Zoekresultaten 1941-1950 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:74 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet836.2013

    Beslissing op verzet. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:55 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet653.2013

      Beslissing op verzet. Tenuitvoerlegging titel. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:68 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW425.2013

      Executie vonnis. Onvoldoende inspanningen. De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder zijn opdracht niet voortvarend genoeg heeft uitgevoerd. Maatregel van berisping opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:49 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet835.2013

    Beslissing op verzet. Verzet te laat gedaan. Niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet938.2013

    Beslissing op verzet. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW699.2013

      Beslagvrije voet. De kamer overweegt dat de gerechtsdeurwaarder bij herhaling niet of met vertraging op verzoeken van klager heeft gereageerd. Zeker nu het hier gaat om de beslagvrije voet, had de gerechtsdeurwaarder direct moeten reageren. Hetgeen de gerechtsdeurwaarder ter zitting heeft aangevoerd vormt geen rechtvaardiging voor zijn  te trage reactie(s). Gezien de ernst van het verzuim en het feit dat uit het verweer van de gerechtsdeurwaarder blijkt dat hij dat zelf niet inziet, maatregel van berisping opgelegd.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet685.2013

    Beslissing op verzet. Betekenen en tenuitvoer leggen dwangbevel. De kamer kan zich met de beslissing van de voorzitter verenigen en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:37 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW295.2012

      Tussenbeslissing:   De beroepsorganisatie verwijt twee van haar leden buitensporig hoge executiekosten aan schuldenaren te berekenen en buitenproportionele ambtshandelingen te verrichten. De beroepsorganisatie vermoed dat door deze leden een bestendig kantoorbeleid wordt gevoerd dat erop is gericht hoge executiekosten te maken. De Kamer is van oordeel dat gelet op de omstandigheden en stellingen en de ter zitting hierop gegeven nadere toelichting dat een nader onderzoek is aangewezen naar de vraag of het door de beroepsorganisatie geuite vermoeden juist is. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) wordt met het onderzoek belast. (zie verder: ECLI:NL:RBAMS:2013:YB0924).   Eindbeslissing: Uit het door het BFT opgemaakte rapport van bevindingen blijkt dat de gerechtsdeurwaarders in een groot aantal dossiers kosten in rekening hebben gebracht waarvoor de wet geen ruimte biedt. Verder blijkt uit het rapport dat het combineren van overbetekeningen bij de gerechtsdeurwaarders niet gebruikelijk was, althans dat de kosten van de overbetekeningen niet in alle gevallen werden beperkt tot de kosten van één overbetekening. Ook heeft in een groot aantal zaken geen overbetekening plaatsgevonden. De door de gerechtsdeurwaarders daarvoor gegeven verklaring acht de Kamer onvoldoende. Dat er over een langere periode meerdere beslagen worden gelegd is op zich niet laakbaar. Uit de bevindingen van het BFT blijkt echter dat door de gerechtsdeurwaarders in 2010 en 2011 structureel (vrijwel gelijktijdig) beslag is gelegd onder 2 banken tegelijk. Na dit in eerste instantie te hebben ontkend, zijn de gerechtsdeurwaarders ter zitting van 18 december 2012 terug gekomen op het eerder ingenomen standpunt en hebben zij dit erkend. De Kamer is van oordeel dat het standaard beslag leggen onder twee banken tegelijk gedurende een langere periode onjuist is en tuchtrechtelijk laakbaar. De hoeveelheid en de periode waarin de beslagen werden gelegd, maakt dat het tot het bedrijfsbeleid kan worden gerekend om dit te doen. Dat er kosten zijn gecrediteerd doet hieraan niet af. Immers creditering ten behoeve van schuldenaren (die uiteindelijk de rekening hebben betaald) is gesteld noch gebleken.   De Kamer komt tot het oordeel dat het handelen van de gerechtsdeurwaarders tuchtrechtelijk laakbaar is. Gelet op de aard (blijkens het rapport op structurele wijze in duizenden zaken meerdere beslagen leggen) en de ernst van dit handelen, acht het de Kamer in dit geval het opleggen van een schorsing een passende maatregel. De Kamer heeft daarbij mede in aanmerking genomen dat er ontruimingskosten in rekening worden gebracht waar tegenover een tarief noch (wettelijke) legitimatie bestaat. De gerechtsdeurwaarders doen hier ernstige afbreuk aan het vertrouwen dat door het publiek in de gerechtsdeurwaarder als bekleder van een openbaar ambt wordt gesteld. Schorsing van drie maanden opgelegd aan beide gerechtsdeurwaarders  

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet196.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet195.2013

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.