Zoekresultaten 13251-13300 van de 44598 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:11 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.132
- Datum publicatie: 16-01-2020
- Datum uitspraak: 16-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:11
Klacht tegen een arts. De klacht betreft de diagnostiek en behandeling in het ziekenhuis door vier artsen, waaronder de arts. Klaagster had buikklachten en ernstige vermoeidheidsklachten. Bij haar is de diagnose coeliakie gesteld. Klaagster is vervolgens een aantal jaar onder behandeling geweest bij verschillende artsen in het ziekenhuis. De arts was werkzaam als vierdejaars arts-assistent in opleiding tot internist en heeft klaagster eenmalig op een poliklinisch consult gezien in het kader van de jaarlijkse controle voor de gestelde diagnose coeliakie. Op enig moment is in een ander ziekenhuis een vitamine D-tekort bij klaagster vastgesteld. Na vitamine D suppletie is klaagster niet meer moe en kan zij haar leven weer oppakken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht, die verschillende klachtonderdelen omvat, afgewezen. Het beroep beperkt zich tot het klachtonderdeel dat de arts klaagster niet heeft getest op een vitamine D-tekort, terwijl dit een eenvoudig onderzoek betreft. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts heeft gehandeld volgens de geldende richtlijnen en dat de arts dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:289 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-278
- Datum publicatie: 15-01-2020
- Datum uitspraak: 12-08-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:289
Dekenbezwaar. Verweerder heeft nagelaten tijdig de jaarcijfers van zijn praktijk betreffende de jaren 2015, 2016 en 2017 aan de deken te verstrekken. Verweerder heeft hierdoor de deken belemmerd in zijn toezichthoudende taak en tevens gedragsregel 29 (gedragsregels 2018) overtreden door, ondanks herhaalde verzoeken niet tijdig te reageren op verzoeken van de deken om informatie. Dekenbezwaar gegrond; maatregel van schorsing van 13 weken waarvan 11 voorwaardelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:290 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-053
- Datum publicatie: 15-01-2020
- Datum uitspraak: 15-04-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:290
De voorzitter oordeelt de klacht over de advocaat van de wederpartij van klager in een burengeschil kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid heeft overschreden of anderszins de belangen van klager heeft geschaad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:291 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-053
- Datum publicatie: 15-01-2020
- Datum uitspraak: 25-11-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:291
Verzetbeslissing. De klacht is te laat ingediend. Het verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:12 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-075a
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:12
Klaagster niet-ontvankelijk in de klacht tegen een gynaecoloog. De beklaagde behoort niet tot de kring van personen over wie bij het College kan worden geklaagd. Klaagster niet-ontvankelijk verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 246/2018
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:4
Klacht tegen neuroloog gegrond. Het zonder voldoende grond verbreken van de behandelrelatie is in strijd met de zorg die beklaagde klaagster had moeten verlenen. Dat hij daarbij ook de zorgvuldigheidseisen heeft genegeerd en na het verbreken van de behandelrelatie niet de gelegenheid heeft aangegrepen om zijn onjuiste handelwijze recht te zetten rekent het college beklaagde aan. Omdat beklaagde heeft erkend dat hij niet professioneel heeft gehandeld en omdat hij niet eerder geconfronteerd is geweest met een gegrond tuchtrechtelijk verwijt, legt het college een waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-934/DH/DH
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:2
Klacht over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat ongegrond verklaard. Anders dan klager stelt heeft verweerster veelvuldig, intensief en uitgebreid contact met klager gehad en hem (uitgebreid) geïnformeerd over de mogelijkheden en de goede en kwade kansen in het kader van de afwikkeling van zijn letselschadezaak. Dat verweerster enkele schadeposten niet, al dan niet PM, heeft opgenomen is minder zorgvuldig, maar brengt niet zonder meer met zich dat verweerster op dit punt tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De raad betrekt daarbij onder meer dat verweerster had aangegeven dat het om een voorlopige schadestaat ging die te allen tijde kon worden aangepast en dat het resultaat van een medische expertise ongewis zou zijn.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:13 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-075b
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:13
