Zoekresultaten 20371-20380 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:217 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-380/DH/DH

    Klacht tegen advocaat wederpartij. De raad komt tot de slotsom dat verweerder, doordat de afdelingen notariaat en advocatuur binnen hetzelfde kantoor waar verweerder werkzaam is voor èn tegen (leden van) dezelfde familie werkzaamheden hebben verricht, een schijn van belangenverstrengeling heeft opgeroepen. De klacht is gegrond. Verweerder heeft direct nadat klaagster haar klacht had ingediend zijn werkzaamheden gestaakt. Voorts heeft hij, hoewel de deken had aangegeven dat het hem vrijstaat om voor klaagsters broer op te treden in het geschil met de erven, zichzelf alsnog teruggetrokken omdat klaagster aangaf dat zij hiermee niet akkoord ging en de klacht aan de raad voorlegde. Bovendien heeft verweerder geen tuchtrechtelijk verleden. Dit alles heeft de raad mee laten wegen in zijn beslissing om af te zien van het opleggen van een maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:218 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-481/DH/RO

    Kwaliteitsklacht tegen eigen advocaat. De advocaat draagt de volledige verantwoordelijkheid voor de behandeling van de zaak. Dat in de stuitingsbrief niet staat vermeld dat deze aangetekend is verzonden en dat het verzendbewijs is zoekgeraakt en daardoor niet tijdig in de procedure is ingebracht ten bewijze van het stuiten van de verjaring, komt daarmee voor rekening en risico van verweerder. Verweerder heeft voorts geen opdrachtbevestiging opgemaakt. Klacht deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing. Kostenveroordeling t.b.v. klaagster en de NOvA.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:250 Raad van Discipline Amsterdam 16-1065/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat vereffenaar. Er heeft nimmer een advocaat-cliëntrelatie bestaan. Verweerder behoefde derhalve geen verantwoording aan klager af te leggen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/29

    Beoordeling wilsbekwaamheid bij verlenen volmacht door moeder (82) aan oudste dochter. Klaagster (jongere dochter) had na eerste contact van moeder met notaris telefonisch aan notaris meegedeeld dat moeder dementeerde, dat zij om die reden was opgenomen in een woonzorgcentrum, dat sprake was van zorgindicatie ZZP 5 en dat er tussen de vier dochters geen overeenstemming bestond over de vraag hoe de (financiële) belangen van moeder het beste zouden kunnen worden behartigd. In de gegeven omstandigheden had het op de weg van de notaris gelegen om nader onderzoek te (laten) verrichten naar de wilsbekwaamheid van moeder, bijvoorbeeld door navraag te doen naar het genoemde indicatiebesluit dat had geleid tot plaatsing in het woonzorgcentrum. Opmerking verdient dat niet is gesteld of gebleken dat er bij het verlenen van de volmacht sprake was van tijdsdruk die in de weg zou staan aan dergelijk onderzoek. Naar het oordeel van de kamer had het bovendien op de weg van de notaris gelegen om ervoor te zorgen dat hij moeder onder vier ogen zou spreken om zich er, meer dan hij heeft gedaan, van te vergewissen dat de besproken volmacht in overeenstemming was met haar wil en dat zij daarbij niet werd beïnvloed door anderen en zeker niet door de dochter die haar telkens vergezelde en aan wie de volmacht werd afgegeven. Dit geldt eens te meer nu de notaris wist dat de dochters het onderling niet eens waren over de betreffende volmacht. Nu de notaris geen nader onderzoek heeft verricht en hij moeder niet onder vier ogen heeft gesproken, is de kamer van oordeel dat hij niet de vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder met betrekking tot het verlenen van de volmacht. Waarschuwing en besluit tot openbaarmaking van opgelegde maatregel.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:95 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 443.2015

    Klacht over de vergoeding die een stagiair van de opleiding tot gerechtsdeurwaarder van een gerechtsdeurwaarder ontvangt. Klager is niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van voldoende eigen belang.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:29 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/38

    Notaris heeft niet gereageerd op aangetekende brief van klager over dossier dat een jaar eerder was gesloten. Van een notaris mag worden verwacht dat hij kennis neemt van de inhoud van de aan hem gerichte correspondentie en daar zo nodig deugdelijk en tijdig op reageert. Dat de notaris de inhoud van de brief enkel voor kennisgeving heeft aangenomen en deze niet heeft beantwoord, acht de kamer in de gegeven (in de beslissing omschreven) omstandigheden van onvoldoende gewicht om dit onderdeel van de klacht gegrond te verklaren. 

