ECLI:NL:TACAKN:2015:69 Accountantskamer Zwolle 15/334 Wtra AK

ECLI: ECLI:NL:TACAKN:2015:69
Datum uitspraak: 05-06-2015
Datum publicatie: 05-06-2015
Zaaknummer(s): 15/334 Wtra AK
Onderwerp:
Beslissingen: Tussenbeslissing
Inhoudsindicatie:   Kantoortoetsing. Ten tijde van de mondelinge behandeling zegt de betrokkene toe de twee enige beoordelingsopdrachten te zullen beëindigen en in de toekomst geen nieuwe assurance-opdrachten meer te zullen aanvaarden en voorts de hulp van een professionele organisatie  in te schakelen om zijn kantoororganisatie voor wat betreft non-assuranceopdrachten geheel aan de huidige kwaliteitsnormen te laten voldoen. Alvorens definitief te beslissen stelt de Accountantskamer betrokkene in de gelegenheid binnen 3 maanden bewijsstukken van de beëindiging van de beoordelingsopdrachten en het aangaan van een overeenkomst met een professionele organisatie over te leggen.

ACCOUNTANTSKAMER

TUSSENBESLISSING ingevolge de Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/334 Wtra AK van 5 juni 2015 van

 

de KONINKLIJKE NEDERLANDSE BEROEPSORGANISATIE van ACCOUNTANTS (Nba) ,

gevestigd te Amsterdam,

K L A A G S T E R ,

raadsvrouw: mr. G.M.C. Neuteboom-Klink,

t e g e n

Y ,

accountant-administratieconsulent,

kantoorhoudende te [plaats],

B E T R O K K E N E .

1.         Het verloop van de procedure

1.1       De Accountantskamer heeft kennisgenomen van:

-        het op 17 februari 2015 ingekomen klaagschrift van 16 februari 2015, met bijlagen;

-        het op 12 maart 2015 ingekomen verweerschrift van 11 maart 2015, met bijlagen.

1.2       De Accountantskamer heeft de klacht behandeld ter openbare zitting van 22 mei 2015, waar zijn verschenen namens klaagster G.J.A.H van der Wielen AA, adviseur van de Raad voor Toezicht, voorheen van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s (hierna: de Raad), bijgestaan door mw. mr. G.M.C. Neuteboom-Klink, advocaat te Den Haag, en betrokkene in persoon, bijgestaan door mr. G.J.A.F. Beulen, advocaat te Landgraaf.

1.3       Klaagster en betrokkene hebben op deze zitting hun standpunten doen toelichten en/of toegelicht en doen antwoorden en/of geantwoord op vragen. Klaagster en betrokkene hebben  daarbij pleitnotities overgelegd.

2.         De vaststaande feiten

Op grond van de inhoud van de gedingstukken en aan de hand van het verhandelde ter zitting stelt de Accountantskamer het volgende vast.

2.1       Betrokkene is sinds 4 oktober 1985 ingeschreven in het accountantsregister en houdt praktijk als openbaar accountant-administratieconsulent te Landgraaf. 

2.2       Op 25 oktober 2010 is de accountantspraktijk van betrokkene in het kader van de ten tijde van de toetsing geldende Verordening op de periodieke preventieve toetsing getoetst. Bij brief van 23 februari 2011 heeft de Raad betrokkene het eindoordeel van de toetsing toegezonden, inhoudende dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de praktijk van betrokkene niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

2.3       Bij brief van 31 maart 2011 heeft betrokkene desverlangd zijn verbeterplan aan de Raad toegestuurd. Dit plan heeft de Raad, onder voorwaarde, bij brief van 25 mei 2011 goedgekeurd.

2.4       Op grondslag van de ten tijde van de hertoetsing geldende Verordening op de kwaliteitstoetsing NOvAA heeft de hertoetsing van betrokkenes praktijk op 15 oktober 2013 plaatsgevonden.

2.5       Bij brief van 8 november 2013 is het conceptverslag van de hertoetsing aan betrokkene toegezonden. Bij brief van 21 november 2013 heeft betrokkene hierop gereageerd. Bij brief van 31 januari 2014 is het definitieve verslag van de hertoetsing aan betrokkene toegezonden.  

2.6       Bij brief van 6 februari 2014 heeft de Raad de beslistermijn om te komen tot een eindoordeel verlengd met zes weken. In reactie daarop heeft betrokkene bij brief van 26 februari 2014 zijn reactie op het conceptverslag van de hertoetsing van 21 november 2013 aan de Raad gezonden, omdat deze geen onderdeel uitmaakte van de rapportage van de toetsers aan de Raad.

2.7       Bij brief van 16 april 2014 heeft de Raad betrokkene, onder de mededeling dat de teamleider van het toetsingsteam zijn reactie op betrokkenes commentaar heeft verwerkt in het definitieve toetsingsverslag van 31 januari 2014,  het eindoordeel van de hertoetsing toegezonden, inhoudende dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de accountantspraktijk niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De Raad heeft betrokkene tevens medegedeeld het bestuur van de Nba te adviseren zijn bevindingen in de vorm van een klacht aan de tuchtrechter voor te leggen.

