Zoekresultaten 41241-41260 van de 44698 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1216 Raad van Discipline Arnhem 10-151

    Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Klager maakt verweerder het feit dat verweerder nadat de vordering terzake waarvan beslag was gelegd was betaald het op het appartement van klager gelegde beslag heeft laten rusten. Niet aannemelijk is geworden dat verweerder dat met opzet heeft gedaan. Onmiddellijk nadat de deurwaarder had bericht dat het beslag er nog lag heeft verweerder opdracht gegeven dit op te heffen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0754 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09198b

    Uitspraak: 15 december 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 4 november 2009 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster gemachtigde mr. J.L.M. Arets te Landgraaf tegen: C orthopeed werkzaam te D wonende te E verweerder gemachtigde mr. S. Slabbers te Amsterdam. 1. Het verloop van de procedure Het college heeft kennisgenomen van: - het klaagschrift en de aanvulling daarop - het verweerschrift - de repliek - de dupliek - CD-rom met röntgenfoto’s Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De klacht is ter openbare zitting van 3 november 2010 behandeld. Partijen, bijgestaan door hun gemachtigden, waren aanwezig. De standpunten zijn toegelicht. 2. De feiten Het gaat in deze zaak om het volgende: Klaagster is sedert december 2007 bekend op de polikliniek orthopedie, alwaar verweerder sedert 15 juli 2008 werkzaam is. Nadat door verweerder de diagnose spondylolysis L5-S1 was gesteld, heeft hij op 12 september 2008 bij klaagster het boogdefect van boog L5 gemarcainiseerd. Klaagster is daarna twee weken pijnvrij geweest; vervolgens traden weer pijnklachten op. Op 26 februari 2009 is klaagster door verweerder geopereerd. Deze operatie is zonder complicaties verlopen. Op 15 april 2009 heeft klaagster gemeld dat de pijn geheel verdwenen was. Echter, op 29 juli 2009 heeft klaagster melding gemaakt van een scherpe pijn in de rug. Middels röntgendiagnostiek werd een (persisterende) pseudoarthrose met een gebroken cerclagedraad geconstateerd. Verweerder heeft klaagster een definitieve fixatie voorgesteld, welke ingreep met een neurochirurg diende te worden uitgevoerd. Om die reden heeft verweerder klaagster de neurochirurg laten consulteren. Omdat de neurochirurg zijn toestemming voor de ingreep niet gaf, is de voorgenomen ingreep niet doorgegaan. 3. Het standpunt van klaagster en de klacht Klaagster verwijt verweerder - kort en zakelijk weergegeven – het navolgende: - verweerder heeft bij de operatie geen goede materialen gebruikt en heeft geweigerd de gemaakte fouten te herstellen; - verweerder heeft klaagster te lang met pijn laten lopen; - verweerder heeft ‘alles teniet gedaan’ op aanraden van de neurochirurg omdat klaagster een ‘niet vertrouwd persoon’ zou zijn; hij heeft het dossier van klaagster uit het systeem verwijderd. Klaagster heeft daartoe nog met name aangevoerd dat zij op v rijdag 16 oktober 2009 nog een afspraak had staan en op 26 november 2009 geopereerd zou worden. Zij is op 16 oktober 2009 nog bij de poli orthopedie geweest, maar er stond toen niets meer in de computer. Zij kreeg te horen dat er niets meer voor haar gedaan kon worden. Klaagster heeft daarna een verwijskaart voor F gekregen. 4. Het standpunt van verweerder Verweerder heeft - kort en zakelijk weergegeven – het navolgende aangevoerd. Hij betwist, onder verwijzing naar het operatieverslag, dat er onjuiste materialen bij de operatie van 26 februari 2009 zijn gebruikt. Het breken van een cerclagedraad is een voorkomende complicatie, waaruit niet kan worden afgeleid dat ondeugdelijk materiaal is gebruikt. Voorts bestrijdt verweerder dat hij klaagster te lang met pijnklachten heeft laten lopen. Naar aanleiding van het consult op 18 augustus 2008 heeft verweerder op 12 september 2008 de marcainisatie van het boogdefect uitgevoerd. Toen tijdens het consult op 29 september 2008 bleek dat de pijnklachten waren teruggekomen, heeft verweerder gekozen voor een spondylolysis repair, welke op 26 februari 2009 is uitgevoerd. De wachttijd voor deze operatie was een gebruikelijke. Toen op 29 juli 2009 bleek dat die operatie niet het gewenste effect had, heeft verweerder de procedure voor een definitieve fixatie in gang gezet. De daarvoor voorziene operatie heeft niet plaatsgevonden omdat de neurochirurg, naar wie hij klaagster voor een consult had verwezen, zijn medewerking daaraan niet verleende. Zonder de medewerking van de neurochirurg was een operatie door verweerder niet mogelijk. Verweerder betwist dat het dossier van klaagster uit het computersysteem is verwijderd en verwijst naar productie 15 van de door hem overgelegde stukken. De neurochirurg heeft verweerder verteld dat het gesprek op 9 oktober 2009 met klaagster niet goed was verlopen en dat er door haar allerlei verwijten en bedreigingen waren geuit. Verweerder heeft dat voor kennisgeving aangenomen. In het dossier bevindt zich een aantekening op 12 oktober 2009 dat patiënte van de wachtlijst af wil. Verweerder zelf heeft daarmee geen bemoeienis gehad. 5. De overwegingen van het college Noch de inhoud van het dossier noch hetgeen ter zitting naar voren is gebracht geven enig houvast voor de conclusie dat bij de operatie van 26 februari 2009 fouten zouden zijn gemaakt dan wel gewerkt zou zijn met ondeugdelijk materiaal. De breuk van de cerclagedraad was niet voorzienbaar, zodat sprake was van een complicatie, welke verweerder niet (tuchtrechtelijk) verweten kan worden. Het door verweerder geschetste tijdpad in de behandeling is door klaagster niet weersproken. Niet is gebleken dat verweerder klaagster te lang c.q. onnodig lang met pijn heeft laten lopen. Dat de op 26 november 2009 voorziene operatie geen doorgang heeft kunnen vinden, is veroorzaakt doordat de neurochirurg geen vertrouwensbasis bij klaagster aanwezig achtte en om die reden afzag van verdere behandeling. Nu in het ziekenhuis een dergelijke ingreep tezamen met een neurochirurg dient te worden uitgevoerd, treft verweerder te dezen geen verwijt. Verweerder heeft met klem betoogd dat hij het dossier van klaagster niet uit het computersysteem heeft verwijderd en met het verwijderen van de wachtlijst voor de operatie geen bemoeienis heeft gehad. Klaagster heeft dit onderdeel van de klacht niet nader geadstrueerd. Bovendien blijkt uit productie 15 bij de conclusie van antwoord het navolgende: “12-10-2009 15:00:14: bericht van opname dat pat van wl af wil”. Ter zitting is aannemelijk geworden dat niet de gegevens van klaagster uit de computer zijn verdwenen, maar uitsluitend haar opname-aanvraag, zoals hiervoor vermeld. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de klacht in al zijn onderdelen ongegrond wordt verklaard. 6. De beslissing Het college: - verklaart de klacht ongegrond. Aldus beslist door mr. P.G.T. Lindeman-Verhaar, als voorzitter, mr. W.E.M. Duynstee-Bijvoet als lid-jurist, dr. C. van der Heul, M. Bonnet en dr. W.M. Mulleners als leden-beroepsgenoot, mr. R. Sanders als secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 15 december 2010 in aanwezigheid van de secretaris. secretaris voorzitter

