Zoekresultaten 39861-39870 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1837 Raad van Discipline Arnhem 10-172

    Verweerster heeft klager bijgestaan in verschillende procedures die tot doel hadden dat schadevergoeding aan klager zou worden toegekend omdat hem geen werk is aangeboden. Klager heeft diverse klachten over de kwaliteit van de dienstverlening ingediend. Omdat klager zijn klachten onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd worden de klachten ongegrond bevonden

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1844 Raad van Discipline Arnhem 10-188

    Verweerder heeft klaagster terzijde gestaan bij een conflict met een buurtbewoonster. Hij heeft onder meer haar belangen niet naar behoren behartigd doordat hij een spreek- en contactverbod voor familieleden van klaagster heeft gevorderd. Omdat deze familieleden geen partij waren in de procedure is de vordering afgewezen. Voorts rechtvaardigde de feiten het gevorderde spreek- en contactverbod niet en heeft verweerder de rechtsgrond waarop de vordering was gebaseerd niet kunnen onderbouwen. Aan verweerder wordt een schorsing van drie maanden opgelegd waarvan een maand voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde de kosten die klaagster heeft moeten betalen in verband met de kort geding procedure aan haar te vergoeden.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1838 Raad van Discipline Arnhem 10-192

    Klacht over het behandelen van tegenstrijdige belangen. De klacht is ongegrond omdat de destijds door klaagster aan verweerder toevertrouwde belangen geen verband houden met de kwestie waarin hij thans tegen klaagster optreedt. Niet is vast komen te staan dat verweerder beschikt over informatie afkomstig uit het dossier van de zaak die hij voor klaagster heeft behandeld. Voorts is niet gebleken van redelijke bezwaren van klaagster tegen het optreden van verweerder.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1845 Raad van Discipline Arnhem 11-26

    Verweerster heeft klaagster onvoldoende deskundig en onvoldoende voortvarend terzijde gestaan bij haar echtscheidingsprocedure. De klacht dat verweerster klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd is eveneens gegrond. De klacht dat klaagster schade heeft geleden door de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan is ongegrond. Aan verweerster wordt een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1839 Raad van Discipline Arnhem 10-100

    Verweerder heeft de rvt met opzet van onjuiste informatie voorzien omtrent de aard van zijn rechtsbetrekking met zijn latere patroon door ten onrechte voor te wenden dat sprake was van een loondienstverband. Door bij zijn patroon aan te blijven dringen op honorering op basis van kennelijk eerder gemaakte fifty/fifty-afspraken handelde verweerder eveneens in strijd met de grondslag van de hem door de rvt verleende goedkeuring patronaat. Door deze handelwijze heeft verweerder onder meer blijk gegeven van miskenning van het belang dat gemoeid is met het waarborgen van de financiële draagkracht van de stagiaire. Bezwaren gegrond. Maatregel van schrapping opgelegd.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:1 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/24

    Gelijktijdige toepassing van een Glucocorticosteroïd en een NSAID is niet zonder gevaar en in beginsel niet gewenst. Als dat toch gebeurt, dan moet daarover goed worden gecommuniceerd. Beklaagde had klagers beter kunnen en moeten voorlichten over de risico’s, heeft te weinig controle gehouden op het effect van de behandeling en is te lang met het gelijktijdig gebruik van de middelen door gegaan. Klacht in zoverre gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:2 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/61

    Beklaagde laat abusievelijk flesje T61 (euthanasiemiddel) bij veehouder achter. Zeer gevaarlijk en verregaand onzorgvuldig. Volgt geldboete van € 500,= onvoorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:YF0347 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/42

    Operatie terzake een kruisbandlaesie is niet voorbehouden aan specialisten. In casu is niet gebleken dat beklaagde als eerstelijns dierenarts bij de ingreep verwijtbare fouten heeft gemaakt. Wel verwijtbaar is dat beklaagde na operatie geen pijnstilling heeft toegepast. Naar de huidige diergeneeskundige inzichten mag dit na een operatie als hier aan de orde worden verwacht. Gegrond met waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:YF0345 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2009/105

    Kat blijkt bij opvolgend dierenarts tumor onder de tong te hebben. Bij kort daarvoor door beklaagde verricht onderzoek is dit niet vastgesteld. Niet verwijtbaar. Een dergelijke inspectie (verder in de bek en onder de tong) is eerst aangewezen als het dier kwijlt. Niet bewezen dat dit het geval was. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TVVTPVV:2011:YE0033 Tuchtgerecht Productschap Vee en Vlees Zoetermeer TPVV 0811

    Zaak betreft het twee maal nalaten van bloedmonstername ten behoeve van onderzoek naar vesiculaire varkensziekte en de Ziekte van Aujeszky in de periodes mei tot en met augustus 2010 en september tot en met december 2010; twee overtredingen van artikel 2, lid 2 van de Verordening monitoring vesiculaire varkensziekte (PVV) 2009. Vanaf september 2009 wordt door het PVV nauwgezet de hand gehouden aan de monitoringsplicht voor vesiculaire varkensziekte en de Ziekte van Aujeszky. In diverse publicaties van het PVV alsmede in de vakbladen is diverse malen aangegeven dat het PVV prioriteit zal geven aan de controle op de naleving van de desbetreffende verordeningen. Vanaf begin 2010 is het PVV handhavend gaan optreden. Voor zowel SVD als ZvA geldt dat de fase van de verplichte vaccinatie is gevolgd door de status van officieel ziektevrij zijn. Thans geldt een verbod op het houden van varkens die niet vrij zijn van SVD of drager zijn van het ZvA-virus, dan wel gevaccineerd zijn tegen deze ziekten. Voor het buitenland dient Nederland zichtbaar te kunnen maken dat het de status van ziekte-vrij zijn, verdient. Zonder monitoring kan de officiële ziekte-vrij status niet worden verkregen en behouden. De verboden worden daarom ondersteund door een verplichting tot monitoring naar de aanwezigheid van voormelde dierziekten. De exportbelangen voor de Nederlandse varkenshouderij en de daarvan afgeleide belangen voor de binnenlandse markt zijn dermate groot dat correcte naleving van de monitoringsplicht plaats dient te vinden. Op basis van voormelde overwegingen komt het Tuchtgerecht in beginsel tot een hoge standaard boete van € 1.000 per geconstateerde overtreding. De monitoringsplicht rust op de varkenshouder. Betrokkene toont zich hiervan bewust. Het lijkt erop dat de overtredingen mede het gevolg zijn van een communicatieprobleem bij de slachterij, die deels buiten de macht van betrokkene ligt, maar die hem wel wordt aangerekend. Betrokkene heeft zich deze les aangetrokken. Het Tuchtgerecht houdt hier in de strafmaat rekening mee, evenals met het feit dat betrokkene een bedrijf heeft van relatief kleine omvang en dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.