Zoekresultaten 521-530 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:376 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2014.157
- Datum publicatie: 04-12-2014
- Datum uitspraak: 04-12-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:376
Klacht tegen verpleegkundige. De aangeklaagde verpleegkundige heeft gedurende de behandelrelatie ook persoonlijk contact gehad met patiënte. Hem wordt grensoverschrijdend gedrag verweten. De klacht bestaat uit de volgende onderdelen: 1) verweerder heeft zich jegens patiënte ernstig grensoverschrijdend gedragen door seksueel contact met haar te hebben in de periode waarin tussen beiden een behandelingsovereenkomst gold, 2) verweerder heeft nagelaten het contact en de problemen met patiënte te bespreken met zijn leidinggevende of collega’s, 3) de doorverwijzing van patiënte is onnodig vertraagd, 4) verweerder heeft zich onvoldoende toetsbaar opgesteld, 5) verweerder heeft de aard van de relatie met patiënte miskend,6) verweerder heeft van de gesprekken met patiënte geen aantekening in het patiëntendossier gemaakt. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 1, 2, 5, 6 gegrond en de klachtonderdelen 3, 4 ongegrond en legt de maatregel van doorhaling van de inschrijving op en schorst bij wijze van voorlopige voorziening die inschrijving met onmiddellijke ingang en publicatie. De verpleegkundige heeft in het door hem ingestelde principale appel erkend dat zijn gedrag grensoverschrijdend is geweest, doch hij betwist dat hij een seksuele relatie met de patiënte heeft gehad. Hij bepleit op de oplegging van een minder zware maatregel. Het incidentele appel van de Inspectie richt zich tegen de ongegrondverklaring van klachtonderdeel 3. Het Centraal Tuchtcollege heeft het incidentele appel ongegrond verklaard en afgewezen. In het principale appel heeft het Centraal Tuchtcollege op basis van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting niet kunnen vaststellen dat sprake is geweest van een seksuele relatie tussen de verpleegkundige en de patiënte. Wel is komen vast dat de verpleegkundige door buiten de behandelrelatie om gedurende minimaal twee maanden met de patiënte tweemaal te wandelen, veelvuldig en soms langdurig met haar te telefoneren, contact met haar te hebben via social media, haar thuis te ontvangen en daarna naar huis te brengen, de Beroepscode Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundigen (2002) heeft overtreden en zich schuldig heeft gemaakt aan grensoverschrijdend en ernstig tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag. Hiervoor legt het Centraal Tuchtcollege hem de maatregel op van een voorwaardelijke schorsing voor de duur van een jaar met een proeftijd van 2 jaar.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-080g
- Datum publicatie: 02-12-2014
- Datum uitspraak: 02-12-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:120
Klacht tegen verpleegkundige die namens de verpleging aanwezig is geweest bij familiegesprekken over de verpleging van de overleden vader van klaagster, maar die niet bij de verpleging zelf betrokken is geweest. Klaagster ontvankelijk als nabestaande. Tweede ontvankelijkheidsverweer - dat verweerster zelf niet bij de behandeling was betrokken – ook verworpen, nu de familiegesprekken wel betrekking hadden op de patiënt. Klacht als ongegrond afgewezen. Mogelijke fouten bij de verpleging waarbij verweerster niet was betrokken, kunnen niet leiden tot tuchtrechtelijk verwijt aan verweerster, omdat persoonlijk handelen centraal staat. Niet gebleken van tuchtrechtelijk verwijtbare gedragingen tijdens de familiegesprekken.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2014:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 14139
- Datum publicatie: 02-12-2014
- Datum uitspraak: 02-12-2014
- ECLI:NL:TGZREIN:2014:101
Beroepsgeheim en verpleegkundige beroepscode geschonden vanwege het plaatsen van medische informatie in de sociale media (Facebook). Waarschuwing en publicatie van de uitspraak.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2013-080i
- Datum publicatie: 02-12-2014
- Datum uitspraak: 02-12-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:121
Klacht tegen transfer-verpleegkundige die belast is geweest met het regelen van zorg voor de vader van klaagster na ziekenhuisopnames, maar die niet bij de verpleging zelf betrokken is geweest. Klaagster ontvankelijk als nabestaande. Tweede ontvankelijkheidsverweer – dat verweerster zelf niet bij de behandeling was betrokken – ook verworpen, nu de contacten inzake de transfer wel betrekking hadden op de patient. Klachten als ongegrond afgewezen. Eerste klacht had geen betrekking op de door verweerster geregelde zorg. Tweede klacht betrof de beslissing tot ontslag zelf, die niet door verweerster maar door een arts is genomen. De gestelde niet-beschikbaarheid van informatie over onderzoeken en het nog steeds bestaan van klachten bij de patiënt kunnen niet leiden tot tuchtrechtelijk verwijt aan verweerster.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2014:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 14149
