Zoekresultaten 41481-41490 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0680 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0907

    Klaagster verwijt verweerder onvoldoende onderzoek vóór het plaatsen van de implantaten, onvoldoende informatie over de risico’s en alternatieven en onvoldoende informed consent, foute indicatiestelling, een onzorgvuldige en onvakkundige behandeling, onvoldoende nazorg en onvoldoende informatie over de benodigde gebitshygiëne. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat verweerder voor het plaatsen van de implantaten niet had mogen volstaan met een orale inspectie. Er was aanleiding tot gerede twijfel over de gezondheid van het restgebit. Gegrond. Verweerder heeft een begroting gemaakt. Verweerder had ook een behandelplan moeten maken en deze samen met de mogelijke risico’s en alternatieven moeten bespreken. Gegrond. Overig ongegrond. Het college houdt geen rekening met het tuchtrechtelijk verleden van verweerder nu de eerdere veroordelingen dateren van na de periode waarop de onderhavige klacht betrekking heeft.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0681 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/133

    Klacht tegen verpleegkundige. Verwijt houdt in dat de verpleegkundige klaagster na curettage, hoewel een arts had gezegd nog langs te komen, zonder dat klaagster door een arts is gezien, zonder instructies en zonder controle afspraak naar huis heeft laten gaan. Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Het verpleegkundig handelen wordt correct geacht, er is door de verpleegkundige geverifieerd of klaagster inderdaad van de gynaecoloog naar huis mocht en aannemelijk wordt geacht dat er de nodige instructies zijn gegeven en een controle afspraak is gemaakt, nu die afspraak op een later moment op eigen verzoek door klaagster is afgezegd. Het niet invullen van een checklist bij ontslag acht het Centraal Tuchtcollege niet tuchtrechtelijk verwijtbaar nu de betreffende checklist gewoonlijk niet op de afdeling waar klaagster lag werd gebruikt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0688 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/001

    Klager verwijt de bedrijfsarts partijdigheid en spitst het toe op getuigenverklaringen die kennelijk zijn ingebracht in een civiele procedure. Het RTG verklaart klager niet ontvankelijk in zijn klacht op basis van “ne bis in idem”. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing en wijst de zaak terug naar het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0682 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/162

    Klager maakt GZ psycholoog in een uit elf onderdelen bestaande klacht verwijten over uitgebrachte rapportage. Kern van het verwijt van klager is dat gerapporteerd is naar aanleiding van een externe hulpvraag en dat ten onrechte niet is ingegaan op het verzoek van klager om de rapportage te blokkeren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt in beroep het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0689 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/043

    De verzekeringsarts heeft klaagster onderzocht in het kader van een beoordeling voor de WAO. Klaagster is geen WAO uitkering toegekend. Klaagster verwijt de arts grove nalatigheid in de beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid en met name het niet inwinnen van informatie bij haar behandelend psychiater. Het RTG wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0683 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/174

    Klacht tegen huisarts, werkzaam als militair arts bij de Koninklijke Landmacht. Patient, zoon van klaagster, nam deel aan een project van Defensie dat deelnemers de kans bood op een baan in het leger. Patient was bekend met een spastische dikke darm. Omdat patient zich niet goed voelde heeft een instructeur hem op de ochtend van de vijfde dag naar het spreekuur van de arts begeleid. Deze heeft metamucil (vezels) en paracetamol voorgeschreven. Later die dag is patient onwel geworden en is er telefonisch contact opgenomen met de arts. Patient is 's nachts overleden aan acute buik. Klaagster stelt dat de arts een verkeerde diagnose heeft gesteld en patient ten onrechte niet heeft doorgestuurd voor nader onderzoek. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht betreffende het consult 's morgens ongegrond. Het beroep van klaagster daartegen wordt door het Centraal College verworpen. Het College acht aannemelijk dat ten tijde van dat consult nog geen sprake was van acute buik bij patient. De klacht betreffende het telefonisch consult 's middags acht het Regionaal Tuchtcollege gegrond. Het Centraal College verwerpt het beroep van de arts tegen die beslissing. De arts is gevraagd naar de mogelijkheid van verminderd bewustzijn als gevolg van de voorgeschreven medicatie en hij had daarom nadere vragen moeten stellen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0690 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/064

    Klager is de weduwe van patiënte. Verweerder was de huisarts van patiënte. Patiënte was bekend met een gemetastaseerd ovariumcarcinoom. De klachten hebben betrekking op het onverantwoord en onheus handelen van verweerder, het niet geven van goede voedseladviezen en het niet voorschrijven van versterkende middelen, het onjuist informeren en voeren van onjuist beleid omtrent de palliatieve sedatie en het niet wijzen op de gevaren die verbonden zijn aan uitscheidingsproducten van cytostatica. Alle klachtonderdelen ongegrond, beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0114 Accountantskamer Zwolle 10/1237 Wtra AK

    Beledigend en intimiderend uitlaten door een accountant. Dat een accountant onwaardig optreden en het daarin volharden, gevoegd bij betrokkenes recidive, leiden tot de maatregel van doorhaling in het register. Hoger beroep ingesteld. Uitspraak zie LJN BW9940 (www.rechtspraak.nl)

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0684 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/234

    Klacht tegen huisarts. Beroepschrift voldoet aan eisen, beroep ontvankelijk. Geen schending van hoor- en wederhoor. Verwijten dat huisarts niet heeft geadviseerd om bij verergering van de keelklachten terug te komen, de huisarts niet zelf de uitslag van het bloedonderzoek aan klager heeft doorgegeven en de huisarts op basis van de uitslag van het bloedonderzoek klager niet heeft laten terugkomen, zijn ongegrond. Getuigenverklaringen leiden niet tot een andere beslissing. Klachten ongegrond, beroep afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0691 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/075

    Cardioloog. Klager, geboren in 1931, bij wie tijdens open hartoperatie in 1985 omleidingen zijn geplaatst, is daarna klachtenvrij. Klager verwijt cardioloog toen klager zich in januari 2002 bij hem meldde met klachten bij inspanning onvoldoende op die klachten gereageerd te hebben en gelet op klagers voorgeschiedenis en leeftijd onvoldoende onderzoek te hebben verricht. Regionaal Tuchtcollege overweegt dat arts op grond van bij klager uitgevoerde inspanningtest de diagnose angina pectoris klasse II mocht stellen en klager terecht medicamenteus heeft behandeld en een vervolgafspraak heeft gemaakt, heeft aangenomen dat klager tijdens controle op 11 april 2002 geen zodanige klachten heeft gemeld dat de arts actie had moeten ondernemen en het er voor gehouden dat klager tijdens het consult op 17 april 2003 klachtenvrij was. Onder deze omstandigheden, aldus het Regionaal Tuchtcollege, kan niet gezegd worden dat de arts moet worden verweten dat geen nader onderzoek is gedaan of een andere behandeling is ingezet, wat mogelijk het hartinfarct dat klager in januari 2004 trof, had kunnen voorkomen. Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.