Zoekresultaten 14901-14920 van de 45025 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/062

    Klaagster verwijt verweerder dat hij klaagster en de kinderen niet op tijd heeft doorverwezen en dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd door in zijn journaalposten zaken op te nemen die niet zijn besproken. Ongegrond

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:14 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/1

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een uitgevoerde castratie bij een hond veterinair onjuist en/of nalatig te hebben gehandeld, ook wat de verleende nazorg betreft. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:141 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1003/DH/RO

    Klacht tegen de curator in het faillissement van klaagster gedeeltelijk niet-ontvankelijk op grond van ne bis in idem en gedeeltelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:71 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190037

    Appel klagers niet-ontvankelijk, voor zover gericht tegen gegrond verklaard klachtonderdeel betreffende retentierecht. Bekrachtiging beslissing raad voor het overige (financiële afhandeling en bejegening).

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:154 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-292/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat over m.n. kwaliteit dienstverlening is in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:135 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-845/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:84 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190028

    Klacht over advocaat wederpartij. Nadat een kantoorgenoot van verweerder klager sub 1 heeft bijgestaan op verzoek van zijn rechtsbijstandsverzekeraar, heeft verweerder de rechtsbijstandsverzekeraar bijgestaan in een geschil met klager. Het geschil tussen klager en de rechtsbijstandsverzekeraar vloeide direct voort uit de arbeidsrechtelijke zaak waarin de kantoorgenoot klager bijstond. Belangenverstrengeling. Voorts heeft verweerder in de procedure tegenover het gerechtshof in twijfel getrokken of de klager sub 2 - de advocaat die klager bijstond in het geschil met de rechtsbijstandsverzekeraar – wel gemachtigde van klager sub 1 was. Verweerder volhardde in zijn beschuldigingen nadat de advocaat de machtiging overlegde. Onnodig grievend. Klacht gegrond. Berisping. Bekrachtiging. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:148 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-261/DH/DH

    Klacht deels gegrond. Verweerder had op enig moment voorafgaand aan de overname van de zaak, en op zijn minst nadien, met klager in overleg behoren te treden. Daarnaast heeft verweerder een koppeling gemaakt tussen het toesturen van een (slot)nota door klager aan zijn voormalig cliënten en het indienen van een tuchtklacht bij de Kamer voor het Notariaat. Hiermee heeft verweerder de grens van hetgeen tuchtrechtelijk geoorloofd is overschreden en heeft hij zich niet gedragen zoals dat een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Ten aanzien van klachtonderdeel b kan klager niet als belanghebbende worden beschouwd en zal hij daarin niet-ontvankelijk worden verklaard. Geen oplegging maatregel omdat verweerder ter zitting heeft aangegeven dat hij achteraf gezien anders zou hebben gehandeld, dat hij niet heeft beoogd om met zijn handelwijze klager opzettelijk in zijn belangen te schaden en geen tuchtrechtelijk verleden heeft.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:78 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190034

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door ondanks herhaald verzoek zich te richten tot de advocaat van klager, klager rechtstreeks aan te schrijven met een brief waarin hij stelt dat klager de aandeelhoudersovereenkomst heeft geschonden en een beroep op een boetebeding te doen. Dit is geen aanzegging met rechtsgevolg omdat het rechtsgevolg niet uit de brief maar uit de aandeelhoudersovereenkomst voortvloeit. Verder ziet het hof geen aanleiding de maatregel te matigen nu verweerder meerdere malen was gevraagd zich niet rechtstreeks tot klager te richten. Klacht gegrond. Maatregel. Bekrachtiging. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:21 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/29

    Dierenarts wordt verweten tekort te zijn geschoten bij de uitvoering van een TTA operatie met betrekking tot een gescheurde voorste kruisband in de linker knie van een hond. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-235d

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Met de kennis van nu zou het beter zijn geweest dat klaagster was doorverwezen naar een hematoloog, maar dat dit destijds niet door verweerder (of een van de betrokken collega’s) is gedaan, is met de informatie op dat moment, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Overige klachtonderdelen eveneens kennelijk ongegrond. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-080

    Klaagster niet-ontvankelijk in de klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat de inhoud van zijn brief aan de IGJ smadelijke leugens en beledigingen bevat jegens klaagster, waardoor zij zich beschadigd voelt. Klacht valt niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. Geen sprake van een behandelrelatie en het schrijven van de brief door de huisarts – gericht aan de IGJ naar aanleiding van een uitspraak van het College – heeft geen weerslag op de individuele gezondheidszorg. Klaagster niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/14