Ongegronde klacht tegen een gynaecoloog. Onvoldoende aanknopingspunten om vast te stellen dat van informed consent geen sprake is geweest, nu in het dossier is vermeld dat tussen partijen over naadlekkage als mogelijke complicatie is gesproken, en dit fistelvorming tot gevolg kan hebben. Niet is vast komen te staan dat tijdens de operatie de vagina aan de darm is vastgeniet met een rectovaginale fistel tot gevolg. Het College onderschrijft de conclusie van de deskundigen dat op basis van de voorhanden zijnde gegevens niet kan worden vastgesteld dat de fistel bij klaagster is ontstaan door de metalen hechting. De keuze van beklaagde om af te zien van een nieuwe operatie vindt het College verdedigbaar, waarbij van belang is dat er op dat moment geen medische noodzaak was voor een stoma. Onvoldoende aanknopingspunten dat beklaagde in het nazorgtraject tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:275 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-270
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 13-07-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:275
v\oorzittersbeslissing over kwaliteit dienstverlening eigen advocaat. Dat verweerder een beroepsfout heeft gemaakt en klager aan het lijntje heeft gehouden is niet komen vast te staan. Evenmin is de voorzitter gebleken dat verweerder onvoldoende met klager heeft gecommuniceerd. Dat het gerechtshof eerder dan aangekondigd eindarrest heeft gewezen kan verweerder tuchtrechtelijk niet worden verweten. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:10 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-143a
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:10
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts. Het College kan niet vaststellen hoe de gesprekken tussen klager, zijn ouders en de beklaagde precies zijn verlopen. De door beklaagde uitgevoerde onderzoeken waren gelet op de klachten van klager gerechtvaardigd, zijn op de juiste wijze uitgevoerd en zijn op de juiste wijze gedocumenteerd in het medisch dossier. Ook zijn de uitslagen van de onderzoeken op correcte wijze gecommuniceerd met klager en zijn ouders, en waar nodig met de overige behandelaren en huisarts van klager. Dat de inspanning van beklaagde niet heeft geleid tot het vinden van een oorzaak voor de klachten van klager is spijtig, maar niet aan beklaagde te verwijten. Ook de gestelde toename van de klachten is niet aan beklaagde te verwijten. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:11 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-143b
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:11
Kennelijk ongegronde klacht tegen een kinderarts. Dat de inspanning van beklaagde niet heeft geleid tot het vinden van een oorzaak voor de klachten van klager is spijtig, maar niet aan beklaagde te verwijten. Beklaagde kan niet tuchtrechtelijk worden verweten dat zij klager voor nader onderzoek heeft verwezen naar de dermatoloog om duidelijkheid te verkrijgen over de melding van de moeder van klager over zijn allergie voor corticosteroïden. Het College volgt beklaagde in haar overwegingen om overleg met Veilig Thuis te voeren. Beklaagde was op dat moment ongeveer een jaar de behandelaar van klager, zijn klachten namen toe en hij ging al langere tijd niet meer naar school. Gelet op de meervoudige en complexe problematiek van klager volgt het College beklaagde in haar overweging klager te verwijzen naar de kinder- en jeugdpsychiater. Ten slotte is het beklaagde niet tuchtrechtelijk te verwijten dat een deel van het patiëntendossier van klager niet voor klager en zijn ouders zichtbaar was in HIX. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:272 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-560
- Datum publicatie: 14-01-2020
- Datum uitspraak: 14-12-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:272
Voorzittersbeslissing advocaat wederpartij. Dat sprake is geweest van een belangenconflict omdat klager cliënt van verweerder of van een kantoorgenoot is geweest na diverse telefoongesprekken met zijn kantoor, is de voorzitter niet gebleken. Verwijt van klager is onvoldoende concreet onderbouwd. Klachten kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2020:1 Accountantskamer Zwolle 19/1030 Wtra AK
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TACAKN:2020:1
Klacht over RA die niet als zodanig werkzaam is. Zij heeft een vriend (de ex-man van klaagster) bijgestaan in de echtscheidingsprocedure. De werkzaamheden die zij in dat kader heeft uitgevoerd moeten worden opgevat als een professionele dienst. Het handelen van betrokkene is in strijd met de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit, objectiviteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Betrokkene heeft voor klaagster willen verhullen dat zij betrokken was en heeft getracht de advocaat van de man daarin mee te nemen. Klaagster stelde geen prijs op haar bemoeienis. Hoewel betrokkene stelde voor beide echtelieden op te komen is zij alleen voor de belangen van de man opgekomen. Ook heeft zij de voor partijen geldende geheimhoudingsplicht in het mediationtraject niet gerespecteerd. Tot slot heeft betrokkene de minderjarige gehandicapte dochter van klaagster en de man in de echtscheidingsprocedure betrokken door namens haar een concept-verklaring op te stellen in het voordeel van de man. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:1 Raad van Discipline Amsterdam 19-803/A/NH
