesteld en de PTSS heeft gebagatelliseerd. De opmerking waarvan de arts heeft erkend dat hij deze heeft gemaakt, is niet zodanig ongepast dat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt moet worden gemaakt. Voor het overige kan het college niet vaststellen dat de arts de gewraakte opmerkingen heeft gemaakt. De vraag naar de lokalisatie van klagers teelbalkanker was vanuit bedrijfsgeneeskundig opzicht irrelevant en dus overbodig. Dit is echter niet van dusdanig gewicht dat een tuchtrechtelijk gewicht op zijn plaats zou zijn. Ook de klacht over het vaststellen van de belastbaarheid en bagatellisering PTSS is ongegrond. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:91 Raad van Discipline Amsterdam 24-239/A/NH

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij; Niet gebleken is dat verweerster bij de behandeling van de zaak de grenzen heeft overschreden die zij als advocaat van de wederpartij in acht dient te nemen. Verweerster behartigde de belangen van de verhuurder en die belangen stonden lijnrecht tegenover de belangen van klager (de huurder). Dat maakte dat er stevig gediscussieerd is tussen verweerster en de advocaten van klager en dat verweerster namens de verhuurder sommaties heeft verstuurd. Dergelijke handelingen horen bij de taak van een advocaat als partijdige belangenbehartiger en de communicatie van verweerster kan niet als intimidatie of bedreiging worden gekwalificeerd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:92 Raad van Discipline Amsterdam 24-229/A/NH

    Voorzittersbeslissing; kennelijk ongegronde klacht over de advocaat van een wederpartij in een familierechtzaak. Van het hanteren van onredelijk korte reactietermijnen en het dreigen met procedures is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6091

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een bedrijfsarts. Klager is door de bedrijfsarts volledig arbeidsongeschikt geacht, terwijl klager van mening is dat hij beter gemeld kon worden. De klacht gaat over het advies van de bedrijfsarts, de totstandkoming daarvan en de terugkoppeling naar de werkgever. Daarnaast is klager ontevreden over de aanvraag van een second opinion. Het college overweegt dat uit het advies van de bedrijfsarts niet naar voren is gekomen dat de hij de niet fysieke werkzaamheden en fysieke werkzaamheden in zijn afwegingen heeft betrokken. Het had voor de hand gelegen dat klager in ieder geval deels arbeidsgeschikt was. Voor wat betreft de aanvraag van de second opinion overweegt het college dat volgens de richtlijnen de werknemer de second opinion arts dient te selecteren. Het maken van een voorselectie door de bedrijfsarts is in strijd met de richtlijnen en brengt een schijn van vooringenomenheid met zich. Verder heeft de bedrijfsarts in een terugkoppeling aan de werkgever meer informatie gedeeld dan noodzakelijk was. Gelet op zijn geheimhoudingsverplichting was hij niet bevoegd de betreffende informatie met de werkgever te delen. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie in algemeen belang.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:142 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-835/AL/GLD

    Raadsbeslissing. Een klacht van een advocaat over een curator is door de raad ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-301/DB/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij. De voorzitter is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerster de grenzen van de aan haar, in haar hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid heeft overschreden. Kennelijk ongegrond.