ECLI:NL:TGDKG:2014:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet195.2013

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2014:25
Datum uitspraak: 14-01-2014
Datum publicatie: 07-03-2014
Zaaknummer(s): GDWverzet195.2013
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 14 januari 2014 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 26 februari 2013 met zaaknummer 976.2012 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer 195.2013 ingesteld door:

[     ],

wonende te [     ],

klager,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde,

gemachtigde: [     ].

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief van 29 november 2012 heeft klager een klacht ingediend tegen beklaagde, hierna: de gerechtsdeurwaarder.

Bij brief van 8 februari 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 26 februari 2013 heeft de voorzitter de klacht als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen.

Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 1 maart 2013.

Bij brief van 12 maart 2013 heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 19 november 2013 alwaar klager en de gerechtsdeurwaarder zijn verschenen.

Van de behandeling ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

De uitspraak is bepaald op 14 januari 2014.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

Klager heeft verzet ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat hij in het verzet kan worden ontvangen.

3. De feiten

Op 13 juni 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder ten laste van klager loonbeslag gelegd.

Op 4 september 2012 heeft klager de gerechtsdeurwaarder verzocht om de beslagvrije voet aan te passen. Op 21 september 2012 heeft de gerechtsdeurwaarder schriftelijk aan klager medegedeeld dat op basis van de door klager aangeleverde gegevens de beslagvrije voet was aangepast en dat teveel ontvangen gelden waren gerestitueerd aan het UWV. Na een nieuw verzoek om aanpassing van de beslagvrije voet door het Juridisch Loket heeft de gerechtsdeurwaarder de teveel ingehouden gelden op 2 januari 2013 gerestitueerd aan het UWV. Bij brief van 10 januari 2013 heeft de gerechtsdeurwaarder klager zijn excuses aangeboden voor het feit dat bij de herberekening van de beslagvrije voet een fout was gemaakt.

4. De oorspronkelijke klacht

Klager beklaagt zich er in hoofdzaak over dat de gerechtsdeurwaarder de verkeerde beslagvrije voet heeft toegepast.

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft op de klacht overwogen dat de gerechtsdeurwaarder bij de herberekening van de beslagvrije voet een fout heeft gemaakt, waardoor deze te laag is vastgesteld. Door deze fout is klager niet geschaad aangezien de fout door de gerechtsdeurwaarder is hersteld en de teveel ingehouden gelden aan hem zijn gerestitueerd. De fout is niet zo ernstig dat deze niet op deze wijze opgelost kon worden, aldus de voorzitter.

6. De gronden van het verzet

Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Klager voert aan dat de gerechtsdeurwaarder slechts de teveel ingehouden gelden heeft terugbetaald. Klager heeft echter meer schade geleden omdat hij door de te laag vastgestelde beslagvrije voet andere rekeningen niet meer kon betalen. Het gevolg was dat klager tot betaling van die rekeningen werd aangeschreven waarbij incassokosten in rekening werden gebracht. Die kosten wenst klager vergoed te hebben.

7. De beoordeling van de gronden van het verzet

7.1 Voor zover klager in verzet klachten aanvoert die niet in de inleidende klacht aan de orde zijn gesteld, kunnen die niet worden beoordeeld. Nieuwe klachten kunnen niet voor het eerst in verzet worden ingediend. In het tuchtrecht is geen plaats voor het vergoeden van eventueel geleden schade.

7.2 Het door klager ingestelde verzet kan niet slagen. De gerechtsdeurwaarder heeft in verzet herhaald dat bij de herberekening van de beslagvrije voet een fout is gemaakt die pas na een verzoek van het Juridische Loket is hersteld. Naar het oordeel van de Kamer echter, heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder jegens klager niet tuchtrechtelijk laakbaar heeft gehandeld. De door klager in verzet aangevoerde gronden werpen naar het oordeel van de Kamer geen nieuw licht op de zaak waarover de voorzitter heeft beslist. De Kamer zal het verzet ongegrond verklaren.

8. Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gegeven door mr. E.R.S.M. Marres, voorzitter, mr. A. Sissing en

mr. J.J.L. Boudewijn, leden, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 januari 2014 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de

Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.