Zoekresultaten 1701-1710 van de 3010 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:18 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet838.2014

      Beslissing op verzet. Passeren bewindvoerder. Niet beantwoorden brieven. De Kamer vernietigt de beslissing van de voorzitter op deze onderdelen. Vast staat dat de bewindvoerder de gerechtsdeurwaarder schriftelijk heeft medegedeeld dat klaagster onder bewind was gesteld en heeft verzocht het correspondentieadres van klaagster te wijzigen in dat van de bewindvoerder. Aan een dergelijk verzoek dient te worden voldaan omdat van een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat deze in geval van een onder bewindstelling de bewindvoerder direct op de hoogte stelt van al hetgeen de bewindvoering aangaat (ECLI:NL:GHAMS:2014:2388) en dat exploten in ieder geval aan de bewindvoerder worden betekend. Bij de stukken bevindt zich geen enkele aan de bewindvoerder gerichte brief en de gerechtsdeurwaarder heeft ook niet aannemelijk kunnen maken dat er contact met de bewindvoerder is geweest. Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij brieven met betrekking tot een bij hem in behandeling (geweest) zijnde zaak binnen een redelijke termijn beantwoordt. Dat is niet gedaan. Klachten gegrond, maatregel van berisping opgelegd. Voor het overige wordt het verzet ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:19 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet579.2014

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:264 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet471.2014

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de  beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:260 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW25.2014

      Toevoeging. Welke kosten mogen worden doorberekend. De vergoeding voor de gerechtsdeurwaarders op grond van de Wet op de rechtsbijstand is geregeld in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. De gerechtsdeurwaarders ontvangen voor hun diensten, waaronder de tenuitvoerlegging van een uitspraak, van rijkswege een vergoeding van 75% van de bedragen die zij volgens het Btag zouden hebben mogen berekenen. Artikel 40 Wet op de rechtsbijstand bepaalt voorts dat de rechtzoekende partij in een zaak waarin op grond van deze wet rechtsbijstand wordt verleend, behoudens verschotten, geen kosten verschuldigd is voor - onder meer - de bijstand bij de executie.  Dit stelsel van regels leidt tot de conclusie dat een gerechtsdeurwaarder -behoudens door hem gemaakte verschotten- de kosten die hij of zij in gevallen als het onderhavige heeft gemaakt, bij de rechtbank kan declareren, maar niet bij klaagster. Het doel van de regeling is immers dat de minvermogende rechtzoekende van deze kosten blijft gevrijwaard. Klacht gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:261 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDwverzet470.2014

      Beslissing op verzet. Beslagvrije voet en terugwerkende kracht. De Kamer is het met de  beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:262 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet390.2014

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de  beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2014:263 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet413.2014

      Beslissing op verzet. De Kamer is het met de  beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:3 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW551.2014

      Vexatoir beslag? Executiekosten overstijgen het (restant) verschuldigde. De gerechtsdeurwaarder heeft voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij eerst minder verstrekkende maatregelen ten laste van klaagster heeft genomen en dat hij haar nadien in de gelegenheid heeft gesteld om het restant-verschuldigde alsnog vrijwillig te voldoen. Nu dat niet werd gedaan kan de gerechtsdeurwaarder niet worden verweten dat hij beslag onroerende zaken heeft gelegd. Dat de waarde van de panden en het restant-verschuldigde niet met elkaar in verhouding staan doet aan het beslag niets af, nu klager niet heeft weersproken dat de beslagen panden verhypothekeerd zijn zodat niet aanstonds duidelijk is of met inbeslagname van één pand volstaan had kunnen worden. Dat de gemaakte kosten niet in verhouding staan tot de hoofdsom doet er in beginsel niet toe. Pas wanneer de kosten volledig onnodig zijn gemaakt, is er sprake van tuchtrechtelijk laakbaar handelen, maar dat kan in deze zaak niet uit de overgelegde producties worden opgemaakt. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:14 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet785.2014

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:4 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet834.2014

      Beslissing op verzet. Het verzet slaagt op één onderdeel. Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde, aldus art. 431a Rv. Dat zulks is gebeurd blijkt noch uit het verweer noch uit de overgelegde producties. Ook heeft de gerechtsdeurwaarder onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij onderzoek heeft gedaan naar de geldigheid van de beweerde overgang van de executiebevoegdheid, hetgeen wel van een redelijk handelend gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht. Klachtonderdeel gegrond. Maatregel van berisping opgelegd. Voor het overige wordt het verzet ongegrond verklaard.