3.         De klacht

3.1       De klacht houdt in het verwijt dat de accountantspraktijk van betrokkene, waarin  onder meer assurance-opdrachten worden uitgevoerd, niet beschikt over een intern stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor gestelde normen, zoals bedoeld in artikel 3 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordeling.

3.2       De tekortkomingen in het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing deden zich in algemene zin voor, en bij twee samenstelopdrachten in de vorm van tekortkomingen op het gebied van de fundamentele beginselen, de uitvoering en documentatie van werkzaamheden en rapporteringen en bij twee beoordelingsopdrachten in de vorm van tekortkomingen op het gebied van de fundamentele beginselen, aanvaarding en continuering van opdrachten, planning, uitvoering en documentatie van werkzaamheden en afronding en rapportering.

4.         De gronden van de beslissing

4.1       Tijdens de beraadslaging is gebleken dat de Accountantskamer nadere stukken wenst te ontvangen alvorens tot een oordeel te komen. In verband daarmee wordt het volgende overwogen.

4.2       In dit geval moet worden vastgesteld dat de toetsers bij het toetsen van twee samenstellingsopdrachten in beide dossiers tekortkomingen hebben geconstateerd en hebben geconcludeerd dat één van beide samenstellingsopdrachten niet voldoende is uitgevoerd, maar de andere samenstellingsopdracht evenwel niet als onvoldoende hebben beoordeeld. Bij het toetsen van de twee beoordelingsopdrachten hebben de toetsers verschillende, waaronder ernstige tekortkomingen geconstateerd waardoor betrokkene volgens klaagster in strijd met NVCOS 2400, bepalingen uit de NVAK-ass en de VGC heeft gehandeld.

4.3       Betrokkene heeft in zijn verweerschrift naar voren gebracht dat het beleid van het kantoor erop is gericht in de toekomst geen beoordelingsopdrachten meer te aanvaarden. Ter zitting heeft hij dienaangaande toegezegd de - thans nog - twee aan hem verstrekte beoordelingsopdrachten op te zeggen en per direct te beëindigen en in zijn praktijk verder geen assurance-opdrachten meer uit te voeren. Ter realisering van verbeteringen in het stelsel van kwaliteitsbeheersing heeft betrokkene voorts naar voren gebracht bijstand te hebben gevraagd aan zijn waarnemer en aan zijn zoon, die eveneens als accountant werkzaam is, en toegezegd zich zo spoedig mogelijk te zullen laten begeleiden door een professionele organisatie, zoals Auxilium of Extendum,  om zo het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van zijn praktijk ter zake non-assurance-opdrachten geheel op orde te krijgen.

Klaagster heeft ter zitting aangegeven dat, indien betrokkene aan deze toezeggingen voldoet, zij er vertrouwen in heeft dat op aanvaardbare termijn de praktijk van betrokkene in voldoende mate aan de vereisten zal voldoen.

4.4       Bezien tegen deze  achtergrond acht de Accountantskamer het voor haar oordeelsvorming van belang dat betrokkene, binnen een termijn van drie maanden na de datum van deze beslissing, aan haar overlegt afschriften van de opzeggingsbrieven inzake de beëindiging van zijn beoordelingsopdrachten en een afschrift van een met een professionele organisatie gesloten overeenkomst gericht op afdoende begeleiding om aan de kwaliteitsnormen te voldoen. Na ontvangst van deze stukken wordt klaagster in de gelegenheid gesteld daar binnen twee weken op te reageren.

4.5       Daartoe zal de beslissing in de onderhavige zaak voor onbepaalde tijd worden aangehouden en wordt de behandeling heropend.

4.6       Op grond van het hiervoor overwogene wordt de volgende tussenbeslissing gegeven.

5.         Beslissing

De Accountantskamer:

-        heropent de behandeling van de onderhavige zaak en houdt deze aan voor onbepaalde tijd teneinde betrokkene in de gelegenheid te stellen de onder 4.4 genoemde stukken over te leggen binnen drie maanden gerekend vanaf de datum van deze uitspraak, waarna klaagster door de Accountantskamer in de gelegenheid wordt gesteld binnen twee weken haar reactie daarop te zenden;

-        bepaalt dat de zaak, tenzij naar aanleiding van de nadere wisseling van stukken anders moet worden beslist, zonder nadere behandeling ter zitting zal worden afgedaan met de uitspraak van de beslissing op een openbare zitting ongeveer tien weken na afloop van evengenoemde termijn waarbinnen klaagster mocht reageren, welke beslissing op dezelfde dag tevens op schrift naar partijen zal worden verzonden;

-        houdt voor het overige iedere beslissing aan.

Aldus beslist door mr. M.B. Werkhoven, voorzitter, mr. W.F. Boele en mr. C.H. de Haan (rechterlijke leden) en S.L.J. Graafsma RA en P. van de Streek AA (accountantsleden), in aanwezigheid van mr. G.A. Genee, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2015.

_________                                                                                          __________

secretaris                                                                                            voorzitter

Deze uitspraak is aan partijen verzonden op:_______________________