Zoekresultaten 3571-3580 van de 42643 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4027

    Ongegronde klacht tegen een chirurg. Klaagster is door de chirurg geopereerd in verband met een geperforeerde blindedarmontsteking. Zij verwijt hem dat hij na de operatie lange tijd geen CT-scan heeft willen maken en niet naar haar heeft geluisterd. Op het moment dat de chirurg wel de CT-scan heeft aangevraagd bleek er sprake van abcesvorming in het operatiegebied. Naar het oordeel van het college heeft de chirurg gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende chirurg mag worden verwacht. Dat hij niet geluisterd heeft naar klaagster is het college niet gebleken. Gelet op eerdere ervaringen van klaagster is voorstelbaar dat zij graag wilde dat er een CT-scan van haar buik zou worden gemaakt. Het is echter de arts die de indicatie voor een CT-scan stelt. Uit het dossier blijkt dat aan klaagster verschillende malen is uitgelegd waarom er op dat moment (nog) geen reden was om een CT-scan te maken en dat zij daarvoor begrip kon opbrengen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4272

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft enkele malen de echtgenoot van klaagster telefonisch gesproken. Volgens klaagster heeft de huisarts leugens verspreid over klaagster en heeft de huisarts haar beroepsgeheim geschonden. Uit de inhoud van de telefonische contacten, kan niet worden afgeleid dat er leugens of onwaarheden over klaagster zijn verspreid. De huisarts heeft het medisch dossier gedeeld met klaagsters letseladvocaat, maar dit was op uitdrukkelijk verzoek van klaagster met machtiging. Nu er sprake was van toestemming, heeft de huisarts haar beroepsgeheim niet geschonden. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4021

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is vanwege buikpijn en koorts via de Spoedeisende Hulp (SEH) opgenomen geweest in het ziekenhuis. Na verschillende onderzoeken werd de werkdiagnose gecompliceerde urineweginfectie gesteld en werd klaagster met antibiotica naar huis gestuurd. Een week later heeft klaagster opnieuw de SEH bezocht vanwege aanhoudende pijn en koorts. De arts heeft klaagster daar als ANIOS onder supervisie van een internist beoordeeld, waarbij zij niet tot een duidelijke diagnose kwamen en een gynaecologisch consult hebben aangevraagd. Uiteindelijk bleek na het maken van een CT-scan dat sprake was van een abces op basis van een geperforeerde blindedarmontsteking. Klaagster verwijt de arts dat zij de diagnose blindedarmontsteking heeft gemist. Het college overweegt dat de arts de anamnese heeft afgenomen en passend lichamelijk onderzoek heeft verricht. Zij heeft ook overlegd met haar supervisor en verder onderzoek in gang gezet, aan de hand waarvan de blindedarmontsteking is vastgesteld. De arts heeft de juiste diagnostische stappen gezet, en is daarmee op een zorgvuldige wijze tot de juiste diagnose gekomen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4015

    Ongegronde klacht tegen een arts. Klaagster is door de arts gezien op de Spoedeisende Hulp vanwege buikpijn en koorts. De arts was op dat moment werkzaam als arts niet in opleiding tot specialist (ANIOS) en werkte onder supervisie. Klaagster verwijt de arts dat zij de diagnose blindedarmontsteking heeft gemist. Het college overweegt dat de arts als ANIOS het beleid in overleg met de dienstdoende internist als haar supervisor diende te bepalen en bij bijzonderheden de supervisor diende te raadplegen. Gebleken is dat zij dat heeft gedaan. Het college is van oordeel dat de arts op een voldoende zorgvuldige wijze klaagster heeft onderzocht en tot haar (voorlopige) diagnose is gekomen. Gezien haar bevindingen bij het onderzoek en haar overleg met de supervisor, valt het haar niet tuchtrechtelijk te verwijten dat zij niet heeft gedacht aan een blindedarmontsteking. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:15 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-642/DB/LI

    Advocaat heeft cliënt in een huurkwestie niet gewezen op de risico’s en kansen in een procedure, heeft zijn cliënt niet gewezen op de noodzaak van onderzoek naar en bewijs van gebreken aan zijn woning. Advocaat heeft cliënt niet gewezen op de risico’s van opschorting van huurbetaling, waaronder ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming. Gelet ernst van het tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, de negatieve gevolgen daarvan voor de cliënt en de eerder aan verweerder opgelegde tuchtrechtelijke maatregelen legt de raad de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van 1 week op.Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing van 1 week, proeftijd 2 jaar.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:41 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4056