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 06-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:1
Voorzittersbeslissing. Klacht over deken in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:2 Raad van Discipline Amsterdam 19-538/A/A
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 06-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:2
Klacht over eigen advocaat gegrond. Het valt verweerder tuchtrechtelijk te verwijten dat hij de brief van de rechtsbijstandverzekeraar van klager, waarin het standpunt werd ingenomen dat het recht op polisdekking voor klager kwam te vervallen, niet direct na ontvangst daarvan aan klager heeft doorgestuurd, zodat klager al in 2014 bekend zou zijn geweest met het standpunt van de verzekeraar omtrent de polisdekking. Ook valt klager te verwijten dat hij onvoldoende (duidelijk) met klager heeft gecommuniceerd over het niet opvoeren van de schade samenhangende met de beleggingspanden en de redenen waarom die schade volgens verweerder niet voor vergoeding in aanmerking kwam. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:3 Raad van Discipline Amsterdam 19-554/A/A 19-555/A/A
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 06-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:3
Klacht over eigen advocaten ongegrond. Niet is komen vast te staan dat verweerder sub 2 met klagers de afspraak zou hebben gemaakt hen bij te staan op basis van het no cure no pay beginsel. Evenmin is gebleken dat verweerder sub 2 de zaak van klagers onvoldoende voortvarend zou hebben behandeld. Klagers betwisten ermee te hebben ingestemd dat de declaraties rechtstreeks aan de aansprakelijke verzekeraar zouden worden gestuurd. Uit het dossier kan echter niet worden afgeleid dat zij op enig moment om afschriften van de declaraties hebben gevraagd. Gelet op de omstandigheden is het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat verweerders de declaraties niet (ook) aan klagers hebben gestuurd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:6 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/336
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:6
Klaagster vindt dat verweerster, plastisch chirurg, onzorgvuldig heeft gehandeld bij de verwijdering van haar lipoom. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:4 Raad van Discipline Amsterdam 19-265/A/A
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 06-01-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:4
Ongegrond verzet
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:7 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/242
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:7
Klaagster verwijt verweerder grensoverschrijdend gedrag tijdens de fysiotherapeutische behandeling. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:1 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-639/DH/DB/D 19-640/DH/DB/D
- Datum publicatie: 13-01-2020
- Datum uitspraak: 13-01-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:1
Het kantoor van verweerders maakt gebruik van de aanduiding “professional support lawyer” (psl) voor juridisch medewerkers die niet als advocaat op het tableau staan ingeschreven. Tussen het kantoor en de deken is in geschil of deze aanduiding misleidend is. De raad heeft vastgesteld dat het kantoor de aanduiding gebruikt voor medewerkers met een zeer uiteenlopende staat van dienst en verschillende werkzaamheden. De raad heeft vastgesteld dat er kantoren zijn waar pls’s overwegend intern worden ingezet. Er zijn ook kantoren waar de psl ingezet wordt bij de dossierbehandeling en ook cliëntcontact heeft. Bij kantoren die tax lawyers in dienst hebben is niet altijd duidelijk of deze medewerkers advocaat zijn. Voorts duidt de Nederlandse Orde van Advocaten op de Engelse versie van haar website advocaten aan met het begrip lawyers. De raad concludeert op basis van dat alles dat de functie van (professional support) lawyer kan duiden op een grote diversiteit aan juridische functies, waaronder die van advocaat. Het woord lawyer heeft aldus niet het onderscheidend vermogen dat nodig is om uit te maken of de persoon die met lawyer wordt aangeduid een op het tableau ingeschreven advocaat is of een andere juridische functie uitoefent. De raad is van oordeel dat het begrip lawyer wanneer dat wordt gebruikt door advocaten(kantoren) om daarmee medewerkers aan te duiden die geen advocaat zijn misleidend en verwarrend is. Een samenstelling met het woord lawyer, zoals professional support lawyer of tax lawyer, maakt deze verwarring niet minder groot. De raad is van oordeel dat advocaten(kantoren) het gebruik van het woord lawyer voor het aanduiden van medewerkers die niet als advocaat op het tableau zijn ingeschreven moeten vermijden op hun websites en in andere uitingen, ongeacht de taal van de website of de andere uiting.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2018
