Zoekresultaten 821-840 van de 1482 resultaten
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:79 Accountantskamer Zwolle 15/352 Wtra AK
- Datum publicatie: 20-07-2015
- Datum uitspraak: 20-07-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:79
Klacht inhoudend dat betrokken accountant een leugenachtige klacht heeft ingediend tegen de klager (advocaat van tegenpartijen van betrokken accountant in procedures) bij de deken van de orde van advocaten is ongegrond. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat klacht op leugens is gestoeld. Accountantskamer handhaaft VGC-jurisprudentie over toetsing aan fundamentele beginselen van het innemen van een civielrechtelijk standpunt ook na inwerkingtreding VGBA.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:77 Accountantskamer Zwolle 14/19 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-07-2015
- Datum uitspraak: 17-07-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:77
Controle jaarrekening van beursgenoteerde entiteit met goedkeurende verklaring. De entiteit houdt ruim 43% van de aandelen in een andere eveneens beursgenoteerde vennootschap (hierna: de deelneming).Entiteit heeft een vordering uit een lening op de deelneming. De boekwaarde van de deelneming is in de jaarrekening gesteld op de beurswaarde van de deelneming. Klaagster acht deze waardebepaling onjuist. In de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening staat dat er een voorziening is getroffen in verband met de (rente over) de vordering op de deelneming. Volgens klaagster is dat ten onrechte gebeurd. Niet blijkt of betrokkene heeft onderzocht of er, zoals is voorgeschreven in IAS 39.58, objectieve aanwijzingen waren voor een bijzondere waardevermindering van de deelneming. Pas als die er zijn, wordt toegekomen aan de toetsing beschreven in IAS 28.33. Van betrokkene had ook gevergd kunnen worden dat hij in het controledossier ervan blijk had gegeven dat hij heeft beoordeeld of de entiteit terecht aangenomen heeft dat de structureel lagere beurswaarde van de deelneming een aanwijzing vormde voor een bijzondere waardevermindering. In IAS 28.33 wordt verwezen naar IAS 36 en uit IAS 36.130 volgt dat in de toelichting op de jaarrekening wel, anders dan betrokkene meent, expliciet (en niet impliciet) vermeld had moeten worden of de realiseerbare waarde van de deelneming is gesteld op de reële waarde minus de verkoopkosten of op de bedrijfswaarde, en daarnaast ook wat de gehanteerde disconteringsvoet(en) voor schatting van de bedrijfswaarde is (zijn) dan wel (voor het geval de realiseerbare waarde is gesteld op de reële waarde minus de verkoopkosten) wat de gehanteerde basis voor de bepaling van de reële waarde minus de verkoopkosten is. Uit het controledossier had vanzelfsprekend ook (los van het vorenstaande) moeten blijken dat betrokkene daadwerkelijk heeft onderzocht en beoordeeld of de entiteit terecht heeft gekozen voor de beurswaarde van de deelneming als hoogste realiseerbare waarde. Ervan uitgaande dat er naar de mening van betrokkene geen grond was om in verband met de vordering op de deelneming een voorziening te treffen, had betrokkene ervoor moeten zorgdragen dat in de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening niet is opgenomen dat die voorziening is getroffen. Onvoldoende naleven voorschriften IFRS en tekortschieten in deskundigheid en zorgvuldigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:78 Accountantskamer Zwolle 15/132 en 15/133 Wtra AK
- Datum publicatie: 17-07-2015
- Datum uitspraak: 17-07-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:78
Klacht over samenstelling van een jaarrekening. Voldoende aannemelijk is geworden dat betrokkenen geen dan wel onvoldoende aandacht hebben besteed aan twee materiële posten die vragen hadden moeten oproepen. Daar nader onderzoek na te laten is het gestelde in NVCOS 4410 niet nageleefd en is het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid geschonden. Voorts is gebleken dat betrokkenen hebben nagelaten intern melding te maken van ongebruikelijke transacties in de zin van Wwft, wat eveneens in strijd is met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en voorts met het fundamentele beginsel van professioneel gedrag. Een en ander leidt tot de maatregel van berisping voor elk van de betrokkenen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:76 Accountantskamer Zwolle 14/3235 Wtra AK
- Datum publicatie: 13-07-2015