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:96 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 808.2016

    Opdracht niet voortvarend uitgevoerd. Oplegging van berisping met aanzegging.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:214 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-887/DH/DH

    Wrakingsverzoek. Op grond van vaste jurisprudentie kunnen slechts feiten of omstandigheden die de persoon van de tuchtrechter betreffen grond zijn voor wraking. In de onderhavige zaak is een fout gemaakt door de griffie van de raad. Daaraan ligt geen enkele voorafgaande beslissing dan wel handelen of nalaten van de gewraakte tuchtrechters ten grondslag. Het wrakingsverzoek is kennelijk ongegrond en wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2016:30 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/34 en 35

    Openbare verkoop registergoederen. Hypotheekhoudster verkrijgt toestemming van de voorzieningenrechter om registergoederen zelf onderhands te kopen. Omdat klagers een deel van de door hypotheekhoudster gestelde vordering uitdrukkelijk hebben betwist, hebben zij de notaris vervolgens bij herhaling gevraagd de netto-opbrengst bij een bewaarder te storten totdat duidelijk was of deze opbrengst al dan niet volledig aan de hypotheekhoudster toekwam. Daarna heeft de voorzieningenrechter op verzoek van de hypotheekhoudster een goedkeurende verklaring afgegeven als bedoeld in 3:270 lid 3 BW en zijn de registergoederen aan de hypotheekhoudster geleverd onder verrekening van de koopsom “met de openstaande vordering die koper heeft op de rechthebbende”. Naar het oordeel van de kamer had de notaris niet “blind” mogen afgaan op de goedkeurende verklaring ex 3:270 lid 3 BW maar had hij in de gegeven omstandigheden ernstige redenen moeten hebben om te vermoeden dat de door de voorzieningenrechter afgelegde verklaring onjuist was. Vervolgens had de notaris, overeenkomstig het bepaalde bij 3:270 lid 4 BW, gebruik kunnen maken van de mogelijkheid om de uitkering aan de hypotheekhoudster op te schorten totdat de in het derde lid van dat artikel aangewezen voorzieningenrechter op vordering van de meest gerede partij of op vordering van de notaris omtrent de uitkering had beslist. Dat de notaris, die immers ook de belangen van (de onderneming van) klagers als eigenaar van het te veilen goed diende te behartigen, daarvoor in de gegeven omstandigheden geen aanleiding heeft gezien, acht de kamer verwijtbaar. Daarbij wordt mede in aanmerking genomen dat niet is gesteld of gebleken dat de hypotheekhoudster de koopprijs aan de notaris heeft betaald. De notaris heeft deze verrekend met de door de hypotheekhoudster gestelde vordering. Op grond van 3:270 lid 1 BW is de koper, waaronder ook de executerende hypotheekhoudster die als koper optreedt, echter gehouden de koopprijs te voldoen in handen van de notaris; bij een onderhandse verkoop dient de koopprijs te worden gestort op de derdengeldenrekening van de notaris die de akte heeft verleden. De hypotheekhoudster is de koopprijs immers verschuldigd aan de notaris, die deze koopsom niet ontvangt ten behoeve van de schuldenaar, maar ten behoeve van de gezamenlijke belanghebbenden. De notaris treedt hierbij niet op als vertegenwoordiger van de hypotheekhoudster, maar als openbaar ambtenaar. Daarom is er geen sprake van een “schuld jegens dezelfde wederpartij” zoals voor verrekening vereist op grond van artikel 6:127 BW. Aangezien niet de hypotheekhoudster maar de notaris de opbrengst verdeelt, heeft de hypotheekhoudster, zelfs al treedt hij bij de verkoop zélf op als koper, geen mogelijkheid tot verrekening. Waarschuwing voor zowel de notaris als de kandidaat-notaris die de akte als waarnemer van de notaris heeft gepasseerd. Klachtonderdeel m.b.t. toepassing verleggingsregeling ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:215 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-100/DH/RO-b

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Een deel van de klachtonderdelen is door klager onvoldoende onderbouwd. Met betrekking tot het verwijt dat verweerder een geheimhoudingsverplichting zou hebben geschonden overweegt de raad dat deze verplichting zich niet richt tot de cliënt van verweerder in het onderhavige geschil. De cliënt en verweerder kan daarom geen schending van enige geheimhoudingsverplichting worden verweten. Klacht in al haar onderdelen ongegrond.