Zoekresultaten 3721-3730 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709301/ DW RK 21/493 LV/SM

    Klaagster beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder geen schuldenopgave heeft gestuurd, haar nooit heeft geïnformeerd over het beslag op het inkomen en niet heeft geprobeerd om te komen tot een oplossing. De kamer acht de klacht van klaagster ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2022:363 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-734/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familiezaak kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:1 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-652/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over eigen advocaat. In de incassoprocedure over de openstaande factuur van verweerders kantoor is verweerders kantoor in de gelegenheid gesteld om te reageren op het door klaagster tegen de ingestelde vordering gevoerde verweer. In dat verband stond het verweerder vrij om de door klaagster gestelde feiten te betwisten. Dat verweerder bewust feiten heeft geponeerd waarvan hij de onjuistheid kende, is niet gebleken. Verweerder heeft conform het verzoek van klagers en vanwege de nauwe verwevenheid van klagers belangen met klaagster en de aan klaagster verbonden vennootschappen, de declaratie gericht aan klaagster. Verweerders  werkzaamheden zijn ook door klaagster betaald, zodat niet valt in te zien op welke wijze klagers door die wijze van declareren in hun belangen zijn geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:1 Raad van Discipline Amsterdam 22-937/A/A

    Voorzittersbeslissing; kennelijk niet-ontvankelijk op grond van het ne bis in idem beginsel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:3 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-105/AL/MN

    Omvangrijke klacht over het optreden van verweerder als advocaat van de wederpartij van klaagster in een langlopend familiegeschil. Klaagster is daarin wel ontvankelijk. Voor de overzichtelijkheid heeft de raad de klachten onderverdeeld in 4 hoofdthema's. Kansloze wrakingen? Ja, verweerder heeft naar het oordeel van de raad niet alleen misbruik van het procesrecht gemaakt met zijn kansloze wrakingen, hij heeft dat bovendien op onvoldoende deskundige en op onvoldoende onafhankelijke wijze gedaan. Tijdens procedures buiten procesrechtelijke kaders getreden? Ja, naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn brieven aan (het bestuur van) gerechtelijke instanties geprobeerd om de procedures met, onder meer, grote hoeveelheden ongebundelde correspondentie te beïnvloeden via overrompeling en door telkens te dreigen met aangiften wat tot vertraging heeft geleid, ten nadele van klaagster. Daarnaast heeft verweerder ten onrechte, zonder gedegen eigen onderzoek, klaagster en de bij de familiezaken betrokkenen beschuldigd van het plegen van strafbare feiten en van het deel uitmaken van een criminele organisatie, thema 3. Verweerder heeft daarnaast - thema 4 - onvoldoende zorgvuldig gehandeld en met zijn optreden de langdurige strijd tussen de ex-partners ernstig laten escaleren. Hij heeft de ongefilterde standpunten van zijn cliënt overgenomen, niet respectvol gehandeld naar alle betrokken partijen en op persoonlijke titel zijn mening gegeven aan de gezinsvoogdijinstelling. Daarnaast heeft hij klaagster van zware mishandeling van de zoon beschuldigd, zonder eigen onderzoek naar de juistheid daarvan, en alle betrokken instanties gepoogd te beïnvloeden door hen daarover ter beschadiging van klaagster te informeren. De overige verwijten zijn ongegrond. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de kernwaarden onafhankelijkheid, deskundigheid en integriteit geschonden. In dit langlopende familiegeschil heeft hij bovendien bij herhaling olie op het vuur gegooid en onvoldoende professionele distantie tot zijn cliënt gehouden. Door (besturen van) gerechtelijke instanties op oneigenlijke wijze onder druk te zetten heeft verweerder daarnaast volstrekt onbetamelijk gehandeld en de beroepsgroep schade toegebracht. Al deze omstandigheden, het omvangrijke tuchtrechtelijke verleden van verweerder en het ontbreken van inzicht in het laakbare van zijn handelen, resulteert in de beslissing van de raad om verweerder van het tableau te schrappen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:2 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/709272/ DW RK 21/492 LV/SM

    Klacht gegrond. Maatregel: berisping. Indien er voorwaarden aan een betalingsregeling worden verbonden ligt het op de weg van de gerechtsdeurwaarder om de voorwaarden duidelijk vast te leggen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:2 Raad van Discipline Amsterdam 22-536/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/722941/ DW RK 22/346 LV/SM

    Beslissing op verzet. Klager beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder gebruik maakt van onduidelijk briefpapier, enveloppen en drukwerk, zodat klager niet kan zien met wie hij te maken heeft. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2023:3 Raad van Discipline Amsterdam 22-688/A/A 22-690/A/A

    Raadsbeslissing; Betreft niet-ontvankelijke klacht wegens het ontbreken van een rechtstreeks eigen belang. Verweerders hebben opgetreden als advocaat van een vennootschap. Klagers zijn geen cliënten van verweerders geweest, maar als (indirect) minderheidsaandeelhouders betrokken. Verweerders zijn partijdig in de behartiging van de belangen van hun cliënte. In die hoedanigheid dienen zij zich alléén te richten naar de belangen van hun cliënte. Verweerders hebben terecht gesteld dat van hen niet kan worden verwacht dat zij tegen de wens van hun cliënte in zouden gaan wanneer een verweer niet past tegenover de minderheid, in dit geval tegenover klagers. De uitspraak van het Hof van Discipline van 31 januari 2022 (ECLI:NL:TAHVD:2022:16) - die een VvE-kwestie betrof - ziet op een andere situatie dan onderhavig geschil. De meerderheidsaandeelhouders werden in onderhavig geschil op het moment dat verweerders werden ingeschakeld voor bijstand geadviseerd door hun eigen advocaat en die relatie is gecontinueerd. Daarnaast liep - anders dan in de uitspraak van het Hof van Discipline - geen andere procedure waarin de minderheidsaandeelhouders en meerderheidsaandeelhouders tegenover elkaar stonden. Klagers hadden zich met hun bezwaren tot de raad van commissarissen moeten wenden. Dat de raad van commissarissen in dit geval vleugellam was, is weliswaar ongunstig voor de positie van klagers binnen de structuur van de vennootschap, maar kan er niet toe leiden dat zij dan toch een belang hebben bij een klacht over verweerders.

  • ECLI:NL:TGDKG:2023:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/705183 / DW RK 21/324 LV/SM

    Beslissing op verzet. Klaagster beklaagt zich er onder meer over dat de gerechtsdeurwaarder de vordering naar een oud adres van klaagster heeft gestuurd en dat haar onvoldoende de mogelijkheid is geboden om een gerechtelijke procedure te voorkomen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet tegen die beslissing dient ongegrond te worden verklaard.