- Datum uitspraak: 13-07-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:76
Kantoortoetsing. Op iedere accountant verbonden aan een accountantspraktijk rust de verplichting zorg te dragen voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing, zodat betrokkene tuchtrechtelijk aanspreekbaar is voor eventuele tekortkomingen in dat stelsel, ook al was een andere accountant meerderheidsaandeelhouder. Overigens is voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene vaktechnische verantwoordelijkheid droeg, zodat hij daarvoor in tuchtrecht kan worden aangesproken. Na eerste negatief eindoordeel worden in 2013 in een hertoetsing vijf dossiers getoetst die allen als onvoldoende worden beoordeeld, terwijl er voorts op kantoorniveau in strijd met diverse voorschriften is gehandeld. Niet gebleken is dat het kantoor inmiddels beschikt over een deugdelijk stelsel van kwaliteitsbeheersing. Alles overziende wordt een doorhaling passend en geboden geacht, voor de duur van 18 maanden. Dat het kantoor – in de persoon van andere accountants – nog onverminderd assurance- en aan assurance verwante-opdrachten kan uitvoeren, kan daar niet aan afdoen. Het is aan de beroepsorganisatie en/of de AFM om naar dat laatste onderzoek te doen en daar eventueel een gevolgtrekking aan te verbinden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:75 Accountantskamer Zwolle 15/258 Wtra AK
- Datum publicatie: 03-07-2015
- Datum uitspraak: 03-07-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:75
Klacht over schending objectiviteit / belangentegenstelling wegens overschrijding van de driejaarstermijn uit artikel 22 Wtra niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:73 Accountantskamer Zwolle 14/583 Wtra AK
- Datum publicatie: 29-06-2015
- Datum uitspraak: 29-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:73
Einduitspraak na nader onderzoek ingevolge tussenuitspraak van 13 oktober 2014 (ECLI:NL:TACAKN:2014:76). Klacht van het OM tegen de door controlerend accountant van de jaarrekening 2008 van Vestia ingeschakelde accountant tevens derivatenspecialist. Op zijn handelen en/of nalaten is deze accountant te allen tijde tuchtrechtelijk aanspreekbaar, ook al is de controlerend accountant voor het geheel aansprakelijk. Onaanvaardbaar is dat voor het aan de derivatenspecialist uitbestede deel van controle niet dezelfde deskundigheids- en zorgvuldigheidseisen zouden gelden als indien deze werkzaamheden binnen het controleteam zouden zijn verricht. In dit geval zijn aan de werkzaamheden en de rapportering geen lichtere eisen te stellen. Betrokkene had er verstandig aan gedaan om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden en bij zijn rapportering houvast had gezocht bij NVCOS 3000. Gelet op de nader overgelegde stukken en wat partijen daarover hebben aangevoerd, komt de Accountantskamer tot het oordeel dat klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene bij het uitbrengen van zijn memo op 18 mei 2009 niet heeft beschikt over een deugdelijke grondslag voor de door hem getrokken conclusie dat Vestia bij het toepassen van kostprijshedge accounting voor haar derivatenportefeuille voldeed aan de vereisten van RJ 290, zoals die destijds gold. Volgt ongegrondverklaring van de klacht.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:74 Accountantskamer Zwolle 15/67 Wtra AK
- Datum publicatie: 29-06-2015
- Datum uitspraak: 29-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:74
Voormalig cliënt herhaalt bij de Accountantskamer de al bij de klachtencommissie van de Nba gegronde klachtonderdelen. De enkele omstandigheid dat die commissie tot het oordeel is gekomen dat de bij haar ingediende klachtonderdelen gegrond zijn, levert niet al grond op in de daaropvolgende tuchtprocedure bij de Accountantskamer dat betrokkene de voor hem geldende regels niet heeft nageleefd, omdat de Accountantskamer zelfstandig haar oordeel dient te vormen. Klachtonderdelen over het niet juist en/of niet volledig informeren en adviseren over pensioenvoorziening in eigen beheer en over de jaarlijkse dividenduitkering zijn deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en voor het overige ongegrond. Klachtonderdeel over fouten en onduidelijkheden in de jaarrekening en de toelichting daarop, is op een ondergeschikt onderdeel gegrond en voor het overige ongegrond. Volgt ongegrondverklaring zonder de oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:72 Accountantskamer Zwolle 15/131 Wtra AK
- Datum publicatie: 26-06-2015