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een physician assistant. Klaagster is geopereerd in verband met een geperforeerde blindedarmontsteking. De physician assistant was na de operatie betrokken bij de opname van klaagster Zij verwijt hem dat hij na de operatie lange tijd geen CT-scan heeft willen maken en niet naar haar heeft geluisterd. Op het moment dat er wel een CT-scan werd aangevraagd bleek er sprake van abcesvorming in het operatiegebied. Naar het oordeel van het college heeft de physician assistant gehandeld zoals van een redelijk bekwame en redelijk handelende physician assistant mag worden verwacht. Zij heeft haar bevindingen en het beleid zorgvuldig genoteerd in het dossier, dit beleid is verdedigbaar en de physician assistant heeft waar nodig overleg gevoerd met de regiebehandelaar. Dat zij niet geluisterd heeft naar klaagster is het college niet gebleken. Klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4711

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster belde de spoedlijn van de huisartsenpraktijk vanwege hevig (vaginaal) bloedverlies bij het plassen. Volgens klaagster heeft de huisarts haar ten onrechte medicatie voorgeschreven zonder haar te hebben gezien. Uit de aantekening in het medisch dossier blijkt dat er overleg is geweest met een andere huisarts. Geen aanwijzingen dat verweerster betrokken was bij de behandeling van klaagster. Omdat klaagster de verkeerde huisarts heeft aangeklaagd, is de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4022

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Klaagster is vanwege buikpijn en koorts via de Spoedeisende Hulp (SEH) opgenomen geweest in het ziekenhuis. Na verschillende onderzoeken werd de werkdiagnose gecompliceerde urineweginfectie gesteld en werd klaagster met antibiotica naar huis gestuurd. Een week later heeft klaagster opnieuw de SEH bezocht vanwege aanhoudende pijn en koorts. Er werd een gynaecologisch consult verricht, waaruit geen duidelijke diagnose naar voren kwam. Daarbij was de gynaecoloog als supervisor betrokken. Uiteindelijk bleek na het maken van een CT-scan dat er sprake was van een abces op basis van een geperforeerde blindedarmontsteking. Klaagster verwijt de gynaecoloog dat hij de diagnose blindedarmontsteking heeft gemist. Het college is van oordeel dat de gynaecoloog in voldoende mate invulling heeft gegeven aan zijn taak als supervisor door de bevindingen van de beide betrokken AIOS met hen te bespreken en het te voeren beleid te accorderen. In het algemeen is het gebruikelijk dat een arts verschillende onderzoeken doet om zo tot een definitieve diagnose te komen. De gynaecoloog kan hierover geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4016

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-reumatoloog. Klaagster is door een arts niet in opleiding (ANIOS) gezien op de Spoedeisende Hulp (SEH) vanwege buikpijn en koorts. De internist was de supervisor van deze ANIOS. Klaagster verwijt de internist dat hij de diagnose blindedarmontsteking heeft gemist. De ANIOS heeft klaagster op de SEH lichamelijk onderzocht en de laboratoriumuitslagen bekeken. De ANIOS heeft vervolgens overleg gevoerd met de internist als haar supervisor. Het college is van oordeel dat er voor de internist geen reden was om nadere vragen te stellen of klaagster zelf te bezoeken, omdat niet gebleken is dat de ANIOS bij haar onderzoek belangrijke gegevens over het hoofd heeft gezien. De internist mocht – en moest – op basis van de hem door de ANIOS gegeven informatie beslissen. Dat hij op basis daarvan niet aan een blindedarmontsteking heeft gedacht, kan hem niet tuchtrechtelijk worden verweten, omdat er op dat moment onvoldoende aanleiding was om een blindedarmontsteking te vermoeden. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:16 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-621/DB/LI

    Advocaat heeft door zijn (voormalige) cliënt in een stafzaak op basis van niet meer geldende regelgeving, onjuist te informeren over de beëindiging van de voorlopige hechtenis indien in die strafzaak nog niet onherroepelijk is beslist, niet de nodige (na)zorg betracht die van hem als redelijk advocaat verwacht had mogen worden.Klacht gegrond, waarschuwing