Zoekresultaten 10751-10760 van de 45141 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2021:73 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2020.037

    Klacht tegen chirurg. De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (verder de patiënt). Patiënt is gezien op de polikliniek door een collega van verweerder i.v.m. een tumor. In het opvolgend multidisciplinair overleg werd besloten om direct te opereren. Een week later is patiënt gezien door een andere collega (C2020.040), hoofdbehandelaar, die weer vier dagen later patiënt heeft geopereerd. Twee weken later volgt een hersteloperatie en drie dagen nadien nog een. Deze laatste operatie wordt door verweerder, chirurg, verricht. In de week na deze operatie wordt patiënt nog tweemaal geopereerd. Tien dagen na de laatste operatie overlijdt patiënt. Klaagster verwijt verweerder: 1. Het niet duidelijk communiceren met de patiënt en de familie; 2. Het niet doen van zorgvuldig onderzoek voorafgaand aan de operaties; 3. Het zonder toestemming en overleg opereren, aangezien de patiënt, gezien zijn verwardheid, geen beslissingen kon nemen; 4. Het niet noteren van de inhoud van zogenaamde gesprekken die met de familie zouden hebben plaatsgevonden; 5. Het schenden van de zorgplicht door patiënt direct na de operatie over te dragen aan de hoofdbehandelaar; 6. Het ontbreken van nazorg na het overlijden van de patiënt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in het beroep voor zover daarbij de klacht is uitgebreid of aangevuld en verwerpt het beroep voor het overige.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:69 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200250W

    Voor zover de aan het wrakingsverzoek ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden dateren van voor de mondelinge behandeling in de beroepszaak (zaaknummer 200250) op 22 januari 2021, of betrekking hebben op hetgeen tijdens die mondelinge behandeling is gezegd of gebeurd, is het wrakingsverzoek te laat ingediend. Voor zover het wrakingsverzoek is gebaseerd op de brief van 9 februari 2021 is dit wel tijdig ingediend. Dit betekent dat enkel de brief van 9 februari 2021 als grondslag van het wrakingsverzoek heeft te gelden. De brief van 9 februari 2021 is door mr. A.M. van Amsterdam, als lid van het presidium, geschreven en ondertekend namens het voltallige presidium. De wrakingskamer is van oordeel dat er geen objectieve reden is voor vrees bij verzoekers dat sprake zal zijn van (een schijn van) vooringenomenheid bij verweerder bij de behandeling van voornoemd hoger beroep. Daarvoor staat de brief van 9 februari 2021 in een te ver verwijderd verband met de beroepszaak. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:57 Raad van Discipline Amsterdam 20-882/A/NH 20-883/A/NH/D

    Klacht en dekenbezwaar gegrond. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de geheimhoudingsplicht uit de mediationovereenkomst te schenden. Hij heeft hiermee de kernwaarde integriteit geschonden. De raad legt in zowel de gegrond verklaarde klacht als het gegrond verklaarde dekenbezwaar één maatregel op, te weten een berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-535/DH/DH

    Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop. Klacht voor het overige ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2020:207 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-647/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:360 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-310/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:65 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-826/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klaagsters zijn kennelijk niet-ontvankelijk; twee van de drie klaagsters omdat ze geen direct belanghebbende zijn en de derde klaagster omdat al eerder is geklaagd over hetzelfde feitencomplex.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:59 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-708/DH/RO

    Omvangrijke klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een complex zakelijk geschil ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:60 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-592/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:65 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200250

    Hoger beroep van verzetbeslissing niet-ontvankelijk. Geen schending van een fundamenteel rechtsbeginsel.