- Datum uitspraak: 26-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:72
Kantoortoetsing. Meer dan 7 jaar na reguliere toetsing voldoet stelsel van kwaliteitsbeheersing van accountantspraktijk nog niet aan de daarvoor geldende normen. Definitieve doorhaling voor een termijn van twee jaar. Omdat het aanzien van het accountantsberoep in het geding is en het maatschappelijk verkeer ernstig risico loopt bij de voortzetting van de accountantswerkzaamheden door betrokkene, wordt de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:71 Accountantskamer Zwolle 14/2733 en 14/2734 Wtra AK
- Datum publicatie: 19-06-2015
- Datum uitspraak: 19-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:71
Klacht tegen twee AA’s luidt dat bij hertoetsing op 4 oktober 2013 is gebleken dat stelsel van kwaliteitsbeheersing van hun accountantspraktijk niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Een van de AA’s was ten tijde van de toetsing in 2009 niet werkzaam bij en verbonden aan de getoetste praktijk, de andere wel. Uitgangspunt is dat elke AA die werkzaam is bij of is verbonden aan een accountantspraktijk ervoor zorg dient te dragen dat die praktijk beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Dat betekent voor de ene AA dat de klacht inhoudt dat op 4 oktober 2013 bij een toetsing is gebleken dat de praktijk daaraan niet voldeed. Dit oordeel laat onverlet dat aan een toetsing van een accountantspraktijk in het bestuursrecht andere rechtsgevolgen kunnen worden verbonden dan aan een hertoetsing. De tweede AA verrichtte op 4 oktober 2013 feitelijk geen werkzaamheden meer in de accountantspraktijk, maar was gezien zijn aandelenbezit nog wel aan de accountantspraktijk verbonden. Het stelsel voldeed op 4 oktober 2013 niet en dat leidt voor de ene AA tot een berisping en voor de andere AA tot een doorhaling van anderhalf jaar.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:70 Accountantskamer Zwolle 15/299 en 15/355 Wtra AK
- Datum publicatie: 12-06-2015
- Datum uitspraak: 12-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:70
Klacht over declaraties en het opschorten van werkzaamheden. Anders dan betrokkenen menen, is een klacht daarover bij de tuchtrechter niet niet-ontvankelijk. Voor klachten over declaraties geldt wel een terughoudende toets; slechts onder bijzondere omstandigheden slaagt een klacht over declaraties. In dit geval is niet zo’n bijzondere omstandigheid aan de orde en faalt de declaratieklacht. Nu klaagster al langere tijd betaling nalaat en zij al meermalen was gewaarschuwd, mochten betrokkenen hun werkzaamheden opschorten, nog daargelaten dat klaagster naliet de gevraagde gegevens en stukken aan te leveren als gevolg waarvan betrokkenen niet in staat waren de werkzaamheden af te ronden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:69 Accountantskamer Zwolle 15/334 Wtra AK
- Datum publicatie: 05-06-2015
- Datum uitspraak: 05-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:69
Kantoortoetsing. Ten tijde van de mondelinge behandeling zegt de betrokkene toe de twee enige beoordelingsopdrachten te zullen beëindigen en in de toekomst geen nieuwe assurance-opdrachten meer te zullen aanvaarden en voorts de hulp van een professionele organisatie in te schakelen om zijn kantoororganisatie voor wat betreft non-assuranceopdrachten geheel aan de huidige kwaliteitsnormen te laten voldoen. Alvorens definitief te beslissen stelt de Accountantskamer betrokkene in de gelegenheid binnen 3 maanden bewijsstukken van de beëindiging van de beoordelingsopdrachten en het aangaan van een overeenkomst met een professionele organisatie over te leggen.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:67 Accountantskamer Zwolle 15/290 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-06-2015
- Datum uitspraak: 01-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:67
Niet betalen van een eerder door de Accountantskamer opgelegde geldboete. Recidive. Alsnog doorhaling in het accountantsregister met termijn van minimale niet-herinschrijving van 6 maanden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:68 Accountantskamer Zwolle 14/3134 Wtra AK
- Datum publicatie: 01-06-2015
- Datum uitspraak: 01-06-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:68