- Datum publicatie: 10-01-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:1
Klacht tegen chirurg. Beklaagde wordt verweten dat hij geen/onvoldoende dossier heeft aangelegd; te veel taken heeft laten verrichten door een (leerling) nurse practitioner; zonder informed consent klaagster heeft laten deelnemen aan medisch wetenschappelijk onderzoek. Beklaagde heeft wel en goed dossier gevoerd. Het was destijds (2008) gebruikelijk dat een nurse practitioner in opleiding zelfstandig, maar wel onder supervisie van een specialist, consulten verrichtte. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klaagster heeft niet deelgenomen aan een medisch wetenschappelijk onderzoek. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 142/2019
- Datum publicatie: 10-01-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:2
Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat hij de diagnose hartinfarct heeft gemist. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Beklaagde kon op grond van zijn bevindingen met voldoende zekerheid een afwachtend beleid instellen . Ook de nazorg was zorgvuldig. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 166/2019
- Datum publicatie: 10-01-2020
- Datum uitspraak: 10-01-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:3
Klacht tegen huisarts. Beklaagde wordt verweten dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld nu zij de patiënt op 28 juni 2017 temazepam heeft voorgeschreven, terwijl uit zijn medische gegevens bleek dat hij op dat moment reeds drie andere medicijnen gebruikte die effect hebben op het centrale zenuwstelsel; dat zij, nu patiënt op 26 juni 2017 ook al op het spreekuur was geweest, een grondig onderzoek had moeten inzetten; dat zij onvoldoende rekening heeft gehouden met de effecten van het opstapelen van de medicatie, de (bij)werkingen van de verschillende geneesmiddelen en in het bijzonder met de interactie die deze geneesmiddelen op elkaar (kunnen) hebben. Patiënt heeft twee dagen nadat hij beklaagde heeft bezocht met een verzoek om slaapmedicatie suïcide gepleegd. Geen verwijtbaar handelen van beklaagde. Tijdens het consult vertoonde patiënt geen tekenen van onttrekkingsverschijnselen als gevolg van het feit dat hij een paar dagen het hem sinds 2010 voorgeschreven middel venlafaxine was vergeten in te nemen. Patiënt was niet depressief en maakte geen verwarde indruk. Bij patiënt was in het verleden ook geen depressieve stoornis geconstateerd, maar slechts een obsessief compulsieve (angst)stoornis, zodat beklaagde op basis van die diagnose niet verdacht behoefde te zijn op depressieve klachten die tot suïcide zouden kunnen leiden. Beklaagde heeft overigens nog een consult voorgesteld bij de in de praktijk van beklaagde werkzame psycholoog (POH-GGZ), maar patiënt had aangegeven dat hij daar geen behoefte aan had, maar slechts slaapmedicatie wenste. Er is niet aangetoond dat de opeenstapeling van de aan patiënt voorgeschreven medicatie, in de lage dosering die was voorgeschreven ook niet tegen de achtergrond van het jarenlange gebruik van die laatste twee middelen, de oorzaak is geweest van de door patiënt gepleegde suïcide. Beklaagde heeft zorgvuldig gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2020:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-493/DH/DH
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 30-09-2020
- ECLI:NL:TADRSGR:2020:165
Tussenbeslissing. Voorzitter is van oordeel dat klagers klacht ook is gerecht tegen een ander dan verweerster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.498
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:2
Klacht tegen een fysiotherapeut. Klager verwijt de fysiotherapeut dat hij een enorm risico heeft genomen door de nekregio te mobiliseren (door partijen aangeduid als de Nelson-techniek) (klachtonderdeel 1), ondanks de omstandigheid dat klager in het verleden whiplashklachten heeft gehad. Klager heeft door deze behandeling zeer hevige pijn gehad. Klager verwijt de fysiotherapeut voorts dat hij de behandeling heeft uitgevoerd zonder deze vooraf te bespreken, uit te leggen en zonder acceptatie (2). Ten slotte verwijt klager de fysiotherapeut dat in het patiëntdossier essentiële informatie niet is opgenomen(3). Het Regionaal Tuchtcollege wijst klachtonderdeel 1 af, verklaart de klachtonderdelen 2 en 3 gegrond en legt aan de fysiotherapeut de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de uitgevoerde behandeling voldoende aan klager is uitgelegd. Nu de behandeling geen (aanzienlijke) risico’s met zich brengt, was de fysiotherapeut niet gehouden daarover informatie te geven. De dossiervoering oordeelt het Centraal Tuchtcollege adequaat en zorgvuldig. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het principaal beroep van klager, verklaart het incidenteel beroep van de fysiotherapeut gegrond en wijst de gegrond verklaarde klachtonderdelen alsnog af.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:181 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/668211 DW/RK 19/316
