Zoekresultaten 9831-9840 van de 45167 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:80 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2124-2020/245

    Klager verwijt zijn voormalig psychiater dat zij hem onjuist heeft begeleid bij het voorschrijven en veranderen van medicatie, slecht en nalatig leiding heeft gegeven aan de behandeling en niet heeft meegewerkt aan het verwijzen voor een CT-scan of MRI. De psychiater voert verweer; zij stelt onder andere dat klager, tegen haar advies in, de lage dosering antipsychoticum en antidepressivum toen hij psychotisch werk. Zij heeft dosisverhoging gestimuleerd en contact onderhouden met het het steunsysteem van klager. Het college verklaart de kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2021:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2126-2020/246

    Klager dient een klacht in tegen een verpleegkundige met het verwijt dat hij ongepaste, oneerlijke en suggestieve vragen heeft gesteld die gingen over privé aangelegenheden en over zaken die geen rol speelden bij klager. Verweerder heeft daardoor het wantrouwen van klager gewekt en zijn integriteit in twijfel getrokken. Verweerder stelt dat de door hem gestelde vragen over drank- en drugsgebruiken tot de standaard uit te stellen vragen horen, omdat die zaken vaak een rol spelen bij decompensatie. Hij heeft die vragen gesteld omdat hij zich zorgen maakte over klager; het was niet zijn bedoeling hem te kwetsen. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2021:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/107

    Klacht tegen plastisch chirurg. Klaagster heeft zich tot de kliniek waar beklaagde werkt, gewend voor een borstprothesewissel en een borstlift. Deze operatie is niet doorgegaan, omdat tijdens het preoperatieve gesprek met een anesthesieverpleegkundige bleek dat klaagster lithium gebruikt. Dit is een contra-indicatie voor een ingreep binnen de kliniek. Klaagster is vervolgens verwezen naar een ziekenhuis, alwaar de operatie pas veel later kon plaatsvinden dan in de kliniek was gepland. Klaagster verwijt beklaagde dat hij 1) een operatie plande zonder naar haar medicatiegebruik te vragen, 2) de afdeling anesthesie niet had geïnformeerd over de ontvangen medicijnlijst en 3) geen aanvraag tot vergoeding van de ingreep had ingediend bij de verzekeraar. Het college is van oordeel dat de drie verwijten alle onterecht zijn. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:191 Raad van Discipline Amsterdam 21-150/A/A

    Gegrond verzet omdat de voorzitter in haar beslissing van een onjuiste maatstaf is uitgegaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:192 Raad van Discipline Amsterdam 21-287/A/NH

    Deels gegronde klacht over de voormalige eigen advocaat. Verweerder heeft in strijd gehandeld met gedragsregel 15 lid 1 door tegen klaagster op te treden. Dat valt hem tuchtrechtelijk te verwijten. Berisping en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:189 Raad van Discipline Amsterdam 21-581/A/NH

    Verweerder heeft in zijn hoedanigheid van deken het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad door niet te reageren op een door klager ingediende vraag.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2021:151 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-938/DH/DH

    Raadsbeslissing. Verweerder heeft tweemaal een geldgedrag overgemaakt aan klager. Van ronselen, zoals klager stelt, is niet gebleken. De raad is van oordeel dat het overmaken van kleine bedragen aan een cliënt niet automatisch een schending van de hiervoor genoemde kernwaarden oplevert. Van slechte bijstand aan klager is de raad niet gebleken. Hoewel sprake is van een schending van gedragsregel 16, acht de raad klager daardoor niet in zijn belangen geschaad. Klacht in beide onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2021:190 Raad van Discipline Amsterdam 21-236/A/NH

    Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Er is geen sprake van een tegengesteld belang en verweerder is ook niet tegen klagers opgetreden, zodat niet valt in te zien op grond waarvan het verweerder tuchtrechtelijk te verwijten valt dat hij zijn cliënten is blijven bijstaan. Ook niet gebleken dat verweerder de wet heeft overtreden.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:132 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200278

    Klacht tegen eigen advocaat. De door de raad gegrond verklaarde klachtonderdelen hebben betrekking op de communicatie en voorlichting over de werkzaamheden van verweerster en de daarbij behorende kosten. Het hof oordeelt dat verweerster er terecht op heeft gewezen dat de in de conceptdagvaarding opgenomen vordering nog niet definitief was. Door een conceptdagvaarding aan klager te verstrekken kon verweerster toetsen of de door haar ingezette route op de instemming van klager kon rekenen. Hoewel verweerster aanvullend een expliciete bevestiging aan klager had kunnen vragen of zij op deze route moest verdergaan, betekent het achterwege laten daarvan niet dat zij dusdanig is tekortgeschoten dat haar een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Ten aanzien van de voorlichting over de kosten moet het, gelet op de inhoud van de conceptdagvaarding, voor klager duidelijk zijn geweest dat de mogelijke opbrengst aanmerkelijk lager zou zijn dan door hem oorspronkelijk was ingeschat. Voor klager waren de kosten inzichtelijk door de maandelijks verzonden declaraties. Klager is daardoor in de gelegenheid geweest een afweging te kunnen maken tussen de kosten en mogelijke baten. Het hof verklaart de klachtonderdelen alsnog ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2021:133 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 210015

    Klacht tegen eigen advocaat. Het hof stelt vast dat verweerder aan klagers geen schriftelijke opdrachtbevestiging heeft verstrekt. Daarvoor was, ter voorkoming van misverstand, onzekerheid of geschil, wel alle aanleiding. Evenmin is gebleken dat door verweerder vooraf schriftelijk uitleg is gegeven over het uurtarief van verweerder en de te verwachten kosten voor de niet nader omschreven bijstand. Verweerder heeft voorts nagelaten (schriftelijk) advies te geven over de vraag of uit proceseconomisch oogpunt klagers er niet beter aan deden te schikken in plaats van verder te procederen. In de gegeven omstandigheden had van verweerder als professioneel handelend advocaat verwacht mogen worden dat hij zijn cliënten op de risico’s had gewezen van doorprocederen en klagers had geadviseerd een schikking te treffen. Verweerder had zich bovendien in het voortraject actiever moeten bemoeien met of ieder geval zich beter op de hoogte moeten laten stellen van de voortgang in de schikkingsonderhandelingen tussen partijen zelf. Daarnaast heeft verweerder zonder de reactie van klagers af te wachten een rapport als productie in de procedure ingebracht. Voor verweerder als opdrachtnemer heeft als algemeen uitgangspunt te gelden dat er geen stukken worden verstuurd of ingebracht zonder toestemming van een cliënt. Het verweer van verweerder dat hij snel moest acteren en die ochtend niet kon wachten op een reactie van klagers faalt. Vernietiging van de beslissing Raad van Discipline, voor zover de maatregel van berisping is opgelegd. Oplegging voorwaardelijke schorsing van 2 weken.