Zoekresultaten 11-20 van de 13274 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:48 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6144

    Klacht tegen huisarts. De moeder van klaagster is overleden aan de gevolgen van complicaties bij alvleesklierkanker. Klaagster stelt dat verweerster nalatig is geweest door de klachten van moeder, die zij vanaf januari 2023 had, niet serieus te nemen. Het college oordeelt als volgt. De patiënte was tijdens een verblijf in het buitenland gediagnosticeerd met diabetes mellitus type 2. Na terugkeer in Nederland nam de huisarts de behandeling over en zette het beleid, met wijziging van medicatie voort. De patiënte behield klachten als vermoeidheid, maar de behandeling leek aan te slaan. Na een half jaar ging de conditie van patiënte sterk achteruit. De huisarts verwijst de patiënte naar het ziekenhuis waar alvleesklierkanker wordt geconstateerd. Het college acht het beleid grotendeels adequaat, maar ziet op een punt een tekortkoming. Nergens blijkt dat de huisarts oog heeft gehad voor het gewicht van patiënte. Het gewicht is niet in het dossier genoteerd en niet uitgevraagd of gemonitord, noch is het de huisarts gedurende de regelmatige contacten opgevallen dat patiënte sterk aan gewicht verloor. De klacht is op dat punt gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2022/5224

    Klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft een beugelbehandeling met aligners bij klaagster uitgevoerd. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en het eindresultaat. Het college overweegt dat voor een tandarts weliswaar geen resultaatsverplichting geldt, maar de inspanningsverplichting die de tandarts heeft vergt dat hij regelmatig nagaat of het hetgeen hij doet wel zinvol is en of het ook resultaat heeft. De tandarts is hierin tekortgeschoten. Hij heeft de situatie van het gebit van klaagster onderschat en zijn eigen expertise overschat. De tandarts heeft geen goede diagnose gesteld en zijn daaropvolgende behandeling is niet juist is geweest en heeft ook niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ter zitting heeft verweerder verklaard dat hij gelet op zijn opgedane kennis en ervaring de behandeling nu wellicht anders zou doen. Het ontbreekt verweerder echter aan voldoende inzicht, want ook nu nog stelt hij dat zijn diagnostiek en behandeling in de basis goed was en technisch in orde en dat het niet schadelijk voor klaagster is geweest. Het college rekent hem het tuchtrechtelijk verwijtbaar tekort schieten in de behandeling van klaagster daarom in die mate aan, dat niet met het opleggen van de lichtste maatregel kan worden volstaan. Dat betekent dat niet met een mindere maatregel dan een berisping kan worden volstaan.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:86 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1999

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2022 ziekgemeld. De bedrijfsarts was vanaf de ziekmelding tot 1 augustus 2022 (eind)verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij een probleemanalyse heeft opgesteld waarin de opties ‘arbeidsgerelateerd’ en ‘niet-arbeidsgerelateerd’ beide zijn aangekruist en dat deze analyse pas na acht weken (in plaats van na zes weken) is opgesteld. Verder verwijt klager de bedrijfsarts dat zij op instructie van de werkgever medische gegevens bij behandelaren van klager heeft opgevraagd en dat er vermoedelijk informatie is gedeeld met de werkgever van klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:87 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2000

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klager heeft zich begin 2022 ziekgemeld. De bedrijfsarts was vanaf 1 augustus 2022 (eind)verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding van klager. Klager verwijt de bedrijfsarts dat er vermoedelijk informatie, namelijk de informatie dat contact met de werkgever stressvol zou zijn, is gedeeld met de werkgever. De bedrijfsarts heeft dit weersproken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:89 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2262

    Klacht tegen een huisarts. Klaagster dient een klacht in namens haar minderjarige dochter. Klaagster verwijt de huisarts dat er zonder nader onderzoek en zonder haar dochter gezien te hebben door de assistente een diagnose is gesteld door de telefoon. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1937

    Klacht tegen een arts. De arts heeft op enig moment bij klaagster poliklinisch een wigexcisie uitgevoerd waarbij een deel van de nagelmatrix van een van haar vingers is verwijderd. Ruim een maand later is klaagster bij de arts op een controleafspraak gekomen. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij zonder haar toestemming haar nagelmatrix (gedeeltelijk) heeft verwijderd, tijdens een gesprek zeer leugenachtig was en een second opinion afraadde, een verkeerde diagnose heeft gesteld en een operatie heeft verricht met een permanente verminking tot gevolg en haar collega onvoldoende heeft gesuperviseerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep, omdat dit beroep zonder verschoonbare reden te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:88 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/2021