Klacht tegen accountant die bij de samenstelling van de jaarrekening twee leningovereenkomsten onjuist heeft verwerkt, heeft nagelaten een ‘compte jointe’-overeenkomst, inhoudende een garantiestelling ten behoeve van een derde onjuist heeft verwerkt en daarover de minderheidsaandeelhouders van de vennootschap onjuist heeft voorgelicht. Klacht is ongegrond omdat niet is komen vast te staan dat betrokkene kennis had dan wel had moeten hebben van die overeenkomsten dan wel de in dit geval van de leiding van de vennootschap verkregen inlichtingen niet voor aannemelijk mocht houden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:66 Accountantskamer Zwolle 14/404 en 14/406 Wtra AK
- Datum publicatie: 29-05-2015
- Datum uitspraak: 29-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:66
Ten onrechte is een mobiele database, nu het betreft een intern gegenereerd klantenbestand waarvoor geen kosten bij aanschaf door de onderneming zijn gemaakt, als immaterieel vast actief in de balans van de jaarrekening opgenomen. Aldus is in strijd gehandeld met alinea 104 van de ten deze toepasselijke RJk en de voor deze (kleine) onderneming geldende voorschriften van het BW (o.m. artikelen 2:362 juncto 365 BW). Het betreft een materiele post. De samenstellend accountant, die terecht aan het activeren van deze post professionele aandacht heeft geschonken, is daardoor bij het aldus samenstellen van de jaarrekening in strijd gekomen met paragraaf 15 van NVCOS 4410. De andere tot het team behorende accountant is ook zodanig bij het activeren van deze balanspost betrokken geweest, dat van haar verwacht had mogen worden, ook al was zij ondergeschikt aan de accountant die de samenstellingsverklaring heeft afgegeven, dat zij haar collega voor het ten onrechte activeren had gewaarschuwd.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:64 Accountantskamer Zwolle 12/2145 en 12/2146 en 12/2147 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-05-2015
- Datum uitspraak: 27-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:64
Klacht over aan de civiele rechter uitgebracht deskundigenbericht (waardering van aandelen). Betrokkene heeft zich beroepen op het ‘ne bis in idem’ beginsel. Voormelde aan het (internationaal) strafprocesrecht ontleende beginsel is weliswaar niet rechtstreeks toepasselijk op het tuchtprocesrecht, maar heeft wel haar invloed op eisen die een behoorlijke tuchtprocedure aan het indienen van een klacht stellen. In dat kader heeft de Accountantskamer al eerder, voor zover thans van belang, onder meer beslist dat het niet verenigbaar is met de eisen van een goede tuchtprocesorde, indien een klager, nadat de Accountantskamer een eerder door hem ingediende klacht ter zitting heeft behandeld of (daarna) uitspraak heeft gedaan, een tweede klacht tegen dezelfde accountant indient over hetzelfde feitencomplex, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van die eerdere mondelinge behandeling bij klager bekend was of bekend had kunnen zijn en niet gebleken is van nieuwe, relevante feiten welke een nieuwe tuchtrechtelijke beoordeling zouden rechtvaardigen. Deze regel, doch niet ontleend aan voormeld ‘ne bis in idem beginsel’, heeft de Accountantskamer al eerder ook toepasselijk geacht op een tweede klacht die geen betrekking heeft op hetzelfde feitencomplex, omdat in het kader van een goede tuchtprocesorde van een klager gevergd mag worden, bijzondere omstandigheden daargelaten, dat hij zoveel als mogelijk zijn klachten tegen een betrokken accountant tegelijk in één procedure aanhangig maakt, althans dat klager voorafgaand aan de mondelinge behandeling van een eerder ingediende klacht zijn overige klachten over hem bekende gedragingen van de betrokken accountant heeft ingediend, zodat de betrokken accountant niet achtereenvolgens meerdere malen op klachten van dezelfde klager zich voor de tuchtrechter behoeft te verantwoorden over gedragingen, waarmee de klager al bekend was en waarvan hij heeft geconstateerd of redelijkerwijs heeft kunnen constateren dat deze gedragingen in strijd waren met -zakelijk weergegeven- de voor de accountant geldende regelgeving. Het is overigens dan aan de Accountantskamer om een tijdig aangevuld klachtonderdeel in het kader van een goede proceseconomie ter behandeling af te splitsen van de eerder ingediende klacht of een tijdig ingediende nieuwe, afzonderlijke klacht al dan niet te voegen met de reeds eerder ingediende klacht. Verhouding tussen een eerder in het kader van hoor en wederhoor aan klagers toegezonden conceptrapport en het latere definitieve deskundigenrapport v.w.b. het indienen van klachten tegen de inhoud van beide rapporten. Op de (vervulling van