Zoekresultaten 20451-20500 van de 45087 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-458/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het contact heeft (steeds) op initiatief van klaagster plaatsgevonden. Gelet daarop kan niet worden geconcludeerd dat verweerder zich met klaagster ‘in verbinding heeft gesteld’ als bedoeld in gedragsregel 18. Klacht ook voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-521/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat aangaande bijstand in een strafprocedure kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/287

    Klager verwijt verweerder onder andere een schending van privacy en het negeren van bestaande medische protocollen. Concentratie van klacht. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht. Naar het oordeel van het college had klager gelijktijdig met een eerder door hem ingediende tuchtklacht de onderhavige klacht tegen de aangeklaagde kunnen indienen. Klager was reeds toen op de hoogte van de nu door hem gestelde fouten van aangeklaagde.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-484/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van ex-partner. Verweerster is gebleven binnen de brandbreedte van professioneel gedrag. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-397/DH/DH-a

    voorzittersbeslissing. klacht deels kennelijk niet ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. zie ook de samenhangende klacht tegen de klachtfunctionaris met nummer 17-397/DH/DH-b

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:186 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-318/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder is bij het behartigen van de belangen van zijn cliënte gebleven binnen de bandbreedte van professioneel gedrag. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de belangen van klager niet nodeloos geschaad. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-156/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft al eerder een klacht ingediend over de door verweerder verleende rechtsbijstand in klagers arbeidsgeschil met B.V. X. Nieuwe feiten zijn gesteld noch gebleken. Voor zover klager in de eerdere klachtprocedure niet alle klachten ten aanzien van verweerders bijstand in het arbeidsgeschil naar voren heeft gebracht, komt dat voor zijn rekening. Nieuwe klachten die daarop betrekking hebben worden alleen in behandeling genomen als het onmogelijk was deze in de eerdere procedure al mee te nemen. Daarvan is niet gebleken. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-267/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-219/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter valt niet in te zien waarom het, in het kader van de beoordeling van de oorspronkelijke klacht, volgens verweerder nodig was om een op klager betrekking hebbend strafvonnis en een ontslagbrief (integraal) aan de deken te sturen. Er is derhalve sprake geweest van schending van klagers privacy. Nu de deken een geheimhoudingsplicht heeft, is de schending evenwel zeer beperkt gebleven. Aangezien er voorts is gesteld noch gebleken dat hieruit schade voor klager is voortgevloeid, ziet de voorzitter aanleiding het te laten bij de enkele constatering, en daar geen verdere gevolgen aan te verbinden. Klacht ook voor overigens kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-032/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond voor zover deze jegens verweerster is ingediend. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover deze is gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerster werkzaam is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:201 Raad van Discipline Amsterdam 17-567/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van curator. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:202 Raad van Discipline Amsterdam 17-556/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:62 Accountantskamer Zwolle 16/1441 Wtra AK

    Klachten over de controle van de jaarrekeningen over een tweetal jaren. De controle over het tweede jaar is nog niet afgerond maar betrokkene heeft in het accountantsverslag dat aan de directie en de Raad van Commissarissen is gestuurd, onder de kop “Controleverklaring” vermeld dat een aantal posten nader wordt onderbouwd, maar al wel met hem is besproken, en dat hij verwacht na afronding van de werkzaamheden een goedkeurende controleverklaring over het boekjaar te verstrekken. Klachten ontvankelijk. Dat de posten waarover wordt geklaagd in het accountantsverslag staan brengt niet mee dat klaagsters een vermoeden hadden van tekortschieten, aangezien uit het verslag niet kan worden afgeleid over welke controle-informatie betrokkene beschikte. Als de onderbouwing van een goedkeurende verklaring bij een jaarrekening gelijkluidend is aan de onderbouwing van de goedkeurende verklaringen over eerdere jaren wil dat niet zeggen dat de termijnen van artikel 22 lid 1 Wtra al aanvangen bij het kennis nemen van die eerdere onderbouwingen. Klachten gedeeltelijk gegrond. Onvoldoende betrouwbare controle-informatie vergaard over de post onderzoek en ontwikkeling, waarin forse bedragen zijn begrepen die betrekking hadden op interne uren van eigen personeel. Betrokkene heeft nagelaten aan de orde te stellen bij de directie dat bepaling van de realiseerbare waarde van nog niet in gebruik genomen projecten achterwege was gebleven. Hij had ook moeten aandringen op impairment testing van de post goodwill in de conceptjaarrekening. Betrokkene had moeten opmerken dat latente belastingvorderingen en acute belastingverplichtingen gesaldeerd in de balans waren opgenomen. Bij de controle van de post machines en inventaris zijn de werkzaamheden bedoeld in paragraaf 8 van Standaard 500 van de NVCOS niet verricht. Meerdere tekortkomingen bij de controle van de post voorraden, de post onderhanden werk en de resultaatneming van inkoopbonussen. De verwachtingen die werden gewekt in het accountantsverslag werden niet gerechtvaardigd door de werkzaamheden die waren uitgevoerd in het kader van de controle op de hantering van de continuiteitsveronderstelling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 060/2017

