Zoekresultaten 81-90 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-012
- Datum publicatie: 21-07-2020
- Datum uitspraak: 21-07-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:85
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Vaststaat dat beklaagde BIG-geregistreerd verpleegkundige is (en geen geregistreerde GGZ psycholoog). Ook staat vast dat zij als zodanig geen patiëntenzorg heeft verleend aan klaagster. De eerste tuchtnorm is dus niet aan de orde. Daarnaast is duidelijk dat beklaagde zich steeds als zus van klaagster op enigerlei wijze heeft gemengd in kwesties die betrekking hebben op de zoon van klaagster. Er is geen aanwijzing dat zij daarmee heeft gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar (behoorlijk verpleegkundige) betaamt, zoals bedoeld in de tweede tuchtnorm. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19213
- Datum publicatie: 16-07-2020
- Datum uitspraak: 16-07-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:34
Verpleegkundig specialist wordt onder meer verweten dat zij geen middelen heeft ingezet om de opbouw en de afbouw van medicatie in goede banen te leiden en hierover geen advies heeft gevraagd van een nefroloog, een en ander zonder de familie daarbij te betrekken. College: verweerster mocht medicatie voorschrijven en was daarvoor eindverantwoordelijk. Zij heeft zich onvoldoende vergewist van de mogelijke gevolgen van het afbouwen van lithium zonder dat er een goed opbouwschema was voor Depakine, terwijl sprake was van een patiënt met een ernstige bipolaire stoornis. Zij heeft ten onrechte nagelaten de familie van de patiënt bij de behandeling te betrekken. Geen overzicht over het complexe ziektebeeld van de patiënt en de precaire balans die hij met het gebruik van lithium had gekregen. Onduidelijk is of zij de waarschuwingssignalen voldoende inzichtelijk had en heeft besproken met de casemanager. Ten onrechte geen nefroloog geraadpleegd en onvoldoende op de patiënt afgestemd overleg gehad met een geriater of een ouderenpsychiater. Gedeeltelijk gegrond. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/019
- Datum publicatie: 14-07-2020
- Datum uitspraak: 14-07-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:82
Klaagster dient een klacht in over de behandeling van haar meerderjarige zoon door een verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige alarmsignalen te hebben genegeerd en niet adequaat te hebben ingegrepen, terwijl de toestand van haar zoon verslechterde, ten onrechte geen IBS te hebben uitgeschreven etc. Verweerder stelt zich primair op het standpunt dat klaagster niet-ontvankelijk is in haar klacht, nu haar zoon meerderjarig is en zelf een klacht over zijn behandeling kan indienen. Klaagster stelt dat zij als moeder van een patiënt onder het begrip 'rechtstreeks belanghebbende' als bedoeld in artikel 65 eerste lid, sub a Wet BIG valt. Daarnaast is haar zoon onder curatele gesteld. Het college verklaart klaagster niet-ontvankelijk. Gesteld noch gebleken is dat haar zoon met het indienen van de klacht heeft ingestemd . Evenmin is gebleken dat de zoon van klaagster wilsonbekwaam is en niet in staat zou zijn om te beslissen over klachten over zijn behandeling. De enkele omstandigheid dat de zoon van klaagster ontoerekeningsvatbaar is verklaard of onder curatele is gesteld, betekent niet zonder meer dat hij niet in staat zou zijn tot een redelijke waardering van zijn belangen in deze. Niet-ontvankelijk
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 2019
- Datum publicatie: 08-07-2020
- Datum uitspraak: 08-07-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:32
De inspectie verwijt de verpleegkundige dat zij in strijd met de professionele normen een (seksuele) relatie met een cliënt is aangegaan en over de relatie geen openheid heeft gegeven binnen de instelling. College: klacht gegrond. Verpleegkundige heeft volmondig erkend dat ze fout heeft gehandeld en dat de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen volledig bij haar ligt. Grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening in ernstige mate overschreden. Dit rechtvaardigt als uitgangspunt een zware maatregel, waarbij tenminste een voorwaardelijke schorsing voor de hand ligt. College weegt mee in hoeverre de verpleegkundige inzicht heeft getoond in haar handelen en hoe groot het herhalingsrisico is. De verpleegkundige heeft meerdere stappen gezet die blijk geven van reflecterend vermogen en de wil om zich te blijven ontwikkelen. Ze heeft onder meer volledige openheid gegeven naar huidige werkgever en neemt deel aan intervisie en evaluatiegesprekken met het thema afstand-nabijheid. Zij heeft inzicht in de onjuistheid van haar handelen. Risico op herhaling wordt zeer gering geacht. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:77 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/461