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:181
Klacht van de KBvG tegen gedefungeerde gerechtsdeurwaarder vanwege te weinig opleidingspunten. Klacht is gegrond, maar er wordt geen maatregel opgelegd ivm bijzondere omstandigheden, gelegen in het feit dat beklaagde wel een training heeft gevolgd, maar deze niet tijdig heeft aangemeld en dat hij niet van plan is ooit weer te gaan werken als gerechtsdeurwaarder. Hij heeft dus geen tijd en geld uitgespaard en ook de beroepsuitoefening komt niet in gevaar.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.075
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:3
Klacht tegen fysiotherapeut. Klager is met de fysiotherapeut in contact gekomen vanwege klachten ten gevolge van de ziekte van Ménière. De klacht ziet niet op de kwaliteit van de behandelingen; klager heeft hier baat bij gehad. Klager is na verloop van tijd echter in toenemende mate ontevreden geworden over het contact met de fysiotherapeut, meer in het bijzonder over de afspraken rondom het behandelplan, de bejegening, de dossiervoering en schending van de privacy van klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaard de klacht deels gegrond en legt aan de fysiotherapeut een voorwaardelijke schorsing voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaar op met als bijzondere voorwaarde dat de fysiotherapeut gedurende de proeftijd supervisiegesprekken dient te voeren. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het incidenteel beroep van de fysiotherapeut. In het principaal beroep van de inspectie wijzigt het Centraal Tuchtcollege de aan de fysiotherapeut opgelegde bijzondere voorwaarden, zodat deze voor de inspectie praktisch beter uitvoerbaar zijn.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:182 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670109 DW/RK 19/401
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:182
Beslissing op verzet. In verzet kunnen geen nieuwe klachten worden ingediend. Voorzitter heeft juiste maatstaf gehanteerd. Klager heeft reeds meerdere malen over hetzelfde feitencomplex geklaagd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:4 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.002
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:4
Klacht tegen kno-arts. Klaagster is bekend met de ziekte van Menière. Omdat de medicatie die klaagster gebruikte onvoldoende hielp, heeft de kno-arts gentamycine in het linkeroor gespoten. Na de ingreep is totale doofheid aan het linkeroor opgetreden en heeft klaagster veel last van duizeligheidsklachten. Klaagster verwijt de kno-arts - onder meer - dat zij (1) onvoldoende informatie vooraf over de risico’s van de ingreep heeft verstrekt, (2) de behandeling onjuist heeft uitgevoerd, (3) de behandeling heeft uitgevoerd op een druk spreekuur en (4) een onvolledige weergave van de behandeling in het patiëntendossier heeft opgenomen. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klachtonderdeel (4) gegrond, legt op de maatregel van waarschuwing en wijst de klacht voor het overige af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het daartegen door klaagster ingestelde beroep.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:183 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670107 DW/RK 19/400
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:183
Beslissing op verzet. In verzet kunnen geen nieuwe klachten worden toegevoegd. Voorzitter heeft juiste maatstaf gehanteerd. Klager heeft reeds meerdere keren geklaagd over hetzelfde feitencomplex.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:5 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/237
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:5
Klaagster verwijt verweerder, fysiotherapeut, bij de behandeling haar schouder en arm te hebben beschadigd door te hard aan te trekken. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2019:22 Kamer voor het notariaat Amsterdam 665859/NT 19-24
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 19-12-2019
- ECLI:NL:TNORAMS:2019:22
De kamer overweegt dat de door klager geuite beschuldigingen aan het adres van de notaris niet zijn aangetoond. Klager heeft immers desgevraagd ter zitting niet kunnen aangeven welke leugens en beschuldigingen door de notaris als waarheid zijn geventileerd. Uit het betoog van de notaris tijdens de mondelinge behandeling van 4 januari 2019 had klager moeten begrijpen dat de notaris als gemachtigde van de beide broers en de zuster van klager optrad. Het stond de notaris vrij om als zodanig in die procedure op te treden. Dat de notaris daarbij enige kleuring in zijn betoog heeft aangebracht is naar het oordeel van de kamer niet klachtwaardig. Aan de gevraagde kostenveroordeling komt de kamer daarom niet toe. De klacht is dan ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:5 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.118
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:5
