ECLI:NL:TGDKG:2019:26 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/654770 DW/RK 18/514

ECLI: ECLI:NL:TGDKG:2019:26
Datum uitspraak: 18-01-2019
Datum publicatie: 04-04-2019
Zaaknummer(s): C/13/654770 DW/RK 18/514
Onderwerp: Andere werkzaamheden (art. 20 Gdw)
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Verzet vijf maanden te laat ingediend. Klager heeft zijn verzetschrift naar een onjuist emailadres gestuurd. Het ligt op de weg van klager zijn verzetschrift juist te adresseren. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

Beslissing van 18 januari 2019 zoals bedoeld in artikel 39, vierde lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de beschikking van 24 april 2018 met zaaknummer C/13/632535 / DW RK 17/724 en het daartegen ingestelde verzet met zaaknummer C/13/654770/ 18/514 MdV/RH:

[..] ,

wonende te [..],

klager,

tegen:

[..],

gerechtsdeurwaarder te [..],

beklaagde.

1. Ontstaan en verloop van de procedure

Bij brief, met bijlagen, ingekomen op 18 juli 2017, heeft klager een klacht ingediend tegen de gerechtsdeurwaarder. Bij brief, ingekomen op 16 augustus 2017, heeft de gerechtsdeurwaarder een verweerschrift ingediend.

Bij beslissing van 24 april 2018 heeft de voorzitter de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Klager is een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden bij brief van 24 april 2018. Bij brief van 22 september 2018, ontvangen op 25 september 2018, heeft klager verzet ingesteld tegen de beschikking van de voorzitter.  Het verzetschrift is behandeld ter openbare zitting van 7 december 2018 alwaar klager is verschenen. De gerechtsdeurwaarder heeft voorafgaand aan de zitting meegedeeld niet te zullen verschijnen. Van de behandeling ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. De uitspraak is bepaald op 18 januari 2019.

2. De ontvankelijkheid van het verzet

2.1 Het verzet dient op grond van de wet te worden ingediend binnen veertien dagen na verzending van de brief met de beslissing van de voorzitter. Die beslissing is verzonden bij brief van 24 april 2018. De termijn begon daarmee te lopen op 25 april 2018 en eindigde op 8 mei 2018. Klager heeft op 30 april 2018 een e-mailbericht verzonden waaruit kan worden opgemaakt dat hij in verzet gaat tegen de beslissing van 24 april 2018. Klager heeft echter dit e-mailbericht verzonden naar een onjuist e-mail adres. Pas per brief van 22 september 2018 heeft klager zijn e-mailbericht van 30 april 2018 toegestuurd aan de kamer. Het verzet is daarmee gedaan buiten de termijn van veertien dagen zodat klager in het verzet niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.

2.2 Door klager zijn geen omstandigheden aangevoerd die maken dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Het ligt op de weg van klager ervoor zorg te dragen dat hij het verzetschrift juist adresseert zodat zijn verzetschrift op tijd wordt ontvangen door de kamer.

2.3 Gelet op het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING:

De kamer voor gerechtsdeurwaarders:

-      verklaart klager niet ontvankelijk in het verzet.

Aldus gegeven door mr. W.M. de Vries, plaatsvervangend voorzitter, mr. M. Nijenhuis en A.M. Maas, leden, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 januari 2019, in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing staat op grond van het bepaalde in artikel 39, lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet geen rechtsmiddel open.