Zoekresultaten 61-70 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-046
- Datum publicatie: 27-10-2020
- Datum uitspraak: 27-10-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:116
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Vaststaat dat beklaagde het medisch dossier van klager heeft ingezien terwijl zij geen behandelrelatie met hem had en klager haar daartoe ook geen toestemming had verleend. Zij had dus geen recht op inzage in het patiëntendossier van klager. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Omdat b eklaagde ter zitting inzicht heeft getoond in het laakbare van haar handelen door haar werkgever disciplinair is gestraft , wordt geen maatregel opgelegd. Publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2020:117 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2020-071
- Datum publicatie: 27-10-2020
- Datum uitspraak: 27-10-2020
- ECLI:NL:TGZRSGR:2020:117
Gedeeltelijk gegronde klacht tegen een verpleegkundige. Beklaagde heeft zich gedurende een aantal maanden geldbedragen van aan zijn zorg toevertrouwde cliënten op onrechtmatige wijze toegeëigend. Het College is van oordeel dat beklaagde door zich wederrechtelijk geld van kwetsbare en van hem afhankelijke cliënten toe te eigenen, ver buiten de professionele grenzen is gegaan die hij als verpleegkundige/persoonlijk begeleider in acht had te nemen. Nu beklaagde niet ter zitting is verschenen, heeft hij niet kunnen toelichten wat de stand van zaken is omtrent behandeling van zijn psychische problematiek. Informatie aan de hand waarvan het College in staat wordt gesteld de kans op herhaling in te schatten en te beoordelen in welke mate beklaagde inzicht toont in de laakbaarheid van zijn gedrag en de gevolgen van dat gedrag voor de benadeelde cliënten, ontbreekt. Onder deze omstandigheden acht het College het niet verantwoord om beklaagde na enige tijd terug te laten keren in zijn beroep als verpleegkundige. Klacht gedeeltelijk gegrond verklaard. Doorhaling van de inschrijving in het BIG-register en publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.031
- Datum publicatie: 19-10-2020
- Datum uitspraak: 15-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:178
Klacht tegen verpleegkundige. Klager is lange tijd onder behandeling geweest bij een expertisecentrum voor persoonlijkheidsproblematiek en heeft tegen een groot aantal behandelaren een klacht ingediend. Verweerster heeft in het kader van de behandeling gedurende circa drie maanden contact met klager gehad. Daarna heeft klager per e-mail het vertrouwen in verweerster opgezegd. Klager verwijt verweerster – kort gezegd – dat zijn vertrouwen in de gezondheidszorg kapot is gemaakt. Meer specifiek verwijt klager verweerster dat zij heeft gefraudeerd door, ook nadat de behandelrelatie door klager was opgezegd, in zijn dossier tijd te schrijven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.032
- Datum publicatie: 19-10-2020
- Datum uitspraak: 15-10-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:179
Klacht tegen verpleegkundige. Klager is lange tijd onder behandeling geweest bij een expertisecentrum voor persoonlijkheidsproblematiek en heeft tegen een groot aantal behandelaren een klacht ingediend. Verweerder heeft in het kader van de behandeling gedurende circa drie maanden contact met klager gehad. Daarna heeft klager het vertrouwen in verweerder opgezegd. Klager verwijt verweerder – kort gezegd – dat zijn vertrouwen in de gezondheidszorg kapot is gemaakt. Meer specifiek verwijt klager verweerder onder andere dat hij heeft gefraudeerd door, ook nadat klager de behandelrelatie had opgezegd, in zijn dossier tijd te schrijven. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager en gelast de publicatie van de beslissing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:129 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/073
- Datum publicatie: 15-10-2020
- Datum uitspraak: 15-10-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:129
Klaagster dient een klacht in tegen een verpleegkundige; zij verwijt hem (onder meer) dat hij niet heeft erkend dat zij psychotisch aan het ontregelen was, dat hij haar niet in persoon heeft beoordeeld maar zijn argumentatie baseerde op een eerdere schriftelijke verslaglegging van zijn collega's, onjuiste en gebrekke dossiervoering, beleid en signalen vanuit het signaleringsplan niet bekend waren en niet erkend werden en dat hij geen nazorg heeft geboden. De verpleegkundige voert verweer. Naar het oordeel van het college is de klacht kennelijk ongegrond
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:47 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 19159
- Datum publicatie: 07-10-2020
- Datum uitspraak: 07-10-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:47
