Zoekresultaten 33191-33200 van de 44790 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:130 Raad van Discipline Amsterdam 13-150Alm

    Klaagster verwijt verweerder onder meer geen klacht tegen de notaris te hebben ingediend, die een grote fout zou hebben gemaakt bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden. Klacht is ongegrond. Een advocaat mag in beginsel uitgaan van de goede trouw van de notaris en in dat verband van de juistheid van de door hem opgestelde huwelijkse voorwaarden. Het is de raad niet gebleken van feiten en omstandigheden die in dit geval tot een ander standpunt dienden te leiden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:143 Raad van Discipline Amsterdam 13-086A

    Klacht van ex-cliënt wegens onvoldoende bijstand door advocaat, als gevogl waarvan een mogelijke vordering van klager inmiddels is verjaard. Klacht gegrond, maatregel van voorwaardelijke schorsing gelet op de tuchtrechtelijke antecedenten van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:124 Raad van Discipline Amsterdam 13-100A

    Gedeeltelijk gegronde klacht tegen eigen advocaat. Verplichtingen tot voorlichting en vastlegging op grond van Gedragsregel 24 niet nagekomen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2013:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2012.436

    Klacht tegen UWV-arts. Klager verwijt de arts dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de door hem uitgevoerde herkeuring op 13 september 2004 door klager binnen vijf minuten te keuren zonder onderzoek te doen en geen gegevens bij de behandelend cardioloog op te vragen. De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:137 Raad van Discipline Amsterdam 13-130NH

    Verzetzaak, verzet gegrond. Ruzie binnen een familieconcern. Advocaat werkmaatschappij wordt bestuurder van stichting administratiekantoor. Klacht tegen advocaat in diens hoedanigheid van bestuurder van stichting administratiekantoor. Bestuurder werkmaatschappij, tevens medebestuurder stichting administratiekantoor, eerder bijgestaan door kantoorgenoot verweerder in echtscheiding. Verweerder en ander bestuurslid stichting administratiekantoor ontslaan medebestuurder stichting administratiekantoor tevens bestuurder werkmaatschappij. Vertrouwen in advocatuur door verweerder in hoedanigheid van bestuurder niet geschaad. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2013:42 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 140/2012

    Klacht tegen een chirurg van de echtgenoot en dochters van een overleden patiënte inzake het missen van een metastase van een mammacarcinoom na een borstamputatie een aantal jaren tevoren. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2013:39 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2013/053T

    Klaagster verwijt de tandarts dat hij bij een sinus-liftbehandeling twee implantaten op onjuiste wijze heeft geplaatst, waardoor op deze implantaten geen opbouw mogelijk was en zij bij de kaakchirurg deze implantaten weer heeft moeten laten verwijderen. Afwijzing

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1392

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12144a

    Klaagster verwijt verweerder, revalidatie-arts, dat hij haar onheus bejegend heeft, een onjuiste diagnose heeft gesteld en deze ook doorgegeven heeft aan het CBR. Tevens verwijt klaagster verweerder dat hij haar onder druk heeft gezet om medicatie in te nemen en haar gediscrimineerd heeft door klaagster alleen op haar kamer te laten eten. Als laatste verwijt klaagster verweerder dat hij haar te vroeg naar huis ontslagen heeft uit de revalidatiekliniek. Het college acht alle klachtonderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2013:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 12144c

    Klaagster verwijt verweerder, psychiater, dat hij bij haar zieltjes aan het winnen was omdat hij geen patienten had, haar onjuiste medicatie voorschreef en haar dwong om deze in te nemen. Tevens verwijt klaagster verweerder dat hij een onjuiste diagnose heeft doorgegeven aan het CBR. Het college acht alle klachtonderdelen ongegrond.