    Klacht tegen neuroloog. Klacht gedeeltelijk verjaard en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder heeft op goede gronden tot de waarschijnlijkheidsdiagnose epilepsie kunnen komen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/318122 KL RK 17-39

    De gedragingen die klaagster de notaris verwijt houden geen rechtstreeks verband met de werkzaamheden die de notaris – betrokken bij de boedelafwikkeling - in het kader van zijn ambtsuitoefening verricht heeft of die voor een notaris onbetamelijk zijn. Ook stond het de notaris vrij – gelet op stadium waarin de afwikkeling verkeerde, alsnog van het bewind af te zien. Klacht ook op overige onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:204 Raad van Discipline Amsterdam 17-557/A/A

    Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht over eigen advocaat. Niet gebleken dat klager verweerster opdracht heeft gegeven om de zaak voor te leggen aan de gewone rechter. Dat zij dat niet heeft gedaan valt haar dan ook niet tuchtrechtelijk te verwijten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-487/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond omdat door advocaat is betwist en niet is gebleken dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen cliënt en advocaat.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:163 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-016/DB/OB

    Verzetbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:174 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-364/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klaagster sub 2 en klaagster sub 3 hebben geen rechtstreeks belang bij de klacht. De klacht is in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Voor zover de klacht is ingediend namens klager sub 1 is deze kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-1001/DB/LI

    Klager verwijt verweerder dat hij in zijn hoedanigheid van deken onvoldoende toezicht heeft gehouden op mr. H., ex-echtgenote van verweerder. Mr. H. zou de derdengeldenrekening van haar kantoor hebben gebruikt om zwart geld weg te sluizen. Verweerder heeft onderzoek naar mutaties gedaan, maar klager heeft op geen enkele wijze aannemelijk weten te maken dat gelden die aan klager zouden toebehoren, van de derdengeldenrekening van de stichting Derdengelden van mr. H. zijn verdwenen. In verzet zijn door klager geen nieuwe gezichtspunten naar voren gebracht. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:256 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.350

    Klacht tegen een psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld bij de behandeling van de dochter van klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege stelt voorop dat het in deze tuchtrechtprocedure gaat om het vaststellen van mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de psychiater waarvoor klager zelf de feiten moet aandragen. Omdat klager geen afschrift van het medisch dossier van patiënte heeft ingezien of ontvangen is het voor hem nagenoeg onmogelijk om de feiten te onderbouwen waarop zijn klacht kennelijk berust. Als de feiten die aan de klacht ten grondslag liggen niet komen vast te staan, kan die klacht in beginsel niet gegrond verklaard worden. Dit berust niet hierop dat het woord van klager minder geloof verdient dan het woord van de psychiater (die van de GGZ-instelling ten behoeve van zijn verweer wel inzage in het medisch dossier van patiënte heeft gekregen) maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat bepaalde gedragingen van de psychiater hem tuchtrechtelijk kunnen worden verweten, eerst aannemelijk moet zijn geworden dat feitelijk sprake is van zodanige gedragingen. Dat is hier niet het geval. Dat leidt tot de conclusie dat de klacht niet gegrond verklaard kan worden en dus moet worden afgewezen. Het Regionaal Tuchtcollege is tot hetzelfde oordeel gekomen. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:175 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-098/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:165 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-480/DB/ZWB

    Klaagster was geen partij in de procedure en haar belangen zijn geschaad. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:257 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.085