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1213 Raad van Discipline Amsterdam 10-196A

    Verzoek in de zin van artikel 60b lid 1 Advocatenwet. Niet is gebleken dat verweerster nog een actieve praktijk voert. Verweerster houdt zich onbereikbaar voor deken en rapporteur. Schorsing voor onbepaalde tijd met onmiddellijke ingang.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1214 Raad van Discipline Amsterdam 10-308H

    wrakingsbeslissing

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0750 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/276AP

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0749 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1084

    Verweerder, psychiater, heeft een instemmingsverklaring afgegeven in opdracht van Bureau Jeugdzorg strekkende tot het opnemen van klager in een gesloten jeugdzorginstelling. Klager is van mening dat het onderzoek door verweerder onvoldoende zorgvuldig en uitgebreid is geweest en niet voldoet aan de normen die voor het doen van psychologisch en psychiatrische onderzoek gelden. Het college is van oordeel dat verweerder’s rapportage niet aan alle eisen voldoet die daaraan gesteld mogen worden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1212 Raad van Discipline Arnhem 10-99 b/c

    Vaststelling vergoeding voor rapporteur.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1207 Raad van Discipline Arnhem 10-134

    De zorg voor clieënt. 1.4 kwaliteit verleende bijstand. 1.5 Afrekening niet in orde. Schorsing veertien dagen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1208 Raad van Discipline Arnhem 10-133

    Schrapping op verzoek van de deken. Stichting derdengelden niet op orde. Jaarekeningen van praktijkvennootschap jarenlang niet gedeponeerd. Financiële positie niet kenbaar. WA-premie niet voldaan tgv advocaat-medewerker (voor hem onbekend) niet verzekerd was. Niet betalen van belastingen (agv betalingsonmacht): ongewenst maar levert geen tuchtrechtelijk verwijt op omdat voor advocaat geen zwaardere maatstaf geldt dan voor iedere andere belastingplichtige.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1209 Raad van Discipline Arnhem 10-131

    Onduidelijke relatie bij incasso. Met wie deed cliënt zaken, advocaat of incassobureau? Te veel declareren. Onduidelijkheid over voortgang en onterechte verrekening. Schorsing veertien dagen.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1210 Raad van Discipline Arnhem 10-130