de) opdracht van een gerechtelijk deskundige is geen specifiek nader voorschrift of specifieke overige standaard als bedoeld in artikel A-130.7 van de VGC van toepassing is. Het is aan de Accountantskamer om te bezien of betrokkenen die taak hebben vervuld met inachtneming van de voor hen geldende gedrags- en beroepsregels, waaronder de in artikel A-100.4 onder a. tot en met e. van de VGC vermelde fundamentele beginselen, alsook in overeenstemming met het conceptueel raamwerk als bedoeld in artikel A-100.5 van de VGC. Daarbij tekent de Accountantskamer wel aan dat in de civiele procedure ten behoeve waarvan een accountant als gerechtelijk deskundige een deskundigenbericht uitbrengt, gelet op het wettelijk kader (zie de artikelen 194 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)) en de daarbinnen door de civiele rechter betreffende een deskundigenbericht in acht te nemen fundamentele procesrechtelijke regels, zoals hoor en wederhoor van de betrokken partijen, specifieke (rechts)regels gelden, ten aanzien waarvan de civiele rechter, mede na debat van de partijen in die civiele procedure, instructies geeft en toezicht houdt, zowel jegens de deskundige als de partijen in die procedure. Gelet daarop moet in beginsel de civiele rechter worden geacht leidend te zijn bij de processuele aspecten omtrent (de totstandkoming van) een deskundigenbericht, zoals bijvoorbeeld de in acht te nemen termijn als bedoeld in artikel 197 Rv, de vaststelling van de aan de deskundige toekomende vergoeding aan deskundigenkosten als bedoeld in artikel 199 Rv, het nemen van een nadere conclusie na het uitbrengen van het definitieve deskundigenbericht als bedoeld in artikel 132, derde lid Rv en het doen toelichten of aanvullen van het deskundigenbericht als bedoeld in artikel 194, vijfde lid Rv. Voorts geldt dat in artikel 152, tweede lid 2 Rv is bepaald dat de waardering van het deskundigenbericht aan de civiele rechter overgelaten dient te worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vraag of al dan niet voldaan is aan (de strekking van) de opdracht, althans op de gestelde vragen een voor de civiele procedure dienstig antwoord is gegeven. Een en ander betekent dat, behoudens bijzondere omstandigheden, aan de tuchtrechter op deze punten geen rol toekomt. Een dergelijke beperking in rol voor de tuchtrechter geldt niet voor de inhoud van het deskundigenbericht, de deugdelijke grondslag daarvan uitdrukkelijk daaronder begrepen, onverkort geldt. Het gaat er bij een deskundigenbericht als het onderhavige (waardering van aandelen) om dat de deskundige op de eerste plaats een waarderingsmethode toepast die, gegeven de omstandigheden, algemeen aanvaard en gebruikelijk is, althans en in elk geval niet een op hun vakgebied omstreden c.q. moeilijk verdedigbaar en/of niet gangbaar geacht standpunt c.q. maatstaf c.q. methode inneemt respectievelijk toepast en anderzijds dat de deskundige voldoende inzicht geeft in de gehanteerde methode(n) en de daarbij gehanteerde gegevens, zodat de civiele partijen, zoals klager, in staat zijn bij de civiele rechter het deskundigenbericht te becommentariëren en te bekritiseren en zo nodig de rechter gemotiveerd in overweging te kunnen geven het bericht niet of niet geheel te volgen. Niet aannemelijk is geworden dat het deskundigenbericht niet aan deze eisen voldeed.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:65 Accountantskamer Zwolle 12/185 en 12/186 en 12/187 Wtra AK
- Datum publicatie: 27-05-2015
- Datum uitspraak: 27-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:65
Klacht over een concept gerechtelijk deskundigenrapport (waardering aandelen). Maatstaf beoordeling van dergelijke rapportage (zie uitspraak van gelijke datum onder nummer 12/2145-2147 Wtra AK). Daarbij moet worden opgemerkt dat juist een waardebepaling als de onderhavige geen absolute waarheid kent. Het gaat er bij een deskundigenbericht als het onderhavige om dat de deskundige op de eerste plaats een waarderingsmethode toepast die, gegeven de omstandigheden, algemeen aanvaard en gebruikelijk is, althans en in elk geval niet een op hun vakgebied omstreden c.q. moeilijk verdedigbaar en/of niet gangbaar geacht standpunt c.q. maatstaf c.q. methode inneemt respectievelijk toepast en anderzijds dat de deskundige voldoende inzicht geeft in de gehanteerde methode(n) en de daarbij gehanteerde gegevens, zodat de civiele partijen, zoals klager, in staat zijn bij de civiele rechter het deskundigenbericht te becommentariëren en te bekritiseren en zo nodig de rechter gemotiveerd in overweging te kunnen geven het bericht niet of niet geheel te volgen. Hierbij zij aangetekend dat zulks te meer geldt voor een aan partijen in concept toegezonden rapportage, waarop zij nog kunnen reageren, voordat een deskundigenrapport definitief aan de rechter wordt uitgebracht. Professioneel kritisch opmerkingen van deskundige in het kader van het bij een bijeenkomst horen van partijen getuigen niet gauw van een tuchtrechtelijk relevante vooringenomenheid. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:63 Accountantskamer Zwolle 14/3188 en 14/3189