    Klacht tegen een (kinder- en jeugd)psychiater. Klager verwijt de psychiater dat hij zich tegenover klager niet heeft gehouden aan de regels van een zorgvuldige, betamelijke beroepsuitoefening en dat hij het beroepsgeheim heeft geschonden. Verweerder heeft vérgaande uitspraken gedaan over klager in een verslag aan de huisarts van de ex-partner, zonder dat verweerder persoonlijk contact met klager en zijn dochter heeft gehad. Verweerder baseert zich daarbij op informatie die hij niet in bezit hoorde te hebben. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de psychiater de maatregel van berisping opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege komt grotendeels tot dezelfde bevindingen als het Regionaal Tuchtcollege. De klacht is gegrond. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing maar uitsluitend voor zover aan de psychiater de maatregel van berisping is opgelegd. In zoverre opnieuw rechtdoende, legt het Centraal Tuchtcollege de psychiater de maatregel op van voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden en gelast het Centraal Tuchtcollege publicatie van deze beslissing. De verzwaring van de opgelegde sanctie is mede ingegeven door het feit dat de psychiater het foutieve van zijn handelen nauwelijks lijkt in te zien.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:176 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-027/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen deken kennelijk ongegrond. Door klager te wijzen op het belang van het aanleveren van bewijsstukken, is verweerder hem juist behulpzaam geweest. Bovendien is het aan een deken om te bepalen of na de sluiting van het onderzoek ingekomen brieven van partijen al dan niet worden geretourneerd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:166 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17 - 223/DB/LI

    In strijd gehandeld met gedragsregel 12 door confraternele correspondentie te overleggen. Niet gebleken dat verweerder driemaal niet telefonisch bereikbaar was voor klager. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zitting bij te wonen en daar te reageren op aanhoudingsverzoek. Van een geannuleerde zitting was geen sprake en verweerder heeft gehandeld in het belang van zijn cliënte. Deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:258 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.163

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klaagster, die in een woonzorgcentrum verbleef en op 1 oktober 2015 is overleden. Klaagster heeft en veelheid aan klachten ingediend tegen verweerster die als huisarts aan het zorgcentrum was verbonden. De verwijten die klaagster verweerster maakt hebben betrekking op: 1) foutieve, dan wel achterwege laten van (noodzakelijke) medische zorg, en 2) gebrekkige communicatie met de familie. Verweerster wordt met name verweten dat zij de hartmedicatie heeft afgebouwd zonder overleg met een specialist, terwijl de klachten ook de pijnmedicatie, de behandeling van de decubitus en de communicatie betreffen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Klaagster is in beroep gegaan tegen deze beslissing. Het door klaagster ingestelde beroep tegen deze beslissing richt zich tegen de klachtonderdelen betreffende de medicatie en de decubitus. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:259 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.164

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klaagster, die in een woonzorgcentrum verbleef en op 1 oktober 2015 is overleden. Klaagster heeft een veelheid aan klachten ingediend tegen verweerster die als huisarts aan het zorgcentrum was verbonden. De verwijten die klaagster verweerster maakt hebben betrekking op foutieve, dan wel het achterwege laten van de (noodzakelijke) medische zorg en gebrekkige communicatie met de familie. Verweerster wordt met name verweten dat zij te zwarte pijnmedicatie heeft voorgeschreven, terwijl de klachten ook de behandeling van de decubitus en de communicatie betreffen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Klaagster is in beroep gegaan tegen deze beslissing. Het door klaagster ingestelde beroep tegen deze beslissing richt zich alleen tegen de klachtonderdelen betreffende de medicatie en de decubitus. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:171 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-489/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:203 Raad van Discipline Amsterdam 17-558/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door in de ene procedure aan te voeren dat haar cliënte alleenstaand is en geen gemeenschappelijke huishouding voert en in de andere dat haar cliënte zichzelf beschouwt als onderdeel van een samengesteld gezin.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:260 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.173

    Klacht tegen huisarts. Klager is meerdere malen bij verweerder op consult geweest en daarbij enkele keren doorverwezen. Klager verwijt verweerder dat deze hem niet serieus heeft genomen en zijn klachten niet goed heeft behandeld. Gelet op de klachten had verweerder volgens klager veel eerder moeten ontdekken wat er aan de hand was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-423/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. De verwijten hebben betrekking op handelen van verweerder in een procedure waarin hij namens zijn cliënte optrad tegen de moeder van klager. Klager was daarbij geen partij en heeft daarom geen eigen, rechtstreeks belang bij de klacht. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:162 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-164/DB/LI

