Zoekresultaten 51-60 van de 13660 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7041
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:44
Klacht tegen huisarts over gemiste diagnose en onjuiste advisering ongegrond. Huisarts kon diagnose brandend maagzuur op basis van omschrijving klachten door klager en uitgevoerd lichamelijk onderzoek redelijkerwijs stellen. Geen concrete aanwijzingen voor andere kwaal, in het bijzonder hartklachten.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:53 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2409
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:53
Ongegronde klacht tegen een arts, destijds ANIOS werkzaam in verpleeghuis. Klaagster is een 89-jarige vrouw die in een verpleeghuis woont. Bij haar is 22 jaar geleden borstkanker vastgesteld, waarna een borstsparende operatie heeft plaatsgevonden. Eind 2022 zijn bij klaagster plekjes op haar borst ontstaan. De arts heeft die plekjes behandeld met ketoconazol/hydrocortison crème, in verband met verdenking van dermatomycose of eczeem. Aanvankelijk leek de uitgebreidheid en roodheid van de plekjes af te nemen, maar daarna trad er geen verbetering meer op. Na 12 weken behandeling heeft de arts een teleconsult aangevraagd bij de dermatoloog. Conform het advies werd klaagster verwezen naar het ziekenhuis, waar een mammogram werd gemaakt en een biopt genomen. Daaruit bleek dat sprake was van een teruggekeerde borstkanker (recidief mammacarcinoom ). Klaagster verwijt de arts dat zij nalatig en onzorgvuldig heeft gehandeld door de plekjes te blijven behandelen met een crème, terwijl zij niet wist wat het was, en niet eerder een dermatologisch consult aan te vragen. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond en legt aan de arts de maatregel van waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt die beslissing omdat de arts in dit specifieke geval mocht vertrouwen op het oordeel van de specialisten ouderengeneeskunde dat geen sprake was van maligniteit. Gedurende twee maanden reageerde klaagster op de ingezette behandeling. Toen de behandeling stagneerde heeft de arts advies gevraagd aan de supervisor. Dat advies luidde om bij geen verbetering een dermatologisch consult aan te vragen. De arts heeft de huidafwijking daarna nog één keer behandeld met de zalf. Nadat zij een week afwezig was, heeft zij tijdens het eerstvolgende beoordelingsmoment geconstateerd dat verbetering uitbleef. De arts heeft vervolgens gehandeld conform het advies van de specialist ouderengeneeskunde door de dermatoloog in (tele-)consult te vragen. Alles overziend kan de arts naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZRSHE:2025:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7002
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZRSHE:2025:45
Huisarts heeft gehandeld in strijd met richtlijn KNMG door een medische verklaring over eigen patiënt af te geven. Klacht gegrond. Geen maatregel, omdat huisarts zijn verantwoordelijkheid heeft willen nemen om verbetering te brengen in zorgelijke situatie van zijn patiënt en omdat de richtlijn is geschreven ter bescherming van de patiënt en niet van klagers.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:54 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2524
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:54
Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. De moeder van klaagster verbleef in een verpleeghuis waar de verpleegkundig specialist werkt. Bij moeder was sprake van ernstig chronisch leverfalen en een dementieel syndroom. Moeder was vanaf begin juni 2022 niet meer goed aanspreekbaar. Ongeveer een week later is zij overleden. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist dat zij klaagster ten onrechte niet als wettelijk vertegenwoordigster heeft aangemerkt, klaagster niet voldoende heeft geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, haar moeder een verkeerde medische behandeling heeft laten ondergaan en haar moeder tegen haar wil medicatie heeft toegediend. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in de klacht voor zover deze ziet op de periode vóór begin juni 2022 en oordeelt dat de klacht voor het overige ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege beoordeelt de klacht over de hele periode en komt tot de conclusie dat de verpleegkundig specialist geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2327
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:48
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster heeft in 2021 drie consulten gehad (waarvan één telefonisch) bij de bedrijfsarts in verband met fysieke en mentale klachten, waarvoor zij zich ziek had gemeld bij haar werkgever. Naast de consulten is er ook contact geweest via e-mail. Klaagster verwijt de bedrijfsarts - samengevat - dat zijn verslaglegging onvolledig en/of onjuist is en dat hij zich onbetrouwbaar opgesteld heeft. Ook heeft hij volgens klaagster in diverse opzichten onprofessioneel gehandeld en voldoet zijn klachtenprocedure niet aan de eisen die daarvoor gelden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in alle onderdelen ongegrond. Klaagster is van die beslissing in beroep gekomen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart het beroep deels gegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:55 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2523
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:55
Ongegronde klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. De moeder van klaagster verbleef in een verpleeghuis waar de specialist ouderengeneeskunde werkt. Bij moeder was sprake van ernstig chronisch leverfalen en een dementieel syndroom. Een verpleegkundig specialist (eveneens aangeklaagd, C2024/2524) was vanaf de opname de regiebehandelaar van moeder. Moeder was vanaf begin juni 2022 niet meer goed aanspreekbaar. Ongeveer een week later is zij overleden. Klaagster verwijt de specialist ouderengeneeskunde dat zij klaagster ten onrechte niet als wettelijk vertegenwoordigster heeft aangemerkt, klaagster niet voldoende heeft geïnformeerd over de behandeling van haar moeder, haar moeder een verkeerde medische behandeling heeft laten ondergaan en haar moeder tegen haar wil medicatie heeft toegediend. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet ontvankelijk in de klacht voor zover deze ziet op de periode vóór begin juni 2022 en oordeelt dat de klacht voor het overige ongegrond is. Het Centraal Tuchtcollege beoordeelt de klacht over de hele periode en komt tot de conclusie dat de specialist ouderengeneeskunde geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2413
