Zoekresultaten 20191-20200 van de 42592 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:140 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 140/2016

      Klacht tegen verpleegkundige kennelijk niet-ontvankelijk. Geen reden voor afwijking van hoofdregel dat meerderjarige patiënt wilsbekwaam is zelf een klacht in te dienen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:259 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160178

    Klager heeft als indirect aandeelhouder en bestuurder van V toereikend rechtstreeks belang bij de zakelijke resultaten van V en bij de afwikkeling van het faillissement. Ingevolge Gedragsregel 27 lid 7 mag een advocaat ter zake van nog niet in rechte vastgestelde vorderingen het faillissement van zijn cliënt niet aanvragen dan na overleg met de deken. Vast staat dat verweerder de deken niet heeft geraadpleegd. In de klachtzaak van klager tegen mr. B heeft het hof bij uitspraak van heden (onder zaaknummer 160167) geoordeeld dat zijn declaratievordering jegens V als onbetwist heeft te gelden en dat het hem vrijstond, om ter incasso van die vordering, het faillissementsverzoek door verweerder ingediend namens zijn cliënten, te ondersteunen. Het hof is van oordeel dat verweerder, net zomin als mr. B, door gebruik te maken van diens declaratievordering als steunvordering, niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt. Daaraan doet niet af dat verweerder niet bij mr. B heeft geïnformeerd of hij de deken had geraadpleegd.    

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:150 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 584.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met een onderdeel van de beslissing van de voorzitter niet eens. De beslissing wordt op dat onderdeel vernietigd. Met betrekking tot het verzoek om een specificatie van de kosten had van de gerechtsdeurwaarder een concreet antwoord mogen worden verwacht. Voor wat betreft de kosten had de gerechtsdeurwaarder naar uitgebrachte exploten kunnen verwijzen dan wel een specificatie van de kosten naar klager kunnen sturen, zoals door hem is gedaan in het inleidende verweerschrift. Niet betwist is dat klager daar ook telefonisch om heeft verzocht. De klacht met betrekking tot de kosten is terecht voorgesteld. Heen maatregel opgelegd. Het verzet wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 319.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 488.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het op een klachtonderdeel niet met de beslissing van de voorzitter eens en vernietigt de beslissing voor dat onderdeel. Met klaagster is niet gecommuniceerd over haar betalingsvoorstel hetgeen wel had gemoeten. In plaats daarvan is de gerechtsdeurwaarder direct tot het leggen van het beslag is overgegaan. Op dit onderdeel acht de kamer de klacht gegrond.  Maatregel van berisping opgelegd. Ten aanzien van het overige dat door klaagster in verzet is aangevoerd wordt het verzet ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:253 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160300

    Voorzittersbeslissing: aangezien de beslissing van de raad op 24 oktober 2016 is toegezonden aan verweerder, kon hij, verweerder, op uiterlijk 23 november 2016 hoger beroep instellen. Nu de appelmemorie van verweerder door de griffie van het hof is ontvangen na afloop van de in artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet neergelegde termijn, is het beroep reeds daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 124/2016

      Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster zou zich ten onrechte hebben voorgedaan als (verzekerings)arts en zou lichamelijk onderzoek hebben verricht. Klacht kennelijk ongegrond. De fout in de uitnodigingsbrief kan verweerster niet worden aangerekend. Voorts heeft zij tijdens het gesprek haar verontschuldigingen hiervoor aangeboden. Klager kan niet worden gevolgd in zijn stelling dat de keuring door verweerster is gedaan, nu in het verslag is vermeld dat dit door een arts is gedaan en de arts het verslag mede heeft ondertekend.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:145 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 443.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:379 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.239

      Klacht tegen een tandarts werkzaam bij een academisch (opleidings)centrum voor tandheelkunde. Klaagster wordt sinds 2006 behandeld in genoemd opleidingscentrum. De tandarts is vanaf november 2014 bij de behandeling van klaagster betrokken als docent van een student die klaagster op dat moment behandelde. Op enig moment heeft de tandarts de behandelingsovereenkomst met klaagster beëindigd vanwege diverse conflicten. De klacht houdt in dat de tandarts heeft gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die zij jegens klaagster behoorde te betrachten doordat zij onprofessioneel en ondeskundig heeft gehandeld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in eerste aanleg afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover de klacht geheel is afgewezen en oordeelt dat de tandarts de behandelingsovereenkomst niet op zorgvuldige wijze heeft beëindigd door geen concrete hulp aan te bieden bij het zoeken naar een alternatieve tandarts dan wel voor klaagster in beeld te blijven voor noodsituaties. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klacht in zoverre gegrond, legt de tandarts de maatregel van waarschuwing op en bekrachtigt de bestreden beslissing voor het overige.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:139 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW verzet 487.2016

      Beslissing op verzet. De kamer is het op drie onderdelen van de klacht niet met de beslissing van de voorzitter eens en vernietigt de beslissing in zoverre. De gerechtsdeurwaarders hebben geld ontvangen op een moment dat het beslag al was opgeheven. Gelet op het standpunt van klager dat de gerechtsdeurwaarders bekend was hadden de gerechtsdeurwaarders het ontvangen bedrag niet zomaar hadden mogen verdelen over de beslagleggers. De gerechtsdeurwaarders hadden of het bedrag moeten terugstorten aan het UWV of zij hadden bij de doorbetaling rekening moeten houden met de uitspraak van de Hoge Raad ten aanzien van beslag op het vakantiegeld. Dat hebben de gerechtsdeurwaarders niet gedaan. Dit onderdeel van de klacht is gegrond. De kamer acht het ook laakbaar om als een klager vraagtekens zet bij de doorbetaling van een na het opheffen van een beslag ontvangen bedrag, te dreigen met hervatting van de executie. De klacht dat door de gerechtsdeurwaarders aan klager niet duidelijk is gemaakt hoe de ontvangen bedragen door hen zijn verdeeld, acht de kamer eveneens gegrond. Maatregel: geldboete van € 500,00. Ten aanzien van het overige dat door klager in verzet is aangevoerd wordt het verzet ongegrond verklaard.