- Datum publicatie: 22-05-2015
- Datum uitspraak: 22-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:63
Klacht van administrateur van vennootschappen, waarvoor betrokkenen jaarrekeningen hebben samengesteld. Vergeefs beroep op niet-ontvankelijkheid van de klacht wegens termijnoverschrijding. Gegronde klacht over het verwerken van een in september 2011 plaatsgevonden cessie in de jaarrekeningen 2010, in plaats van het aanmerken als een gebeurtenis na balansdatum, en over het bijgevolg het in de jaarrekeningen 2010 opnemen van een post ‘agioreserve’. Een en ander levert schending op van het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Overige klachten over de samengestelde jaarrekeningen alsmede over samenspanning en (ander) niet integer handelen zijn ongegrond. Het gegronde deel van de klacht leidt tot de maatregel van waarschuwing.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:60 Accountantskamer Zwolle 14/2876 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-05-2015
- Datum uitspraak: 18-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:60
Klachten over persoonsgericht onderzoek naar subsidie- en opdrachtverstrekkingen in de deelgemeente Feijenoord. Betrokkene is gezien de opgesomde omstandigheden tuchtrechtelijk verantwoordelijk te achten voor de uitvoering van het onderzoek en voor de inhoud van het uitgebrachte rapport. De kwalificatie in het rapport van een uitlating in een gesprek als het uitoefenen van oneigenlijke druk door klager (destijds voorzitter van het dagelijks bestuur van de deelgemeente) is onvoldoende gemotiveerd en ontbeert daarom een toereikende grondslag. Betrokkene had die kwalificatie dan ook niet mogen presenteren aan pers en publiek en evenmin in dat verband de term machtsbederf mogen hanteren. Strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid. Berisping.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:61 Accountantskamer Zwolle 14/3059 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-05-2015
- Datum uitspraak: 18-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:61
Klacht van het OM tegen een accountant die in reactie op de vordering tot uitlevering van het kasboek van een cliënt de primaire kasregistratie zodanig aanpast dat de negatieve stand van de kas verdwijnt en deze aangepaste registratie uitlevert zonder mede te delen dat die registratie niet origineel is en is aangepast. Dergelijke handelwijze is in strijd in de fundamentele beginselen van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Het daarnaast voor de cliënt indienen van aangiften omzetbelasting terwijl betrokkene wist dat de door de cliënt aangeleverde omzetgegevens onvolledig en daardoor onjuist waren, en de aangiften omzetbelasting steeds in het voordeel van de cliënt waren, is eveneens in strijd met de fundamentele beginselen van integriteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Tot slot is gegrond de klacht over het niet tijdig melden van het bestaan van een negatieve kas als een ongebruikelijke transactie. Een en ander leidt tot de conclusie dat betrokkene met zijn handelwijze het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht en zodoende het fundamentele beginsel van professionaliteit heeft geschonden. In het kader van de bepaling van de strafmaat is er mede acht op geslagen dat betrokkene er nauwelijks blijk van heeft gegeven de onjuistheid en de onzorgvuldigheid van zijn handelwijze in te zien. Een en ander leidt tot de maatregel van tijdelijke doorhaling in het accountantsregister voor de duur van vier maanden.
-
ECLI:NL:TACAKN:2015:62 Accountantskamer Zwolle 14/2514 Wtra AK
- Datum publicatie: 18-05-2015
- Datum uitspraak: 18-05-2015
- ECLI:NL:TACAKN:2015:62
Geen sprake van tekortkoming in de behartiging van de belangen van de client in diens overleg met de belastingdienst. Klacht ongegrond.