Klacht tegen neuroloog. Klaagster is vanaf jonge leeftijd bekend met epilepsie. Zij is van 2004 tot en met 2013 bij verweerder, neuroloog, in behandeling geweest. Verweerder heeft in februari 2014 klaagster naar een andere instelling verwezen. Klaagster verwijt verweerder dat hij in de verwijsbrief uitdrukkelijk heeft gevraagd om de mogelijkheden voor een operatie te bekijken en niet om andere behandelingsmethoden (zonder operatie) te beoordelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het door klaagster ingestelde beroep tegen die beslissing.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:184 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/670789 DW/RK 19/435
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:184
beslissing op verzet. In verzet kunnen geen nieuwe klachten worden ingediend. Voorzitter heeft de juiste maatstaf gehanteerd. Klager heeft reeds meerdere keren geklaagd over hetzelfde feitencomplex.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:6 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.152
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:6
Klacht tegen GZ-psycholoog. Klaagster verwijt verweerder dat hij, nadat hij haar slechts één keer heeft gezien en geen onderzoek heeft verricht, uitgaat van de diagnose PDD-NOS. Verder verwijt zij de GZ-psycholoog dat hij onjuiste uitspraken heeft gedaan over haar opleiding en stages, en daarover heeft gerapporteerd. In eerste aanleg is de klacht, wegens een gebrek aan onderbouwing, bij voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht wel voldoet aan de daaraan te stellen eisen, gaat daarom over tot inhoudelijke behandeling van klacht en verklaart de klacht vervolgens ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:179 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/657525 DW/RK 18/596
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:179
Beslag op uitkering. Het UWV heeft meerdere keren te veel ingehouden. Dit lag niet aan de gerechtsdeurwaarder maar aan de verwerking bij het UWV. Klager is daardoor in betalingsmoeilijkheden gekomen. De gerechtsdeurwaarder hanteert een termijn van twee weken om de teveel ingehouden bedragen terug te betalen. Dit is noodzakelijk om gegevens te controleren, aldus de gerechtsdeurwaarder. De kamer acht dit klachtwaardig aangezien de gerechtsdeurwaarder reeds beschikte over klagers gegevens (door eerdere recente terugbetalingen) en klager belang had bij een spoedige betaling. Maatregel van waarschuwing opgelegd, zonder kostenveroordeling. De opgelegde maatregel betreft de lichtste maatregel, die een zakelijke terechtwijzing inhoudt van de onjuistheid van de handelwijze van de gerechtsdeurwaarder, zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. Met het opleggen van deze maatregel wordt de gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren, terwijl tevens de verwachting wordt uitgesproken dat een dergelijke handelswijze niet opnieuw plaatsvindt. De kamer acht het onder deze omstandigheden niet billijk dat de gerechtsdeurwaarder de kosten van de behandeling bij de kamer moet vergoeden.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:7 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.153
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:7
Klacht tegen neuroloog. Klaagster verwijt de arts dat zij, zonder dat klaagster dit wist, in het medisch dossier van klaagster aantekeningen heeft gemaakt die betrekking hebben op niet medische zaken zoals het werk van klaagster en haar beroepshouding, en die informatie heeft gedeeld met andere artsen. In eerste aanleg is de klacht, wegens een gebrek aan onderbouwing, bij voorzittersbeslissing kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht wel voldoet aan de daaraan te stellen eisen, gaat daarom over tot inhoudelijke behandeling van klacht en verklaart de klacht vervolgens ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.071
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 09-01-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:1
Klacht tegen huisarts. Klaagster was patiënt in de praktijk van de beklaagde huisarts. De huisarts heeft klaagster behandeld voor pijnklachten in de maagstreek, maar wist niet dat klaagster - na een eerdere miskraam - opnieuw zwanger was. Na een zwangerschap van 27 weken is het kindje levenloos geboren. De klacht houdt in dat de huisarts niet adequaat heeft gehandeld tijdens de zwangerschap van klaagster. Meer in het bijzonder menen klagers dat de huisarts verwijtbaar heeft gehandeld door 1) haar administratie niet op orde te hebben (gebrekkige dossiervoering), met als gevolg dat verweerster de klachten van klaagster niet heeft beoordeeld met inachtneming van het feit dat klaagster zwanger was, en 2) de ernst van de situatie te miskennen en zeer terughoudend te zijn geweest in het ondernemen van actie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en de huisarts een berisping opgelegd met publicatie ex artikel 71 Wet BIG. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep met publicatie ex artikel 71 Wet BIG.