    Loonvordering van kantoorgenoot toegewezen. Advocaat betaalt desondanks niet en geeft geen uitvoering aan een onder het oog van de deken tot stand gekomen vaststellingsovereenkomst. Schorsing voor de duur van veertien dagen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0748 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1043

    Klager, vader van patiënte, verwijt verweerster, huisarts, onzorgvuldig te hebben gehandeld omdat zij geen röntgenfoto heeft laten maken van de arm van patiënte. Hierdoor heeft verweerster de diagnose ‘gebroken arm’ gemist. Het college is van oordeel dat de werkdiagnose ‘gekneusde arm’ door verweerster voldoende zorgvuldig is vastgesteld. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1211 Raad van Discipline Arnhem 10-129

    Advocaat declareert en verlangt betaling van het voor een incasso- kort geding overeengekomen bedrag. Niet aangetoond en niet aannemelijk is dat sprake is geweest van onwil van de debiteur die een dergelijk kort geding noodzakelijk maakte terwijl de wel bekende gegevens op het tegendeel wijzen. Schorsing voor de duur van veertien dagen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0122 Accountantskamer Zwolle 10/697 Wtra AK

    Het staat de accountant in het algemeen vrij civielrechtelijke rechtsmaatregelen te nemen tegen zijn client die zijn declaraties niet betaalt, maar hij dient daarbij een zorgvuldige belangenafweging te maken tussen zijn eigen belang en de voor hem kenbare belangen van die client, die als gevolg van die te nemen rechtsmaatregelen (kunnen) worden geschaad. Het indienen van, en vervolgens persisteren bij een faillissementsaanvrage is een zeer vergaande rechtsmaatregel, welke niet lichtvaardig mag worden ingezet. Voorts mag daarbij geen gegevens aan de rechtbank worden overgelegd, welke de accountant als geheimhouder onder zich dient te houden. In casu schending beginsel van geheimhouding en professionaliteit.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1192 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch H32-2010

    Op geen enkele wijze komen vast te staan dat verweerder binnen zijn vrijheid als advocaat van de wederpartij laakbaar heeft gehandeld. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0123 Accountantskamer Zwolle 10/992 Wtra AK

    Betrokkene heeft in privé zakelijke belangen met één van meerdere aandeelhouders van een vennootschap waarvan hij de jaarrekening heeft samengesteld. Ter zake de daarmee samenhangende bedreiging voor zijn objectiviteit heeft hij onvoldoende waarborgen getroffen en de wel door hem getroffen waarborg onvoldoende transparant vastgelegd. Aldus heeft hij zich onvoldoende aan het conceptueel raamwerk van de VGC gehouden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1205 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 61 - 2010

    Niet gebleken is dat advocaat zonder enig voorbehoud heeft toegezegd via de schadeverzekeraar van zijn cliënt voor betaling van de openstaande declaraties van de advocaat van de wederpartij van zijn cliënt te zorgen klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1193 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 49 - 2010

    Een afspraak tot betaling ondanks toevoegingmogelijkheid is niet ongeoorloofd. De advocaat mag zijn cliënt niet in die richting beïnvloeden en dient zich ervan te vergewissen dat de cliënt weet en begrijpt welk recht hij prijsgeeft en dat de cliënt bereid is de consequenties te aanvaarden. Ter zake dienen schriftelijke afspraken te worden gemaakt. Indien niet blijkt van schriftelijke afspraken, komt de onzekerheid over wat is afgesproken voor risico van de advocaat. Bij gebreke aan duidelijke afspraken dient de advocaat een verleende toevoeging ter declaratie aan de Raad voor Rechtsbijstand in te dienen en de resultaatsbeoordeling af te wachten alvorens tot declaratie over te gaan. Het is aan de Raad voor de Rechtsbijstand en niet aan de advocaat om te beoordelen of een toevoeging voor intrekking in aanmerking komt. klacht gegrond; enkele waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1187 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R36-2010

    Een advocaat dient zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken. Het ligt op de weg van een advocaat om eventuele afspraken over te volgen procedures schriftelijk te bevestigen, om ieder misverstand daarover te voorkomen. Een advocaat die tot opschorting van zijn werkzaamheden wenst over te gaan, dient dit expliciet en ondubbelzinnig aan zijn cliënt te bevestigen. Klacht gegrond, berisping

  • ECLI:NL:TADRSHE:2010:YA1206 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch R 57 - 2010

    Het staat een advocaat in beginsel vrij een cliënt te vertegenwoordigen met wie hij een persoonlijke relatie of familieband heeft. Voor de beoordeling of gedragsregel 2 is geschonden is van belang of kan worden vastgesteld dat de persoonlijke band de vrijheid en de onafhankelijkheid in de uitoefening van het beroep in gevaar heeft gebracht. Hiervan is niet gebleken. Gedragsregel 3 ziet erop dat een advocaat voor ogen dient te houden dat een regeling in der minne vaak de voorkeur verdient boven een proces. Deze schept echter geen verplichting voor een advocaat om tot een minnelijke regeling te komen. klacht ongegrond