- Datum publicatie: 02-04-2025
- Datum uitspraak: 02-04-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:49
Gegronde klacht tegen een gz-psycholoog. De gz-psycholoog heeft gedurende enkele maanden een behandelrelatie gehad met een cliënt die gedurende het behandeltraject verliefde gevoelens voor haar heeft ontwikkeld. Deze gevoelens worden vervolgens besproken in de therapie, waarna deze lijken te verdwijnen of in ieder geval minder aanwezig zijn. Als de gevoelens weer terugkomen, beëindigt de gz-psycholoog de behandelrelatie. Een dag na het beëindigen van de behandelrelatie is er op initiatief van de cliënt een e-mailwisseling tussen de cliënt en de gz-psycholoog. Een paar dagen later neemt de gz-psycholoog via WhatsApp contact op met de cliënt. Vanaf dat moment ontstaat er gedurende enkele maanden een intensief contact tussen de cliënt en de gz-psycholoog. Hierbij gaat het om frequent WhatsAppcontact, e-mails, het delen van privéfoto’s en drie persoonlijke afspraken, waarbij eenmaal de minderjarige dochter van de gz-psycholoog aanwezig is. Na die eerste maanden van intensief contact is er gedurende enkele jaren sprake van minder intensief en onregelmatig contact. De Inspectie verwijt de gz-psycholoog dat zij ernstig grensoverschrijdend heeft gehandeld en haar beroepsgeheim heeft geschonden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen over het grensoverschrijdend handelen en de schending van de geheimhoudingsplicht gegrond en heeft aan de gz-psycholoog de maatregel opgelegd van een voorwaardelijke ontzegging van het recht om opnieuw in het BIG-register te worden ingeschreven. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om de maatregel van ontzegging van het recht om opnieuw in het BIG-register te worden ingeschreven onder voorwaarden op te leggen. Verder is ook het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de gz-psycholoog door het zeer intensieve contact dat zij onderhield met de cliënt ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Ook heeft de gz-psycholoog naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege haar geheimhoudingsplicht geschonden door met de cliënt over andere cliënten te praten. Het Centraal Tuchtcollege komt tot het oordeel dat niet kan worden volstaan met een lichtere maatregel dan ontzegging van het recht om opnieuw in het BIG-register te worden ingeschreven.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:70 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7152
- Datum publicatie: 01-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:70
Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist. De moeder van klaagster (patiënte) is behandeld voor borstkanker met uitzaaiingen. Patiënte is overleden. De internist heeft enkele keren gesproken met patiënte en klaagster, als vervanger van de hoofdbehandelaar van patiënte. Klaagster verwijt de internist dat zij patiënte en klaagster heeft afgesnauwd. Klaagster heeft van de gesprekken met de internist heimelijk geluidsopnames gemaakt. Deze geluidsopnames zijn met transcripties aan het college overgelegd. Op grond van de geluidsopnames is het college van oordeel dat er geen sprake is geweest van een ongepaste bejegening, laat staan afsnauwen. De klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7149
- Datum publicatie: 01-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:77
Kennelijk ongegronde klacht tegen een arts. Patiënte kwam vanuit het verpleeghuis naar de SEH in verband met benauwdheidsklachten. In de avond is patiënte met een zorgambulance naar het verpleeghuis teruggegaan. Klaagster verwijt de arts dat zij geen terugkoppeling heeft gegeven over morfinebehandeling aan het verpleeghuis en dat zij totaal onbegripvol en respectloos was naar patiënte en haar familie. Dat de arts geen terugkoppeling heeft gegeven blijkt niet uit het medisch dossier. Het telefonisch informeren van het avondhoofd van het verpleeghuis en het meegeven van de SEH status met patiënte, toen zij werd teruggebracht naar het verpleeghuis, getuigt van een zorgvuldige handelwijze. De klacht over de bejegening is ook kennelijk ongegrond.Kenmerk: onvoldoende informatie
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:71 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7153
- Datum publicatie: 01-04-2025
- Datum uitspraak: 01-04-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:71
Kennelijk ongegronde klacht tegen een chirurg. De moeder van klaagster (patiënte) is behandeld voor borstkanker met uitzaaiingen. Patiënte is overleden. De chirurg heeft met patiënte en klaagster gesproken, en uitgelegd dat er op dat moment geen voordeel te behalen was bij een leverresectie. Volgens klaagster heeft de chirurg tijdens dit consult gezegd dat hij, na het afronden van de chemotherapie, bereid was om nogmaals te kijken of een operatie mogelijk was. Klaagster verwijt de chirurg dat hij deze afspraak niet is nagekomen. Klaagster heeft van het gesprek met de chirurg heimelijk een geluidsopname gemaakt. Deze geluidsopname is met transcriptie aan het college overgelegd. Op grond van de geluidsopname is het college van oordeel dat de chirurg duidelijk en netjes heeft uitgelegd waarom een operatie op dat moment niet mogelijk was. Uit de geluidsopname blijkt niet dat er een vaststaande afspraak is gemaakt om na de chemotherapie opnieuw een afspraak met patiënte in te plannen. De chirurg heeft na het consult niet nogmaals een verzoek ontvangen om een operatie te heroverwegen. De klacht is kennelijk ongegrond.