    Geheimhoudingsplicht geschonden door aan journalist zonder toestemming van klager toelichting te geven op de strafzaak van klager. Verzet gegrond, klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:179 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1189/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Indien partijen hun geschil aan de geschillencommissie voorleggen en daarbij niet tevens op grond van artikel 46d lid 2 Advocatenwet een minnelijke schikking treffen, behoudt een klager het recht om zijn klacht voor te leggen aan de raad van discipline. De klacht is niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:147 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/598031 / DW RK 15/1067

    Klacht over het leggen van twee beslagen waardoor onnodige kosten worden gemaakt terwijl uit de toelichting art. 475d lid 6 Rv volgt dat deze bepaling juist is opgenomen om te voorkomen dat er op meerdere inkomsten beslag gelegd moet worden om het maximale te innen. De wetgever heeft daarbij ook voor ogen gehad dat de kosten voor de schuldenaar zoveel als mogelijk beperkt moeten worden. Verder wordt geklaagd over het op nihil stellen van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder verschuilt zich achter zijn opdrachtgever bij een verzoek om informatie en verleent ten onrechte verlenen zijn ministerie. De klacht tegen gerechtsdeurwaarder sub 2 wordt ongegrond verklaard. Deze heeft geen ambtshandelingen verricht en kan dus ook niet verweten worden dat er dubbel beslag is gelegd, waarbij bij een van die beslagen de beslagvrije voet op nihil was geteld. Deze gerechtsdeurwaarder heeft slechts over de gelegde beslagen gecorrespondeerd en heeft daarbij bepaalde standpunten ingenomen. Behoudens bijzondere omstandigheden kan het door een gerechtsdeurwaarder in zijn zakelijke betrekkingen - in of buiten rechte - innemen van een (civielrechtelijk) standpunt, in het kader van de door hem in acht te nemen fundamentele beginselen van integriteit en professionaliteit, niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt leiden. Op grond van de omstandigheden van het geval acht de kamer het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder dubbel beslag heeft gelegd. De klacht met betrekking tot het op nihil stellen van de beslagvrije voet wordt gegrond verklaard omdat daarvoor geen wettelijke grondslag aanwezig was. Dat de op deze opdracht ziende correspondentie buiten beschouwing is gelaten, doet niet af aan de aannemelijkheid dat opdracht is gegeven tot het leggen van beslag. Onbeperkte inzage daarin volgt niet uit artikel 10 lid 2 van de gedragscode. Van verschuilen achter de opdrachtgever is geen sprake. Het weigeren van de ministerieplicht is eerst in bijzondere gevallen aan de orde. Het vragen van een deurwaarders kortgeding is een uitzondering op de hoofdregel waarbij de kamer het, gelet op de huidige tekst van het artikel en de toelichting op de invoering van dit artikel, niet onbegrijpelijk acht dat de gerechtsdeurwaarder deze kwestie niet aan de voorzieningenrechter heeft voorgelegd. De klacht ten aanzien van de nihil stelling van de beslagvrije voet wordt gegrond verklaard. maatregel van berisping opgelegd. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:141 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/605344 / DW RK 16/328

    Klacht over misleidende reclame en exorbitante kosten. Dat de opdrachten onder alle omstandigheden zouden worden uitgevoerd op basis van “no cure no pay”, wordt door klaagster niet onderbouwd. Weliswaar wordt daarmee op de website van de gerechtsdeurwaarder reclame gemaakt, maar dat neemt niet weg dat uit de algemene voorwaarden volgt dat een opdrachtgever onder omstandigheden (onder meer bij intrekking van de opdracht tegen het advies van de gerechtsdeurwaarder in), ook bij een niet (volledig) behaald resultaat een vergoeding verschuldigd kan zijn. Dat er geen resultaat is geboekt is door de gerechtsdeurwaarder gemotiveerd weersproken. Dat de gerechtsdeurwaarder exorbitant hoge kosten in rekening heeft gebracht voor de door hem verrichte werkzaamheden, is de kamer niet gebleken. Klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-1026/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht van een advocaat tegen een collega-advocaat kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:135 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/592607 / DW RK 15/730