    Klacht tegen een arts, destijds als AIOS werkzaam op de Spoedeisende Hulp (SEH) van een ziekenhuis. Klaagster had sinds begin 2021 last van pijnklachten en zwelling van haar vinger en was hiervoor behandeld door haar huisarts en gezien op de polikliniek chirurgie van het ziekenhuis. Omdat de klachten bleven aanhouden, heeft zij zich in september 2021 op de SEH gemeld. De arts heeft de nagel van klaagster die dag op de SEH verwijderd. Klaagster is niet tevreden met de behandeling. Zij verwijt de arts onder meer dat zij de nagel in zijn geheel eruit heeft getrokken zonder diagnose en zonder ‘informed consent’, dat zij haar het recht heeft ontnomen op een alternatieve behandelmethode en dat zij zich ten onrechte voorstelde als chirurg. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:96 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6593

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een internist-intensivist. De internist-intensivist wordt verweten dat hij een AIOS een arterielijn liet inbrengen. Dit terwijl er al eerder twee arterielijnen gesneuveld waren. Ook wilde zij niet in haar rechterarm geprikt worden. Als gevolg van een complicatie gedurende die opname na het inbrengen van een arterielijn is haar rechterhand ernstig bedreigd geweest en heeft zij een spoedoperatie moeten ondergaan. Er resteert blijvende schade aan de rechterhand (duim). Het college oordeelt dat de internist-intensivist een AIOS met zijn ervaring de handelingen waar het hier om gaat heeft mogen laten verrichten. Geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5594

    Ongegronde klacht tegen een longarts. Klaagster vindt dat de diagnose eosinofiel astma ten onrechte in twijfel is getrokken, en bovendien op een onjuist moment, namelijk tijdens een visite tijdens de opname van klaagster. Hierdoor voelde zij zich onheus bejegend. Zij verwijt de longarts verder dat de longarts zonder haar toestemming haar dossier naar een ander ziekenhuis heeft gestuurd voor advies/overleg. Ze voelt zich ook onvoldoende geïnformeerd over de astmatest. Het college overweegt dat de visite een moment is waarbij de arts en patiënt informatie uitwisselen, ook over diagnose en behandeling. Het college ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de visite in dit geval geen passend moment was om (terechte) twijfel over diagnose en behandeling te uiten. Daarnaast staat het de longarts vrij om een collega-vakgenoot om advies te vragen in het kader van een behandeling, zie ook artikel 7:457 lid 2 BW. Het gaat hierbij niet om het gehele dossier maar om het relevante gedeelte. Voor zover het informeren over de astmatest hier niet is gebeurd, geldt echter dat uit het dossier blijkt dat klaagster dit onderzoek eerder al vaker heeft ondergaan. Het college is daarom van oordeel dat bekend mag worden verondersteld wat de meting inhoudt. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2024:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/6351

    Klacht over de behandeling van de echtgenote van klager tegen een cardioloog. De echtgenote van klager had een afwijkende (bicuspide) aortaklep met een stenose. Zij werd vanwege deze aandoening jaarlijks gecontroleerd door de cardioloog. Begin 2017 werd bij echo onderzoek een progressie naar ernstige aortaklepstenose met een goede systolische linkerventrikelfunctie gezien. In de loop van 2017 kreeg de echtgenote van klager last van kortademigheid en benauwdheid. Vanaf oktober 2017 gebruikte zij dagelijks vochtafdrijvers. Bij de (reguliere) controle eind januari 2018 concludeerde de cardioloog dat er sprake was een symptomatische ernstige aortaklepstenose, ernstige mitralisklepinsufficiëntie, boezemfibrilleren, een matige linkerventrikelfunctie en dat een operatie noodzakelijk was. De echtgenote van klager werd hiervoor met voorrang aangemeld voor de vooronderzoeken en verbleef in afwachting van de operatie thuis. In de periode hierna is haar conditie (verder) verslechterd. Zij werd in verband hiermee in het ziekenhuis opgenomen, waar zij overleed. Klager verwijt de cardioloog onder meer dat hij zijn echtgenote niet eerder heeft laten opereren en niet vaker dan één maal per jaar heeft gecontroleerd. Het college komt tot het oordeel dat de klacht gedeeltelijk gegrond is en legt een waarschuwing op.