Zoekresultaten 43961-43980 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0264 Kamer van toezicht Breda Kl 20/2005

    Met dit laatste standpunt erkent de notaris het door klagers verweten verzuim dat hij, althans zijn met de voorbereiding van het transport belaste medewerkers, hen niet, dan wel niet tijdig op de hoogte heeft/hebben gesteld van de omstandigheid dat door de kopers niet was voldaan aan hun verplichting tot het verstrekken van een bankgarantie cq. het storten van een waarborgsom. De verplichting van de notaris om klagers hiervan tijdig op de hoogte stellen vloeit niet alleen voort uit zijn taak van een met de levering van een registergoed belaste notaris, maar in de concrete situatie tevens uit de brief van de notaris van 8 februari 2005 aan de makelaar van klagers, waarin hij expliciet meedeelt hem tijdig te zullen informeren met betrekking tot de door kopers te storten waarborgsom. Dat dit verzuim volgens de notaris moet worden toegeschreven aan een of meerdere van zijn medemerkers, disculpeert de notaris niet. Naar de notaris zelf aanvoert is hij immers hiervoor (tuchtrechtelijk) verantwoordelijk. Met deze tekortkoming in zijn informatieplicht heeft de notaris dan ook jegens klagers onzorgvuldig en in strijd met hetgeen het ambt betaamt gehandeld en de klacht is dan ook in zoverre gegrond.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2005:YC0259 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2005

    Met de notaris en kandidaat-notaris moet echter worden vastgesteld dat klager geen partij is geweest bij die akte. Evenmin is klager daarbij, direct noch indirect, betrokken geweest. Naar heersende rechtsopvatting kan alleen degene die zodanig bij het in een klacht gewraakte doen en/of laten van een (kandidaat-)notaris is betrokken, als belanghebbende bij een oordeel over die klacht worden aangemerkt en in die klacht worden ontvangen. Hiervan is ten aanzien van klager in de gegeven situatie geen sprake, zodat dit tot zijn niet-ontvankelijkheid in zijn klacht moet leiden. Dit zelfde lot treft naar het oordeel van kamer ook klaagster.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2005:YC0260 Kamer van toezicht Breda Kl 12/2005

    Nog afgezien dat de notaris het ook veelal niet in zijn macht heeft die tekortkomingen of gebreken op te heffen en evenmin een tijdige ontvangst van de hypotheekstukken af te dwingen, blijft het naar het oordeel van de kamer tot de verantwoordelijkheid van degene die ten behoeve van de koop van een onroerende zaak een hypothecaire financiering wenst, er voor te zorgen dat de bank beschikt over de daarvoor vereiste stukken en, voor zover de bank daarover reeds mocht beschikken, dat door de bank de voor het vestigen van het hypotheekrecht noodzakelijke stukken tijdig aan de notaris worden toegezonden. In dat licht bezien heeft de notaris datgene gedaan wat van hem verwacht mocht worden, namelijk het signaleren zowel naar klager toe, als naar de betreffende bank, dat hij niet kon beschikken over de voor de levering benodigde hypotheekstukken en er vervolgens op aandringen dat deze stukken alsnog tijdig aan hem zouden worden toegezonden.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2005:YC0254 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2005

    Tegenover de verklaring van de notaris dat hij bij zijn bezoek aan klagers tante, die hij overigens –naar onweersproken door hem is verklaard- kende uit vorige contacten op zijn kantoor, op dag van het opstellen en passeren van de akte heeft geconstateerd dat zij goed aanspreekbaar en zelf bespraakt was en geheel op de hoogte was van de situatie, staan de door klager opgeworpen omstandigheden van de ziekenhuisopname van zijn tante vanwege een ver gevorderde longziekte, haar daarmee verband houdend gebruik van morfine en het daags na het passeren van het testament aan haar toedienen van de sacramenten der stervenden. Deze omstandigheden rechtvaardigen echter naar het oordeel van de kamer niet zijn standpunt dat het op grond daarvan op de weg van de notaris had gelegen, alvorens over te gaan tot het opmaken en passeren van de akte, de behandelend arts van zijn tante over haar wilsbekwaamheid te raadplegen. Dit zou wel het geval zijn indien voor de notaris daarover twijfel had moeten bestaan. Er is echter geen enkele aanwijzing hiervoor gebleken; in ieder geval kan een dergelijke twijfel niet worden ontleend aan deze door klager opgeworpen omstandigheden. Enige (medische) onderbouwing van zijn standpunt heeft klager niet weten aan te voeren

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0273 Kamer van toezicht Alkmaar 4.2008

    Door overtreden leenverbod en negatieve bewaringspositie is notaris zodanig ernstig tekort geschoten in kerntaken dat schorsing gerechtvaardigd is. Bij duur rekening gehouden met eerdere (gegrond bevonden) klachten en persoonlijke omstandigheden, leeftijd en ziekte. Klacht gegrond; schorsing voor vier weken.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0274 Kamer van toezicht Alkmaar 7.2008