    Klacht over aanpassing van de beslagvrije voet. De termijn gelegen tussen toezending van de benodigde gegevens en de datum waarop de beslagvrije voet is aangepast heeft te lang geduurd. Hetgeen door de gerechtsdeurwaarders is aangevoerd ter verklaring van het niet tijdig afhandelen van het verzoek, een reorganisatie, is een interne kwestie waarvoor de gerechtsdeurwaarder sub 1 de verantwoordelijkheid draagt en die hij klager niet kan tegenwerpen. De klacht is terecht voorgesteld. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:148 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/609502 / DW RK 16/580

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:142 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/617481 / DW RK 16/1140

    Beslissing op verzet. Het verzet is te laat gedaan en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:168 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-236/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding driejaarstermijn.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:136 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/617461 / DW RK 16/1138

    Beslissing op verzet. De voorzitter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:149 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/613110 / DW RK 16/844

    Beslissing op verzet. Het verzet is niet tijdig gedaan en wordt niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:250 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.186

    De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:143 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/615272 / DW RK 16/1018

    Beslissing op verzet. De kamer verklaart het verzet gegrond en behandelt de klacht inhoudelijk opnieuw. De kern van de klacht betreft het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder de kosten van de verrichte ambtshandelingen in rekening heeft gebracht terwijl die kosten door de toevoeging worden gedekt. Verder wordt de gerechtsdeurwaarder verweten dat hij weigert een gespecificeerde nota te verstrekken waarin onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten van de verrichte ambtshandelingen en de overige kosten. De kamer overweegt dat de aan de cliënt van klaagster afgegeven toevoeging op grond van het bepaalde in artikel 40, eerste lid van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (hierna: het Besluit), de kosten van de door de gerechtsdeurwaarder verrichte ambtshandelingen dekt voor zover die door de debiteur niet zouden worden voldaan. De gerechtsdeurwaarder kan -behoudens door hem gemaakte verschotten- de kosten van de door hem verrichte ambtshandelingen bij de griffier van de rechtbank declareren, maar niet bij zijn opdrachtgever. Het doel van de regeling is immers dat de minvermogende rechtzoekende van deze kosten gevrijwaard blijft. De door de gerechtsdeurwaarder aan klaagster verstrekte nota is in die zin ook onvoldoende gespecificeerd. Bij een tenuitvoerlegging op basis van een toevoeging dienen de ambtshandelingen en de door degene op wiens naam de toevoeging is afgegeven te betalen verschotten afzonderlijk te worden gespecificeerd. Of klaagster, zoals door de kantonrechter is aangenomen, als opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder dient te worden beschouwd, kan bij dit alles in het midden blijven. De klacht wordt grotendeels gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder wordt een geldboete opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:169 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-182/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:137 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/612441 / DW RK 16/794

    Beslissing op verzet. Aanpassing beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:251 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.503

    Klacht tegen psychiater die op verzoek van UWV-arts in het kader van de herbeoordeling van klaagsters arbeids(on)geschiktheid een psychiatrische expertise heeft opgesteld. Regionaal en Centraal Tuchtcollege achten klachten over de inhoud van een door de psychiater opgesteld rapport en over de bejegening ongegrond. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht dat de psychiater een e-mail (met daarin de reactie van klaagster op de concept-rapportage, naar aanleiding waarvan het rapport is gewijzigd), zonder toestemming van klaagster aan het rapport heeft gehecht gegrond verklaard en aan de psychiater de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege acht dit klachtonderdeel alsnog ongegrond, omdat de psychiater heeft gehandeld conform de gebruikelijke werkwijze van de organisatie waar zij werkzaam voor was en het dan aan die organisatie is om cliënten te informeren over de standaardwerkwijze om reacties op conceptrapportages mee te zenden naar de aanvrager van de rapportage. Verder is in overweging genomen dat de psychiater de e-mail heeft meegezonden uit oogpunt van zorgvuldigheid jegens klaagster en dat de gewijzigde informatie geen onderdeel uitmaakt van het correctierecht van klaagster.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:144 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/618203 / DW RK 16/1196

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:138 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/612649 / DW RK 16/805

    Beslissing op verzet. Beslagvrije voet bij bankbeslag. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.