Verpleegkundige. 17 klachtonderdelen, waaronder het doen van negatieve uitspraken over het functioneren en de deskundigheid van klager in zijn functie als huisarts, het zonder toestemming inzien van het dossier van een overleden patiënte, schending van het medisch beroepsgeheim, het doen van uitspraken over een patiënte die de deskundigheid van de verpleegkundige te buiten gaan en het betichten van klager van een ernstig strafbaar feit zonder betrokken te zijn geweest bij de behandeling van patiënte. College: Eén klachtonderdeel wordt gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard. Het college is van oordeel dat klaagster niet-ontvankelijk is voor zover dat klachtonderdeel ziet op het toebrengen van schade aan ‘de familie’, waarbij het college de term ‘familie’ aldus begrijpt dat klagers zèlf zijn geschaad. Eén klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Het college is van oordeel dat het verweerder tuchtrechtelijk kan en moet worden verweten dat hij het dossier van de overleden patiënte heeft ingezien de dag voordat hij als getuige door de politie werd gehoord in verband met het overlijden van de patiënte. Verweerder was immers niet betrokken geweest bij de behandeling van de patiënte en had uit dien hoofde geen reden om het dossier in te zien. Het op handen zijnde verhoor bij de politie vormde daarvoor geen rechtvaardiging. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk gegrond, waarschuwing. Publicatie in Staatscourant en tijdschrift Nursing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 213/2019
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:106
Klacht tegen verpleegkundige ongegrond. Hoewel het beter had gekund is de verpleegkundige binnen de grenzen van een redelijke bekwame beroepsuitoefening gebleven toen zij op het verkeerde been werd gezet door verschillende informatie uit stukken omtrent de positionering van een darmpoliep. Een collega van beklaagde heeft het bedoelde telefonisch contact gehad met klagers. Omdat de verpleegkundige niet betrokken was bij het telefoongesprek kan haar dat niet tuchtrechtelijk verweten worde.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2020:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2019
- Datum publicatie: 02-10-2020
- Datum uitspraak: 02-10-2020
- ECLI:NL:TGZRZWO:2020:103
Klacht tegen verpleegkundige gegrond. Beklaagde had professionele toonzetting moeten kiezen in Whatsapp-bericht aan de werkgever. Nadat klaagster het bericht op de telefoon van beklaagde had gelezen is het gesprek niet professioneel verlopen. Beklaagde was verantwoordelijk vanuit haar professie voor een correct verloop van het gesprek. Dat klaagster in een niet verantwoorde toestand het gesprek heeft verlaten is niet gebleken. Klacht gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2020:46 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 2052
- Datum publicatie: 30-09-2020
- Datum uitspraak: 30-09-2020
- ECLI:NL:TGZREIN:2020:46
Klacht ingediend door de Inspectie. Verwijt aan verpleegkundige van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag jegens cliënte tijdens de behandelrelatie. Verpleegkundige was werkzaam in een instelling voor de behandeling van complexe psychiatrische problemen. College: klacht gegrond. A l door het aangaan van een relatie heeft verpleegkundige in strijd gehandeld met de voor hem geldende professionele normen en de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening in ernstige mate overschreden. De zorgverlener is (tuchtrechtelijk) verantwoordelijk voor het bewaken van die grenzen, in het bijzonder wanneer het gaat om extra kwetsbare patiënten/cliënten. Verpleegkundige heeft bovendien geen afkoelingsperiode in acht genomen en in eerste instantie geen openheid van zaken gegeven over de intimiteit van de relatie. Verpleegkundige toont wel inzicht in de ernst van de gedraging, maar heeft onvoldoende maatregelen getroffen. Risico op herhaling. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde onder behandeling stellen van BIG-geregistreerd gz-psycholoog of psychotherapeut. Behandeling moet zijn gericht op het thema afstand en nabijheid en het overschrijden van de persoonlijke en professionele grenzen binnen of vlak na een behandelrelatie en het herkennen van signalen die mogelijk leiden tot overschrijding van de professionele grenzen. Publicatie in Staatscourant en tijdschrift Nursing.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2020:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2020.027
- Datum publicatie: 18-09-2020
- Datum uitspraak: 18-09-2020
- ECLI:NL:TGZCTG:2020:165
Klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige is werkzaam binnen het High Intensive Care (HIC) team van een GGZ-instelling. Op enig moment heeft de verpleegkundige vanuit huis veelvuldig WhatsAppberichten gestuurd en gebeld naar een patiënte. Patiënte heeft het personeel hierover geïnformeerd waarna de verpleegkundige is opgedragen hiermee direct te stoppen. De verpleegkundige heeft hieraan geen gehoor gegeven. Klaagster (de GGZ-instelling) verwijt de verpleegkundige dat hij met zijn handelen buiten de grenzen van zijn professioneel handelen is getreden en daarmee het vertrouwen heeft geschaad dat patiënten en collega’s mogen hebben in de verpleegkundige zorg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register op. Het beroep van de verpleegkundige ziet uitsluitend op de zwaarte van de opgelegde maatregel. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat sprake is geweest van eenmalig ernstig grensoverschrijdend gedrag op het moment dat de verpleegkundige aan het re-integreren was na een burn-out, terwijl de verpleegkundige daarvoor al twintig jaar als verpleegkundige werkzaam was zonder met de tuchtrechter in aanraking te komen. De verpleegkundige heeft daarvoor direct hulpverlening ingeschakeld, is zich bewust dat dit nooit meer mag gebeuren en heeft spijt van zijn handelen. Het Centraal Tuchtcollege verklaart daarom het beroep ten aanzien van de opgelegde maatregel gegrond en legt aan de verpleegkundige de maatregel van voorwaardelijke schorsing op voor de duur van een jaar met een proeftijd van twee jaren en gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om zijn beroep uit te oefenen, in die zin dat hij niet langer werkzaam mag zijn binnen een GGZ-instelling.