    De boedelnotaris dient als de legitimaris zich meldt ook zijn belangen, waaronder het op juiste wijze vaststellen van zijn vordering, te behartigen. 1. Schijn van partijdigheid had moeten worden vermeden. 2. Van een redelijk handelend notaris had mogen worden verwacht dat hij in de aangifte successierecht geen verkeerd breukdeel had toegepast. De notaris valt te verwijten dat hij zijn berekening van de legitieme massa zonder enig voorbehoud aan klager heeft gepresenteerd. 3. De notaris had dienen na te gaan of het voor de woning opgegeven bedrag enigszins reëel was alvorens dit bedrag in de successierechtaangifte op te nemen. klacht op onderdelen gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2009:YC0275 Kamer van toezicht Alkmaar 6.2008

    Notaris heeft, ondanks dat hem een termijn is gegund de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren, de verantwoordingsdocumenten over 2007 te laat ingediend. Schending van artikel 24 lid 3 Wna juncto artikel 8 Administratieverordening. Klacht gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0276 Kamer van toezicht Alkmaar 5.2008

    Constateringen BFT worden als vast staand aangenomen. Klacht gegrond. Geen aanleiding voor nieuwe tuchtmaatregel. Notaris is reeds voor zes maanden geschorst en inmiddels gedefungeerd. Bekrachtigde ordemaatregel op basis van 106 Wna komt te vervallen.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2009:YC0277 Kamer van toezicht Alkmaar 8.2008

    1. Of de gedragingen van de notaris nu als handelen of nalaten worden gekwalificeerd, in beide gevallen zijn de klachtonderdelen 1 en 2 te laat ingediend. 2. Het kan de notaris niet worden verweten dat de onderhavige nalatenschappen nog niet zijn afgewikkeld. Dat hij de afwikkeling mogelijk voortvarender ter hand had kunnen nemen, betekent niet dat hij klachtwaardig heeft gehandeld. klacht niet ontvankelijk en ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0271 Kamer van toezicht Alkmaar 1.2008

    Notaris geen ongeoorloofde druk uitgeoefend. Klaagster deadline voor transport gesteld. Notaris alles gedaan om die te halen. Vooraf overeenstemming over afrekennota vragen, is niet onbillijk. Geen dwang uigeoefend. Ondanks non-overeenstemming transport doorgegaan, nadat notaris lagere nota had gestuurd. Dat bedrag op eerste verzoek doen overschrijven aan klaagster. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TNOKALK:2008:YC0272 Kamer van toezicht Alkmaar 2.2008

    Controleren en garanderen van geldstromen bij passeren van notariële akten behoort tot kerntaken. Kantoororganisatie dient zodanig te worden ingericht dat hieraan onverwijld wordt voldaan. Dit nalaten is klachtwaardig. Gezien relatief geringe ernst fout en acties daarna geen maatregel. Klacht gegrond; geen maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0241 Kamer van toezicht Breda Kl 4/2006

    Overtreding beleidsregel "Adverteren via verwijzers"

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0215 Kamer van toezicht Breda Kl 3/2009

    Negatieve bewaringspositie

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0248 Kamer van toezicht Breda Kl 11/2006

    Door het onbeantwoord laten van de door klager bij zijn brief van 5 augustus 2006 gestelde vragen over de afrekening met betrekking tot de levering van perceel grond (nadat die levering door de koper jegens klager langs de weg van het kort-geding was afgedwongen) heeft de notaris zijn rol als instrumenterend notaris bij die levering miskent. De notaris diende in die rol immers oog te hebben voor de belangen van alle bij die levering betrokken partijen, zo ook voor die van klager. Met zijn vragen trok klager de juistheid van de afrekening in twijfel. Het moge zijn dat niet de notaris maar executeur-testamentair beschikte over de voor de beantwoording van die vragen noodzakelijke gegevens, het had in ieder geval op de weg van de notaris gelegen dit ook aan klager te berichten. Door dit na te laten heeft de notaris jegens klager klachtwaardig gehandeld.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0229 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2007

    De kamer stelt vast dat het plaatsen na dit tijdstip van de betreffende advertenties in het woningblad van [naam] Makelaardij evident in strijd is met genoemde beleidsregel en dat daarmee tevens in strijd met de hiervoor genoemde bepalingen van de Wna en genoemde verordening is gehandeld. Sprake is immers van wervende publiciteitsuitingen via een gegevensdrager van een verwijzer. Naar het oordeel van de kamer is aan de notarissen in ieder geval tuchtrechtelijk verwijtbaar dat het plaatsen van de advertentie in de periode gelegen na de opzegging van de betreffende met [naam] gesloten overeenkomst, eind 2005, tot hun rappèl in mei 2006, is gecontinueerd.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0235 Kamer van toezicht Breda Kl 9/2007