- Datum publicatie: 03-07-2020
- Datum uitspraak: 03-07-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:77
Klaagster dient een klacht in tegen een verpleegkundige van de GGD met verwijt dat de verpleegkundige onzorgvuldig is omgegaan met door de GGD verstrekte vragenlijsten en het medisch dossier van haar minderjarige dochter. Volgens klaagster heeft de verpleegkundige haar als hulpvrager in de steek gelaten door niet of te laat te reageren op het in de vragenlijsten neergelegde verzoek om een gesprek met klaagster. De verpleegkundige erkent dat zij dat had moeten reageren (of eerder had moeten reageren) maar betwist dat de fout zo ernstig is dat haar een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/467
- Datum publicatie: 02-04-2020
- Datum uitspraak: 02-04-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:50
De IGJ verwijt de verpleegkundige dat hij zijn professionele grenzen als verpleegkundige heeft overschreden door tijdens de behandelrelatie een persoonlijke relatie aan te gaan, welke relatie kort na de opname van cliënte uitmondde in een seksuele relatie. De IGJ verwijt de verpleegkundige een beperkt inzicht in zijn handelen. De verpleegkundige heeft erkend en heeft spijt, maar dat hem een beperkt inzicht wordt verweten is volgens de verpleegkundige een verkeerde voorstelling van zaken en er bestaat ook geen risico op herhaling. Gegrond, schorsing
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2002:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/443
- Datum publicatie: 20-03-2020
- Datum uitspraak: 20-03-2002
- ECLI:NL:TGZRAMS:2002:2
Klager dient een klacht in tegen een verpleegkundige, onder meer met het verwijt dat de verpleegkundige ernstige dwang heeft toegepast, terwijl daartoe geen aanleiding bestond en niet voldaan werd aan de wettelijke vereisten. Volgens klager was de houding van verweerder zodanig dreigend en intimideren, dat klager geen uitweg zag en uiteindelijk toch maar de gesloten afdeling is opgelopen, terwijl hij dat niet wilde. Verweerder betwist dat hij gezegd zou hebben 'desnoods til ik je over de drempel', maar erkent dat hij sturend is en kennelijk - achteraf bezien - in woord wat te directief is gewest. Volgens verweerder was - gelet op urgentie van de dreiging - enig aandringen geoorloofd. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:45 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/343
- Datum publicatie: 20-03-2020
- Datum uitspraak: 20-03-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:45
Klager dient een klacht in tegen een verpleegkundige met het verwijt zij heeft verzuimd mhet in gesprek te gaan over zijn problemen met de psychiater en hem niet heeft willen doorverwijzen naar de psychiater. Ook verwijt klager verweerster dat zij heeft verzuimd zijn klacht door te sturen naar het tuchtcollege. Verweerster voert verweer. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-160b
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:39
Kennelijk ongegronde klacht tegen een verpleegkundige. Beklaagde is sinds 1 mei 2019 niet meer betrokken bij de behandeling van klaagster. Er zijn geen aanwijzingen in het dossier dat beklaagde zich nadien nog heeft bemoeid met klaagsters behandeling en/of opname. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:40 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-210
- Datum publicatie: 03-03-2020
- Datum uitspraak: 03-03-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:40
Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Klaagster is directeur van de instelling waarbij de verpleeg kundige voor het verlenen van individuele zorg is ingeschreven en is daarom klachtgerechtigd. Beklaagde heeft ernstig misbruik gemaakt van een afhankelijke en (deels) verwarde patiënt. Duidelijk is geworden dat een aanzienlijk geldbedrag (€ 14.800), afkomstig van de aan de zorg van beklaagde toevertrouwde – nota bene terminale – patiënt, willens en wetens door beklaagde is ontvangen. Dit is zeer ernstig en in strijd met artikel 2.4 van de Beroepscode V&V. Schending van de eerste en tweede tuchtnorm. Klacht gegrond verklaard. Doorhaling en publicatie.