ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1845 Raad van Discipline Arnhem 11-26

ECLI: ECLI:NL:TADRARN:2011:YA1845
Datum uitspraak: 23-05-2011
Datum publicatie: 25-07-2011
Zaaknummer(s): 11-26
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Vereiste communicatie met de cliënt
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Verweerster heeft klaagster onvoldoende deskundig en onvoldoende voortvarend terzijde gestaan bij haar echtscheidingsprocedure. De klacht dat verweerster klaagster onvoldoende heeft geïnformeerd is eveneens gegrond. De klacht dat klaagster schade heeft geleden door de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan is ongegrond. Aan verweerster wordt een berisping opgelegd.

11-26

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

Bij brief van 16 februari 2011 heeft mr. M-L.A.J. Hoppenbrouwers, adjunct-secretaris van de orde van advocaten in het arrondissement Arnhem, die namens en onder verantwoordelijkheid van de deken van genoemde orde, mr. R.J.A. Dil, de klacht heeft onderzocht, ter kennis van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem gebracht de klacht van:

klaagster

wonende te [woonplaats]

tegen: verweerster

advocaat te [plaats]

1.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 11 april 2011.

Klaagster en verweerster zijn verschenen.

De raad heeft bij de behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. A.E. Zweers, voorzitter, en mrs. F. Klemann, E.J. Verster,

E.D. Breuning ten Cate en J.R.O. Dantuma, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. A. Huber als griffier.

2.

Klaagster verwijt verweerster dat zij zich niet heeft gedragen zoals een goed advocaat betaamt doordat zij zich onvoldoende deskundig en onvoldoende voortvarend heeft ingespannen bij de behartiging van haar belangen.

Meer in het bijzonder verwijt klaagster verweerster dat zij:

a. de echtscheidingsprocedure niet in gang heeft gezet nadat op [….] 2009 een viergesprek is gevoerd,

b. haar niet heeft geïnformeerd over de verhuizing van haar kantoor van Bemmel naar Doornenburg per [….] 2010,

c. haar sedert de verhuizing van haar kantoor niet of onvoldoende heeft geïnformeerd,

d. niet de zorg heeft betracht die een deskundig advocaat betaamt, waardoor zij ernstig financieel is benadeeld.

3.

De raad gaat uit van de volgende gegevens:

Op [….] 2009 heeft klaagster zich tot verweerster gewend in verband met haar echtscheiding.

Op [….] 2009 heeft er een viergesprek plaatsgevonden op het kantoor van verweerster te Bemmel waarbij klaagster, verweerster, haar echtgenoot en zijn advocaat aanwezig waren.

Het viergesprek is onder meer gehouden omdat er een ouderschapsplan moest worden opgesteld. Voorts moest er een regeling komen op het punt van de financiën en moest het huis worden verkocht. Ook de officiële scheiding moest worden geregeld.

Vanaf [….] 2009 werd de echtgenoot van klaagster niet meer bijgestaan door een advocaat.

Op [….] 2010 heeft de rechtbank het door verweerster ingediende verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk verklaard omdat het ouderschapsplan ontbrak.

Op [….] 2010 heeft verweerster klaagster thuis bezocht.

In [….] 2010 heeft klaagster zich tot een andere advocaat gewend in verband met haar echtscheiding.

4.

Klaagster heeft het volgende ter toelichting op haar klacht aangevoerd:

Zij heeft wel brieven van verweerster ontvangen, maar verweerster heeft niets tot stand gebracht.

Verweerster heeft toegezegd een eenzijdig verzoek tot echtscheiding in te dienen en vaart achter de zaak te zetten, maar daar is niets van terecht gekomen.

Toen zij in [….] 2010 bij verweerster wilde informeren naar de stand van zaken kreeg zij te horen dat de praktijk van verweerster was verhuisd naar Doornenburg.

Zij heeft een aantal keren naar Doornenburg gebeld. De hoorn werd op de telefoon gegooid als zij wilde vragen of de scheiding geregeld was.

Op [….] 2010 – toen verweerster bij haar thuis kwam – is alles weer van voren af aan besproken, waaronder het ouderschapsplan. Volgens haar was dat er al.

Zij heeft nooit begrepen wat verweerster die dag bij haar kwam doen.

Half [….] 2010 heeft zij de rechtbank gebeld. Telefonisch kreeg zij te horen dat de scheiding al op [….] 2010 was uitgesproken en dat de beschikking naar verweerster was toegestuurd. Verweerster is vergeten de beschikking in te schrijven.

Zij woont sinds [….] 2009 met twee kinderen in een huurhuis zonder financiële ondersteuning van haar ex-echtgenoot.

Zij bezit samen met haar ex-echtgenoot een huis. Door de door verweerster veroorzaakte vertraging is het huis minder waard geworden en heeft zij nu een hogere schuld.

