Zoekresultaten 13721-13730 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:31 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/649433 DW/RK 18/320

    Verzet ongegrond. Het betreft een executiegeschil waarin tuchtrechter niet bevoegd is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:25 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650217 DW/RK 18/343

    Beslissing op verzet. Verzet ongegrond. Voorzitters beslissing ten aanzien van reageren op correspondentie, ministerieplicht, klachten niet ontvankelijk want meer dan drie jaar na dato ingediend is op juiste gronden genomen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:78 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.333

    Klacht tegen gz-psycholoog. Op verzoek van het OM heeft een psychiater in een rapportage-advies geadviseerd een dubbele Pro Justitia rapportage door een psychiater en verweerster te laten uitbrengen. Klaagster verwijt verweerster dat zij niet duidelijk heeft aangegeven waar klaagster van werd verdacht, dat de inhoud van de rapportage bewust geheim is gehouden en voorts dat de rapportage meerdere onwaarheden bevat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:32 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/650403 DW/RK 18/352

    Verzet ongegrond. Kosten executie leiden tot verhoging van de vordering. Niet gesteld of gebleken dat Btag niet is nageleefd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/654770 DW/RK 18/514

    Verzet vijf maanden te laat ingediend. Klager heeft zijn verzetschrift naar een onjuist emailadres gestuurd. Het ligt op de weg van klager zijn verzetschrift juist te adresseren. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:79 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.334

    Klacht tegen psychiater. Op verzoek van het OM heeft een (andere) psychiater in een rapportage-advies geadviseerd een dubbele Pro Justitia rapportage door een gz-psycholoog en verweerder te laten uitbrengen. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet duidelijk heeft aangegeven waar klaagster van werd verdacht, dat de inhoud van de rapportage bewust geheim is gehouden en voorts dat de rapportage meerdere onwaarheden bevat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:16 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1831a

    Psychiater wordt onder meer verweten dat een behandelplan nooit met klaagster is besproken, dat hij zonder haar toestemming medicatie heeft gegeven die haar verdoofde, dat hij zonder haar toestemming haar patiëntendossier aan de huisarts heeft gegeven en dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/633332 DW/RK 17/773

    De gerechtsdeurwaarder heeft een fout heeft gemaakt, maar heeft deze tijdig (alvorens de klacht werd ingediend) erkend en de gevolgen opgeheven. Hij heeft snel en adequaat gereageerd. Klager heeft geen belang meer bij de klacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/379

    Klaagster verwijt verweerder, psychiater en psychotherapeut, verklaringen over haar kind, haarzelf en haar gezin te hebben afgegeven aan de vader. De verklaringen berusten volgens klaagster op eenzijdige informatie en ook heeft verweerder uitspraken gedaan over het kind, zonder dit ooit gezien te hebben. De verklaringen zijn gebruikt in gerechtelijke procedures en stonden in de weg aan een constructieve samenwerking, aldus klaagster. Verweerder voert verweer. Gedeeltelijk gegrond, maatregel van berisping

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:17 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1888

    Klaagster zet de klacht voort die door haar -inmiddels door zelfdoding om het leven gekomen- moeder en broer tegen de psychiater was ingediend. Hem wordt verweten dat hij zonder gedegen onderbouwing mensen diagnosticeert en daarbij de eerder door collega-psychiaters zorgvuldig gestelde diagnoses van tafel heeft geveegd. Bovendien heeft hij de broer niet in aanmerking laten komen voor ECT (elektroconvulsietherapie). De conclusie van verweerder ten aanzien van de moeder was niet, althans onvoldoende gefundeerd overeenkomstig de Multidisciplinaire richtlijn “diagnostiek en behandeling van autisme-spectrumstoornissen bij volwassenen”. De conclusie van verweerder dat de broer geen indicatie had voor ECT, was op dat moment niet juist. Er was immers sprake van een voorlopig oordeel, dat nog nader moest worden getoetst. Verweerder heeft de broer niet volledig heeft geïnformeerd. Geen blijk van inzicht te hebben in de ernstige verwijtbaarheid van zijn handelen of nalaten. Berisping en publicatie in tijdschriften.