Zoekresultaten 9841-9850 van de 44826 resultaten
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:137 Raad van Discipline Amsterdam 21-383/A/A
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 07-06-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:137
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:138 Raad van Discipline Amsterdam 21-419/A/NH
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:138
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft klager namens de vrouw een laatste voorstel gedaan voor een minnelijke regeling. Dat voorstel is op voorhand niet zo kennelijk onredelijk of escalerend dat verweerder dat voorstel tuchtrechtelijk gezien niet had mogen doen. Dat geldt ook voor het aanzeggen van een kort geding bij non acceptatie van het voorstel. Van bedreiging is geen sprake. Dat verweerder niet heeft gereageerd op de berichten van klager en de advocaat van klager en dat dit hem tuchtrechtelijk te verwijten valt, heeft klager onvoldoende onderbouwd.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2588-2020-189c
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 29-06-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:86
Ongegronde klacht tegen een anesthesioloog. Klaagster verwijt de anesthesioloog dat hij de bloodpatchprocedure niet heeft verricht op dezelfde plek als de lumbaalpunctie, waardoor deze niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Het College oordeelt dat het ten tijde van de behandeling van klaagster niet gebruikelijk was om het exacte niveau van de lumbaalpunctie te noteren in het dossier. De vaststelling dat de bloodpatchprocedure en de lumbaalpunctie niet op exact hetzelfde niveau zijn verricht, betekent echter niet dat beklaagde tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Het College volgt de anesthesioloog in zijn verweer dat het niet noodzakelijk is om een bloodpatch op precies hetzelfde niveau als dat van een eerdere lumbaalpunctie aan te brengen. In het algemeen geldt dat wordt geadviseerd een gebied van minimaal één niveau onder tot één niveau boven de oorspronkelijke lumbaalpunctie aan te houden. Het College constateert dat de anesthesioloog zich hieraan heeft gehouden. Tenslotte blijkt uit het medisch dossier dat de bloodpatchprocedure goed en zonder complicaties is verlopen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:116 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-356/DB/OB
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 25-06-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:116
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Mr. W heeft openstaande vordering van verweerders kantoor op klager geïncasseerd. Klager klaagt daarover tegen verweerder. Omdat niet verweerder, maar mr. W in de beslagprocedure als advocaat voor verweerders kantoor is opgetreden, kan klager niet in de onderhavige klacht tegen verweerder worden ontvangen. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 46j Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:72 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2021/2265-A2021/020
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 29-06-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:72
Klager verwijt de GZ-psycholoog - kort samengevat - dat zij in een brief oordelen over klager heeft vermeld die onjuist en onterecht zijn en klager had daar bovendien geen toestemming voor verleend. De privacy van klager is door de handelwijze van de GZ-psycholoog geschonden. De GZ-psycholoog realiseert zich achteraf dat zij die bewuste brief niet had mogen versturen en de inhoud daarvan niet aan de ex-partner van klager had mogen verstrekken. De GZ-psycholoog heeft daar veel spijt van. De GZ-psycholoog verzoekt het college bij het opleggen van een maatregel er rekening mee te houden dat zij uitsluitend goede bedoelingen heeft gehad en dat zij nimmer eerder een (tucht)klacht heeft gehad. Deels gegrond, berisping
-
ECLI:NL:TADRAMS:2021:139 Raad van Discipline Amsterdam 21-424/A/NH
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 21-06-2021
- ECLI:NL:TADRAMS:2021:139
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk niet-ontvankelijk vanwege ne bis in idem. Van klaagster mag worden verwacht dat zij voor of tijdens de eerdere klachtprocedure nagaat – of eventueel via de deken na laat gaan – of zij alle relevante informatie heeft en of haar klacht in het licht daarvan compleet is. Voor zover klaagster in de eerdere klachtprocedure niet alle klachten ten aanzien van verweerders rechtsbijstand aan haar naar voren heeft gebracht, komt dat voor haar rekening.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2021:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag D2021/2587-2020-189b
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 29-06-2021
- ECLI:NL:TGZRSGR:2021:87
Ongegronde klacht tegen een neuroloog. Het College volgt de neuroloog in haar stelling dat de ANIOS neurologie ten tijde van de behandeling van klaagster ervaren was om de lumbaalpunctie uit te voeren. De beslissing tot punctie is in gezamenlijk overleg tussen de neuroloog en de ANIOS genomen. Geen aanleiding om te veronderstellen dat het besluit niet op juiste gronden is genomen. De neuroloog mocht erop vertrouwen dat de ANIOS de lumbaalpunctie bekwaam zou uitvoeren en dat zij zich desgewenst tot de neuroloog zou wenden voor nader overleg en/of aanwijzingen en/of tussenkomst. Het protocol is hier niet leidend, omdat deze is opgesteld voor verpleegkundig personeel. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:117 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 21-357/DB/OB
- Datum publicatie: 29-06-2021
- Datum uitspraak: 25-06-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:117
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat. Mr. W heeft openstaande vordering van verweerders kantoor op klager geïncasseerd. Klager klaagt daarover tegen verweerder. Omdat niet verweerder, maar mr. W in de beslagprocedure als advocaat voor verweerders kantoor is opgetreden, kan klager niet in de onderhavige klacht tegen verweerder worden ontvangen. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk op grond van artikel 46j Advocatenwet. Klager heeft zich verder beklaagd over de door verweerder op 7 augustus 2015 en 2 februari 2016 aan hem aangeboden betalingsregelingen. Ook verwijt klager verweerder dat deze tot 29 mei 2016 heeft gewacht met de incasso van de openstaande facturen. Die klachten zijn te laat ingediend en niet-ontvankelijk op grond van art. 46g Advocatenwet.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:121 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-764/DH/DH
- Datum publicatie: 28-06-2021
- Datum uitspraak: 28-06-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:121
Klacht dat verweerster een getuige in een eerdere zaak heeft beïnvloed ongegrond. In de tuchtprocedure is de betreffende getuige gehoord door de raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2021:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 20-517
- Datum publicatie: 28-06-2021
- Datum uitspraak: 17-05-2021
- ECLI:NL:TADRARL:2021:115
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Verweerder heeft nagelaten afspraken over het al dan niet doorgaan van het mondelinge vooronderzoek bij het RTG vast te leggen. Nu de standpunten van partijen uiteenlopen en het op de weg van verweerder had gelegen om de afspraken aan klaagster te bevestigen, hetgeen niet is gebeurd, dient de raad ervan uit gaan dat verweerder zonder toestemming en tegen de wens van klaagster in het RTG heeft laten weten dat het mondelinge vooronderzoek geen doorgang hoefde te vinden. Dit terwijl het mondelinge vooronderzoek een toch wel essentieel onderdeel van de klachtprocedure bij het RTG betreft. Klachtonderdeel over het onfatsoenlijk beëindigen van een telefoongesprek ongegrond. Aan verweerder wordt een waarschuwing opgelegd.