    Onweersproken staat vast dat de notaris bij zijn op verzoek van klagers gemaakte financiële opstelling voor het verwerven van de volledige en onbelaste eigendom van de ouderlijke woning een onjuiste berekening heeft gemaakt. Verder staat onweersproken vast dat die foutieve berekening voor klager [naam 1] heeft geleid tot een tekort aan een onder de notaris ten behoeve van klagers broer en moeder te storten geldsom van ca, 47.000,-- en dat dit tekort eerst kort voor het passeren van de verdelingakte en nadat door klager de benodigde hypothecaire financiering, afgestemd op die onjuiste berekening van de notaris, was verkregen, aan het licht is gekomen. Evenmin heeft de notaris weersproken dat klager [naam 1] daardoor werd genoodzaakt een andere, hogere hypothecaire financiering, te verwerven. Daarmee is sprake van een onzorgvuldig en tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen van de notaris. De notaris kan dan ook niet worden gevolgd in zijn opvatting dat de kwestie uitsluitend een civielrechtelijk karakter draagt.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0216 Kamer van toezicht Breda Kl 3/2008

    Daarbij in aanmerking genomen dat de notaris wat betreft die overeenkomst slechts kon beschikken over een uiterst summier opgesteld schriftelijk stuk met daarbij als bijlage gevoegd een niet ondertekend concept genaamd bedingen, behoorde het in het kader van zijn onderzoeksplicht ten aanzien van de rechtsgeldigheid van de overeenkomst tot de taak van de notaris zich, alvorens tot de uitnodiging van klagers voor het passeren van de akte over te gaan met hen contact op te nemen om zich op de hoogte te stellen van hun bezwaren en vervolgens een afweging te maken of deze bezwaren van zodanige aard waren dat deze aan het passeren van de akte in de weg stonden. Door dit na te laten is de notaris in zijn onderzoeksplicht tekort geschoten en daarmee voorbijgegaan aan de belangen van klagers als kopers, die de notaris, naast de belangen van de verkoper, in zijn rol en taak van instrumenterend notaris bij het rechtsverkeer van registergoederen diende te bewaken.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0222 Kamer van toezicht Breda Kl 15/2008

    Verdeling huwelijksgoederengemeenschap. De kamer kan op grond van hetgeen is gebleken niet anders vaststellen dan dat de notaris datgene heeft gedaan wat van hem verwacht mocht worden en dit alles op een behoorlijke wijze.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0242 Kamer van toezicht Breda Kl 5/2006

    Het zwaartepunt van de klacht betreft het (aanvullende) verwijt van klaagster dat de notaris jegens haar is tekortgeschoten in zijn informatieplicht met betrekking tot de strekking en reikwijdte het beneficiair aanvaarden van de nalatenschap. In dat kader is gebleken dat klaagster na het onverwachte overlijden van haar echtgenoot er aanvankelijk voor heeft gekozen haar belangen te laten waarnemen door de zakelijke compagnon van haar echtgenoot, [naam], die zich daartoe heeft verstaan met de notaris. Gebleken is voorts dat de notaris op grond van de mededelingen van [naam], dat mogelijk sprake zou zijn van een negatieve omvang van de boedel van de nalatenschap, waarvoor klaagster geen aansprakelijkheid wilde dragen, aan haar een volmacht heeft toegezonden ten behoeve van een beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap en voorts, getuige de overgelegde schriftelijke van [naam], dat de notaris in zijn gesprek met hem er op heeft gewezen dat klaagster met betrekking tot de nalatenschap geen enkele beheersdaad mocht verrichten totdat de beneficiaire aanvaarding was geregeld, waartoe klaagster zo spoedig mogelijk de volmacht aan de notaris ondertekend diende terug te zenden. Daar komt bij dat de notaris naar aanleiding van het kort nadien met klaagsters vader plaatsgehad hebbend telefonisch contact, waarbij deze meedeelde dat niet meer [naam], doch hijzelf (met [naam] en [naam]) de belangen van dochter behartigde, klaagster andermaal een volmacht tot beneficiaire aanvaarding heeft toegezonden.Naar het oordeel van de kamer is klaagster stelling dat de notaris onvoldoende informatie heeft verstrekt over de strekking en reikwijdte van een beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap, dan ook niet houdbaar.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0249 Kamer van toezicht Breda Kl 12/2006

    Verder is de kamer van oordeel dat het door de notaris ingenomen standpunt dat hij tot het tijdstip van de bespreking van de kwestie met de advocaat van klagers en klagers [naam 5 en naam 1], op 30 september 2004, bij gebreke van een opdracht uitsluitend een adviserende rol heeft gehad, zich niet laat rijmen met de omstandigheid dat hij de Belastingdienst op 23 januari 2004 het hiervoor genoemde voorstel tot afwikkeling heeft gedaan en vervolgens hiervoor de instemming van klagers bij brief van 30 januari 2004 heeft verzocht. Evenzeer staat dit standpunt op gespannen voet met zijn brief aan klagers van 27 januari 2004, waarin hij hen toezond een concept van een akte van levering van een perceel grond -waarin erflater medegerechtigd was en dat dan ook deels deel uitmaakte van zijn nalatenschap- met bijhorende volmachten, met verzoek deze ondertekend te retourneren om tot het passeren van die akte te kunnen overgaan. In het licht van zijn al kort na het overlijden van erflater gebleken betrokkenheid bij de nalatenschap, raken deze handelingen/activiteiten van de notaris zozeer de afwikkeling van de boedel, dat daarmee de notaris bij klagers de indruk heeft gewekt dat hij daarmee ook doende was.