Door de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan heeft zij veel extra werkzaamheden moeten verrichten. Zij heeft opnieuw officiële stukken moeten aanvragen. Ook heeft één en ander stress bij haar veroorzaakt. Dit is mede gezien haar chronische ziekte nadelig voor haar gezondheid.

Zij wenst schadevergoeding te ontvangen omdat verweerster haar niet naar behoren heeft bijgestaan.

5.

Verweerster heeft ter zitting het volgende naar aanleiding van de door klaagster ingediende  klacht aangevoerd:

Kort nadat klaagster zich tot haar had gewend is in de wet de verplichting opgenomen een ouderschapsplan te voegen bij het verzoek tot echtscheiding.

In het viergesprek is uitgebreid aandacht besteed aan het ouderschapsplan.

De ex-echtgenoot van klaagster had aanvankelijk een advocaat. Toen deze advocaat zich onttrok werd de behandeling van de zaak lastig voor haar.

Tijdens het gesprek dat zij op [….] 2010 bij klaagster thuis heeft gevoerd, heeft zij klaagster meegedeeld dat het door haar ingediende verzoekschrift niet-ontvankelijk was verklaard.

De woning van klaagster en haar ex-echtgenoot stond voor een veel te hoog bedrag te koop. Zij heeft aan de kwestie van de echtelijke woning uitgebreid aandacht besteed.

De kwestie van de echtelijke woning is niet van invloed geweest op het verloop van de echtscheidingsprocedure.

Zij heeft haar cliënten op de hoogte gesteld van de verhuizing van haar kantoor naar Doornenburg als er aanleiding was een brief aan hen te sturen.

Wellicht heeft klaagster geen bericht ontvangen van de verhuizing van haar kantoor.

Het is spijtig dat de zaak zo lang heeft geduurd.

Zij ziet niet in dat klaagster daarvan schade heeft geleden.

6.

De raad beoordeelt de klacht als volgt:

Ten aanzien van klachtonderdeel a:

Klaagster heeft zich in [….] 2009 tot verweerster gewend en verweerster heeft haar tot [….] 2010 bijgestaan. In die periode heeft verweerster de echtscheiding voor klaagster niet tot stand gebracht. Daarom is de raad van oordeel dat verweerster klaagster onvoldoende deskundig en onvoldoende voortvarend terzijde heeft gestaan en is dit klachtonderdeel gegrond ook al heeft verweerster wel een verzoek tot echtscheiding ingediend. Dit verzoek had namelijk niet het beoogde resultaat doordat het niet-ontvankelijk is verklaard.

Ten aanzien van klachtonderdeel b:

Verweerster heeft gesteld dat zij slechts als er een aanleiding was om een cliënt te schrijven, aan de cliënt berichtte dat haar kantoor was verhuisd van Bemmel naar Doornenbrug.

Omdat gesteld noch gebleken is dat verweerster klaagster op de hoogte heeft gesteld, gaat de raad er vanuit dat verweerster dit niet heeft gedaan.

Ingevolge gedragsregel 8 dient een advocaat zijn cliënt op de hoogte te brengen van belangrijke informatie, feiten en afspraken.

Deze gedragsregel brengt met zich mee dat verweerster klaagster had moeten informeren over de verhuizing van haar praktijk. Door dat na te laten heeft verweerster zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Daarom is dit klachtonderdeel gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel c:

Op [….] 2010 heeft de rechtbank de niet-ontvankelijkheid van het door verweerster ingediende verzoek tot scheiding uitgesproken.

Verweerster stelt dat zij dit op [….] 2010 met klaagster heeft besproken.

Klaagster heeft dit niet zo begrepen.

Ook in het geval verweerster dit op [….] 2010 met klaagster heeft besproken is verweerster te kort geschoten in de zorg die zij voor klaagster had moeten betrachten.

Zij had de beschikking waarbij het verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk is verklaard veel eerder met klaagster moeten bespreken. Daarom is het verwijt dat verweerster klaagster sedert haar verhuizing niet of onvoldoende heeft geïnformeerd gegrond.

Ten aanzien van klachtonderdeel d:

Dat klaagster financiële schade heeft ondervonden van de wijze waarop verweerster haar heeft bijgestaan is niet komen vast te staan, althans heeft klaagster onvoldoende met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Daarom is dit klachtonderdeel ongegrond.

Het is overigens niet aan de raad om te oordelen over een schadeclaim van klaagster. Daarvoor dient zij zich tot de burgerlijke rechter te wenden.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Klachtonderdeel a, b en c zijn gegrond en klachtonderdeel d is ongegrond.

Verweerster wordt de maatregel van berisping opgelegd.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 23 mei 2011.

griffier     voorzitter