- Datum publicatie: 02-12-2014
- Datum uitspraak: 02-12-2014
- ECLI:NL:TGZREIN:2014:102
Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan grensoverschrijdend seksueel gedrag jegens een minderjarige verstandelijke gehandicapte. H et is niet verantwoord dat verweerder zich met de zorg van minderjarigen en verstandelijk gehandicapten bezig houdt, omdat hij geen inzicht heeft in zijn gedrag. Het college volgt de suggestie van de IGZ met betrekking tot de oplegging van de maatregel en een gedeeltelijke ontzegging van de bevoegdheid om het beroep van verpleegkundige, in het register ingeschreven staande, uit te oefenen. Publicatie van de uitspraak.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2014:122 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2014-162a
- Datum publicatie: 02-12-2014
- Datum uitspraak: 02-12-2014
- ECLI:NL:TGZRSGR:2014:122
Klager in klacht tegen verpleegkundige niet-ontvankelijk. Geen rechtstreeks belanghebbende. Nu klager niet een naaste betrekking is van de patiënt, is hij ook niet als zodanig gerechtigd een tuchtklacht in te dienen over een gedraging in het kader van de behandeling van de patiënt waardoor klager zich persoonlijk benadeeld voelt. Van enig handelen jegens klager los van de behandeling van de patiënt is niet gebleken. Daarbij komt dat de patiënt expliciet heeft verklaard niet met de indiening van de klacht in te stemmen. Klager niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2014:148 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 291/2013
- Datum publicatie: 26-11-2014
- Datum uitspraak: 26-11-2014
- ECLI:NL:TGZRZWO:2014:148
Klacht tegen verpleegkundige over behandeling van moeder van klagers in woonzorgcentrum. Klacht kennelijk ongegrond. Verweerster was leidinggevende en heeft niet zelf zorg verleend. Niet gebleken dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:339 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.414
- Datum publicatie: 20-11-2014
- Datum uitspraak: 20-11-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:339
Klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Klager verwijt de verpleegkundige dat zij inzage in en kopieën van het medisch dossier van zijn moeder aan hem weigert te verstrekken, dat zij ten onrechte de diagnose verminderde begaafdheid en schizofrenie bij zijn moeder heeft gesteld, dat zij aan zijn moeder een antidepressivum heeft gegeven, dat zij het gevaar van de bijwerkingen van de medicatie te laat heeft ingezien en te laat laboratoriumonderzoek bij zijn moeder heeft aangevraagd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:340 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.444
- Datum publicatie: 20-11-2014
- Datum uitspraak: 20-11-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:340
Klacht tegen verpleegkundige - Klager verblijft in een Forensisch Psychiatrisch Centrum op basis van een strafrechtelijke maatregel van tbs met dwangverpleging. Verweerster is als sociotherapeute werkzaam in dat centrum. Op enig moment heeft verweerster de kamer van klager bezocht voor een regulier onderzoek. Zij heeft het kapotte, gescheurde matras van klager meegenomen en aan klager een andere matras aangeboden, afkomstig uit een separeercel. Klager verwijt verweerster dat zij hem een vervangend gebruikt matras heeft gegeven met bloedspatten en een brandgat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2014:341 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2013.446
- Datum publicatie: 20-11-2014
- Datum uitspraak: 20-11-2014
- ECLI:NL:TGZCTG:2014:341
Klacht tegen verpleegkundige - Klager verblijft in een Forensisch Psychiatrisch centrum op basis van een strafrechtelijke maatregel van tbs met dwangverpleging. Verweerster is als sociotherapeute werkzaam in dat centrum. Op enig moment heeft verweerster aan klager een nieuw astmapompje overhandigd. Klager verwijt verweerster dat toen hij haar had aangegeven dat zijn astmamedicatie op was, hij een paar uur heeft moeten wachten op de nieuwe medicatie. Ook is hij het er niet mee eens dat verweerster hem heeft gezegd dat hij zelf verantwoordelijk was voor het beschikbaar zijn van de medicatie door van te voren aan te geven dat de medicatie bijna op was. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.