-
ECLI:NL:TGDKG:2019:180 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/659245 DW/RK 18/649
- Datum publicatie: 09-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TGDKG:2019:180
Het resultaat van de bevraging van het BRP heeft geleid tot een mismatch. Klaagster is ten onrechte gedagvaard. Klacht is op dit onderdeel gegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft vervolgens meerdere acties (brieven met uitleg, een gesprek om een en ander toe te lichten) ondernomen om een en ander recht te zetten. Dat was voldoende naar het oordeel van de kamer. Wel is daarbij niet tijdig op een brief van klagers gereageerd, ook dit klachtonderdeel is gegrond. Geen aanleiding om een maatregel op te leggen.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2019:20 Kamer voor het notariaat Amsterdam 664796/ NT 19-19
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 14-11-2019
- ECLI:NL:TNORAMS:2019:20
De notaris heeft in zijn verweer aangevoerd dat de door klager ingediende klacht betreffende de declaratie van 4 januari 2018 ad € 453,75 in feite een declaratiegeschil betreft dat behandeld zou moeten worden door de Geschillencommissie Notariaat en niet door de kamer. De kamer acht klager in dit klachtonderdeel echter ontvankelijk, omdat klager desgevraagd ter zitting heeft verklaard dat hij niet de hoogte van de declaratie betwist maar dat de declaratie geheel ten onrechte aan hem is toegezonden en hij niet is gehouden deze te voldoen omdat beide conceptakten uiteindelijk niet zijn gepasseerd. De kamer volgt de klager echter niet in zijn verwijt dat in het geheel geen declaratie had mogen worden verstuurd. Voldoende is gebleken dat de notaris werkzaamheden heeft verricht en kosten heeft gemaakt ter uitvoering van de hem door klager verstrekte opdracht. Dat deze er in dit geval niet toe hebben geleid dat de aanvankelijk beoogde akten zijn getekend, omdat partijen het over de inhoud daarvan niet eens konden worden en uiteindelijk voor een ander traject hebben gekozen, maakt nog niet dat de notaris voor zijn werkzaamheden geen enkele beloning toekomt. Ook dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2019:21 Kamer voor het notariaat Amsterdam 663761/19-13
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 14-11-2019
- ECLI:NL:TNORAMS:2019:21
De kamer acht, zoals ook door de notaris erkend, de klachten gegrond, met uitzondering van de schending van het (verscherpt) cliëntenonderzoek als bedoeld in de artikelen 3 en 8 Wwft en van de meldingsplicht op grond van artikel 16 Wwft. De schending van deze bepalingen kan naar het oordeel van de kamer niet onder de tuchtnorm van artikel 93 Wna worden geschaard, omdat met deze bepalingen andere belangen worden beschermd dan met artikel 93 Wna. In de Wwft zijn specifieke handhavings- en sanctiebepalingen opgenomen die door het BFT kunnen worden ingezet bij overtreding van de in de Wwft opgenomen bepalingen (artikel 26 e.v. Wwft). Ingevolge artikel 111a Wna is het BFT belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wna. Indien bij de uitoefening van dat toezicht van feiten of omstandigheden blijkt die naar zijn oordeel voldoende grond opleveren voor het opleggen van een tuchtmaatregel, kan het BFT een klacht indienen (artikel 111b Wna). Indien bij dat toezicht blijkt van schending van de bepalingen van de Wwft dient het BFT zich ten aanzien van die schending te bedienen van de sanctiebepalingen uit de Wwft. Het indienen van een klacht op grond van artikel 111bWna behoort daar niet toe. Het vorenstaande neemt niet weg dat een schending van de Wwft onder omstandigheden ook kan worden gekwalificeerd als een handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris niet betaamt als bedoeld in artikel 93 Wna, maar dat is hier naar het oordeel van de kamer niet aan de orde.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:198 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-715 DB/LI
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 27-12-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:198
Noch wat betreft de inhoud van de brief noch wat betreft de communicatie hierover kan verweerster een verwijt worden gemaakt. Niet gebleken van excessief declareren.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:1 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19169
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 08-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:1
Verwijt aan huisarts over het afgeven van een verklaring aan de ex-man van klaagster, het niet serieus nemen van klaagster klachten tijdens een consult en de onjuiste verslaglegging ervan alsmede de gang van zaken bij het uitschrijven van klaagster als patiënt. Verklaring had niet verstrekt mogen worden maar geen schending van beroepsgeheim. Geen aanwijzing dat de klachten van klaagster niet serieus genomen zijn en/of onjuist in dossier zijn vermeld. Geen verwijt ten aanzien van uitschrijving als patiënt. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TNORAMS:2019:17 Kamer voor het notariaat Amsterdam 664213 / NT 19-17
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 17-10-2019
- ECLI:NL:TNORAMS:2019:17