    Klacht tegen een chirurg wegens het onvoldoende onderkennen van het infectierisico en het onvoldoende informeren van klaagster daarover, alsmede onvoldoende nazorg na de operatie van een complexe kniebreuk. Ontoereikende medische verslaglegging en een inadequate overdracht met het oog op de afwezigheid wegens vakantie van de chirurg. Voorts staat onvoldoende (verifieerbaar) vast dat verweerder voortvarend heeft gehandeld toen er een diepe infectie opgetreden was. Klacht gegrond. Maatregel berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-057

    Ongegronde klacht tegen een uroloog. Er is onvoldoende gebleken dat de uroloog klaagster onvoldoende serieus zou hebben genomen, de uroloog reageerde adequaat toen klaagster zich tot hem wendde in verband met de ondervonden pijnklachten. Dat een andere uroloog nog enkele strengen materiaal heeft aangetroffen van de door beklaagde uitgevoerde urolastic-behandeling, maakt niet dat gesteld kan worden dat de ingreep niet goed zou zijn verricht. De aard van het materiaal brengt met zich mee dat altijd restjes kunnen achterblijven. Niet gebleken dat beklaagde een abces of ontsteking over het hoofd zou hebben gezien. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-062

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een fysiotherapeut. Klager is als collega van de beklaagde ontvankelijk in zijn klacht. Anders dan klager meent is in de onderhavige zaak veeleer sprake van een zakelijk conflict dan van een ‘conflict’ dat de individuele gezondheidszorg raakt. Het tuchtrecht is niet bedoeld om zakelijke conflicten tussen twee BIG-geregistreerde maten voor de tuchtrechter uit te vechten. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:168 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/086

    Klager verwijt verweerder dat hij onvoldoende diagnostiek heeft verricht en dat er geen nader onderzoek met een neuroloog heeft plaatsgevonden. Ook verwijt hij verweerder dat de contacten verliepen via arts-assistenten in opleiding. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2019/17

    Klacht tegen een chirurg vanwege slechte nazorg na de operatie van een complexe beenbreuk en ontoereikende medische verslaglegging. Klacht gegrond. Maatregel in samenhang met tuchtrechtelijk verleden: berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-042

    Klagers niet-ontvankelijk in de klacht tegen een kaakchirurg. Niet in het geding is dat beklaagde declaraties ten onrechte en in strijd met de waarheid heeft opgesteld en ingediend. Dit heeft beklaagde ook erkend. De vraag of klagers (ook kaakchirurgen) een voldoende relevant belang hebben bij een uitspraak van de tuchtrechter beantwoord het College ontkennend. Geen sprake van eerste tuchtnorm of tweede tuchtnorm. Klagers hebben ook geen rechtstreeks belang. De klacht is veeleer ingegeven door het zakelijke, ernstig geëscaleerde, conflict tussen klagers en beklaagde. Klagers niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-060

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een tandarts. Het College ziet geen aanwijzing dat het advies van de tandarts om de pijnlijke kies van klaagster te vullen en niet te trekken niet past binnen de redelijk bekwame beroepsuitoefening. De omstandigheid dat twee beroepsbeoefenaren voor hetzelfde probleem verschillende behandelingswijzen kiezen maakt nog niet dat één van die behandelingen onjuist zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat klaagster op dat moment meer gaatjes had en dat de tandarts dit tegenover klaagster verzweeg. Het maken van een OPT-opname is ook verdedigbaar. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:169 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/137

    Tussen klager en zijn ex-echtgenote is sprake van een (v)echtscheiding, waarbij hulpverlening betrokken is. Klager verwijt verweerster, huisarts van de ex-echtgenote en kinderen van klager, onder meer dat zij de zorgen van klager over de moeder van de kinderen niet serieus heeft genomen en de kant van de moeder heeft gekozen, een passende behandeling aan de dochter heeft onthouden, ten onrechte de moeder als eerste aanspreekpunt ziet ten aanzien van de kinderen en niet meewerkt aan overschrijving van de kinderen naar een andere huisarts. De huisarts heeft verweer gevoerd. De klachten worden ongegrond verklaard.