Zoekresultaten 2071-2080 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0936 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 690.2012

        Beslissing op verzet. De klacht betreft het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder niet met alle door klager verrichte betalingen rekening heeft gehouden. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0937 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 870.2012

      Beslissing op verzet. Klager maakt de gerechtsdeurwaarder in zijn hoedanigheid van bewindvoerder een aantal verwijten. De voorzitter heeft klager niet-ontvankelijkheid verklaard in zijn verzet. De Kamer overweegt dat hoewel in de beschikking waarbij de gerechtsdeurwaarder tot bewindvoerder is benoemd, wel zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder is vermeld, betreft het een benoeming waarvoor de hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder geen vereiste is. De werkzaamheden van beklaagde als bewindvoerder hebben voorts geen enkel verband met zijn functioneren als gerechtsdeurwaarder. De beslissing van de voorzitter dat dit handelen als bewindvoerder buiten het bereik valt van het tuchtrecht onder de Gerechtsdeurwaarderswet, acht de Kamer dan ook juist. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0938 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 671.2012

    Beslissing op verzet .  De Kamer is van oordeel dat de beslissing van de voorzitter juist is t.a.v. zijn oordeel dat niet tweemaal over hetzelfde kan worden geklaagd. Het verzet is in zoverre ongegrond.  Het verzet is gegrond op het punt van de aangevoerde overbetekening omdat de voorzitter daar niet op heeft beslist. De klacht wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0933 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 359.2012

        Klacht over kosten van slotenmaker. Volgens vaste rechtspraak mogen slechts kosten van een slotenmaker in rekening worden gebracht, als een eerdere beslagpoging door de onmogelijkheid tot binnentreden is mislukt en na aankondiging dat bij een volgende beslagactie een slotenmaker zal worden ingeschakeld. In het onderhavige geval heeft de gerechtsdeurwaarder kosten voor een slotenmaker in rekening gebracht, terwijl deze geen werkzaamheden heeft verricht. De kosten kunnen niet worden aangemerkt als noodzakelijke verschotten, nu geen sprake was van een eerdere beslagpoging waarbij binnentreden niet mogelijk was. Klacht gegrond verklaard, maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0934 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 378.2012

      De klacht betreft het niet reageren op een brief en het voortzetten van de executie. Voorts betreft de klacht de wijze van bejegening door de medewerker van de gerechtsdeurwaarder. De Kamer acht de klacht gegrond. De daaraan ten grondslag liggende feiten en omstandigheden zijn niet weersproken en de Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder een serieus verwijt gemaakt moet worden van de onjuiste handelingen. Maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0929 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 305.2012

      De klacht betreft het onterecht informeren bij de buren van het adres waar klager al een maand niet meer stond ingeschreven. Volgens klager heeft de gerechtsdeurwaarder zonder enige aanleiding een buurtonderzoek verricht en de daaruit verkregen informatie verstrekt aan de gemeente. Klager stelt dat de gerechtsdeurwaarder daardoor zijn privacy heeft geschonden zich schuldig heeft gemaakt aan laster en misbruik van zijn bevoegdheden.   De Kamer overweegt allereerst wie kan worden aangemerkt als beklaagde gerechtsdeurwaarder. Ten aanzien van de klacht overweegt de Kamer dat vaststaat dat de uitoefening van de taak van de gerechtsdeurwaarder geen aanleiding gaf voor een adresverificatie van klager. De Kamer is van oordeel dat een enkele mysterieuze telefonische mededeling niet rechtvaardigt dat op grond daarvan contact wordt opgenomen met buren van klager of met de bewoners van diens oude adres. Waarom dat nodig was is niet onderbouwd. Voorts is niet nader onderbouwd op grond waarvan het noodzakelijk was om de gemeente schriftelijk te bevestigen dat klager niet langer op het adres woonachtig was. De klacht wordt gegrond verklaard en de maatregel van berisping wordt opgelegd.    

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0930 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 817.2012

      Beslissing op verzet. In de inleidende klacht voert klager aan dat er nieuwe feiten en omstandigheden bekend zijn geworden die maken dat volgens hem de klacht opnieuw ter beoordeling aan de Kamer kan worden wordt voorgelegd. Volgens klager kan van een ”ne bis in idem” daarom geen sprake zijn. Klager beweert dat zijn verzetschrift met aanvullende stukken over zodanige nieuwe feiten en omstandigheden gaat, maar dat het verzet niet inhoudelijk door de Kamer is behandeld omdat het te laat was gedaan. De voorzitter heeft klager kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. De Kamer overweegt waarom zij het met de beslissing van de voorzitter eens is. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0932 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 183.2012

      Klacht over kosten van betekening van het vonnis. De Kamer acht het niet terecht dat de gerechtsdeurwaarder de kosten van de betekening voor rekening van klager heeft gebracht, nu de betekening plaatsvond nadat een betalingsregeling was getroffen en nu geen sprake was van een verzuim in de nakoming daarvan. De Kamer beschouwt die kosten als nodeloos gemaakt. Klacht gegrond berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2012:YB0931 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 944.2012

      Beslissing op verzet. Klaagster verwijt de gerechtsdeurwaarder dat hij haar met oneigenlijke middelen onder druk zet en nodeloos kosten maakt. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0928 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 295.2012

      De klacht betreft het in rekening brengen van een te hoog bedrag aan informatiekosten bij de Kamer van Koophandel; het incasseren van te hoge bedragen bij de debiteur die niet geheel worden afgedragen aan de opdrachtgever, de structurele toepassing van deze handelwijze en de onjuiste communicatie daarover. De gerechtsdeurwaarders hebben niet aangegeven waarom het in dit geval gerechtvaardigd is dat aan de debiteur een hoger bedrag in rekening is gebracht. Dit valt dit niet te begrijpen en de klacht is op dit punt gegrond. Zoals door de Kamer al meermalen overwogen mag van zowel gerechtsdeurwaarders als van justitiabelen worden verwacht dat zij communiceren op een wijze die in het algemeen als passend en fatsoenlijk mag worden beschouwd. De door de gerechtsdeurwaarders in punt 4 van het verweerschrift weergegeven bewoordingen ‘onzinnig, absurd, belachelijk en ridicuul’ kunnen voormelde toets niet doorstaan. Een dergelijke reactie past professionals als de gerechtsdeurwaarders niet. De gerechtsdeurwaarders hadden dit kunnen en moeten beseffen, zodat ook dit klachtonderdeel terecht is voorgesteld. Omdat niet is gebleken dat sprake is van een vaste praktijk ten aanzien van de hoogte van de doorberekende kosten, ziet de Kamer af van het opleggen van een maatregel.