Het tweede en derde verwijt van klagers dat de notaris zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat hij de conceptakte niet mocht toesturen en vervolgens op 1 december 2018 slechts een deel van de akte - te weten het alleen door klager sub 1 ondertekende gedeelte - heeft toegestuurd, waarna klagers uiteindelijk pas op 1 december 2018 via een medewerker van het restaurant een volledig getekende kopie hebben kunnen bemachtigen, acht de kamer eveneens gegrond. Er was niets op tegen geweest indien de notaris mr. Lamers, toenmalig advocaat van klagers, als antwoord op zijn onder 2.r. bedoelde eerste e-mail van 14 mei 2018 of diens verdere e-mails, had geantwoord dat er wel een bij wijze van volmachtverlening door betrokkenen ondertekende concept-leveringsakte was, onder toezending daarvan, met zo nodig verdere uitleg. In plaats daarvan heeft de notaris op een omfloerste wijze gereageerd, daarbij ten onrechte een tijd lang de indruk wekkend dat er in het geheel niets ondertekend was. Dat de notaris geen kopie van het ondertekende stuk aan de advocaat van klagers wilde verstrekken, is bovendien niet te rijmen met zijn stelling dat klagers allang, sinds 7 februari 2017, een kopie in hun bezit moeten hebben gehad. In het bijzonder kan de kamer de notaris niet volgen in zijn verweer dat het hem niet vrij stond een in zijn ogen niet (meer) bestaand document in het verkeer te brengen omdat hij dan zou bijdragen aan verwarring en dat dát in strijd zou zijn met zijn positie als notaris. Als gevolg van de intrekking van de volmacht door de vervreemders is de onder 2.r. bedoelde (concept-)akte immers niet een niet-bestaand document geworden, maar slechts een meerzijdige volmachtverlening ten aanzien waarvan enkele, maar niet alle, volmachtgevers hun volmacht vervolgens hebben ingetrokken. Desgewenst had de notaris bij de verstrekking van een kopie onder de handtekeningen van [C] en [D] kunnen aantekenen dat hun volmachten inmiddels waren vervallen. Ook hier past het de notaris gewoon en direct te vertellen hoe het is, ook opdat partijen vervolgens zich kunnen beraden over actie.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1970c
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 08-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:2
Verwijt aan huisartsen, werkzaam in een Penitentiaire Inrichting, dat zij niet hebben ingegrepen toen ze wisten dat klager in de isoleercel werd geplaatst, waardoor zij het systeem in stand houden. Geen betrekking op de individuele gezondheidszorg. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:211 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180167D
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:211
Eindbeslissing. In tussenbeslissing is vast komen te staan dat alle onderdelen van het dekenbezwaar gegrond zijn. Het handelen van verweerder betreft onprofessioneel gedrag dat een advocaat niet betaamt en rechtvaardigt de door de raad opgelegde onvoorwaardelijke schorsing. Verweerder heeft aangetoond dat hij concrete stappen richting de gewenste gedragsverandering heeft gezet en is bereid zijn coachingstraject minstens een jaar voort te zetten. Voorts is gebleken dat hij actief en voortdurend wordt ondersteund door zijn kantoorgenoten. Matiging maatregel: voorwaardelijke schorsing van vier weken.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1970b
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 08-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:3
Verwijt aan huisartsen, werkzaam in een Penitentiaire Inrichting, dat zij niet hebben ingegrepen toen ze wisten dat klager in de isoleercel werd geplaatst, waardoor zij het systeem in stand houden. Geen betrekking op de individuele gezondheidszorg. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2019:212 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180001DH
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 13-12-2019
- ECLI:NL:TAHVD:2019:212
Herzieningsverzoek toegewezen van beslissing hof inhoudende schrapping verweerder. Uit het proces-verbaal van de behandeling bij het hof blijkt dat het hof nadrukkelijk te kennen heeft gegeven in hoger beroep alleen te oordelen over het klachtonderdeel dat gaat over misbruik van toevoegingsgelden. Het hof heeft verweerder ter zitting ook niet gehoord over de andere onderdelen van het dekenbezwaar die bij de raad zijn behandeld. Door vervolgens in de beslissing ook de andere onderdelen te betrekken in de beslissing tot schrapping van verweerder, heeft het hof reeds hiermee het beginsel van hoor en wederhoor geschonden en dient de beslissing te worden herzien. De overige gronden voor herziening behoeven geen behandeling.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1980
- Datum publicatie: 08-01-2020
- Datum uitspraak: 08-01-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:4
Huisarts in Penitentiaire Inrichting, wordt vanwege bij klager geconstateerde longkanker, verweten dat hij klagers klachten niet heeft onderkend, ondanks herhaald verzoek van klager geen scan heeft laten maken en heeft nagelaten klager naar een specialist te verwijzen. Geen aanwijzingen in dossier gevonden dat er signalen aanwezig waren en verweerder eerder aan longkanker had moeten denken. Herhaald verzoek tot het maken van een scan niet aannemelijk en bovendien geen (medische) noodzaak daarvoor. Nieuwe verwijzing naar specialist niet nodig aangezien klager reeds onder behandeling van longarts stond. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:4 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-163a
- Datum publicatie: 07-01-2020
- Datum uitspraak: 07-01-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:4
Klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk in de klacht tegen een tandarts. Klacht voor het overige ongegrond. Het enkele feit dat er facings na de behandeling zijn losgekomen, is onvoldoende om vast te stellen dat de behandeling niet lege artis is uitgevoerd. De nazorg is voldoende geweest. Gelet op het inzicht dat de tandarts heeft getoond in haar onzorgvuldig handelen door de nacontroles niet goed in het dossier te noteren en het daarvoor spijt betuigen, geen gegrondbevinding. Klacht (gedeeltelijk) ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 265
- Pagina: 266
- Pagina: 267
- ...
- Pagina: 892
- Volgende pagina zoekresultaten