Zoekresultaten 39181-39190 van de 44790 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG1486 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 093/2010

    Klacht ingediend tegen de bedrijfarts. Klager verwijt de bedrijfsarts ondermeer dat hij niet voldoende onderzoek heeft verricht en dat hij zich niet onafhankelijk heeft opgesteld in het arbeidsrechtelijke conflict tussen klager en zijn werkgever. Klacht gegrond verklaard. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2071 Raad van Discipline Arnhem 10-184 herzieningsverzoek 08-47 en 08-48

    Verzoek om herziening. Ontvankelijk. Verzoeker heeft berust in beslissing van de raad. De raad had al beslist dat het tapmateriaal in de tuchtzaak kon worden gebruikt, ook als dat in de strafzaak niet het geval zou zijn. Toen Hoge Raad in strafzaak oordeelde dat tapmateriaal niet mocht worden gebruikt leverde die beslissing dus geen novum op.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2072 Raad van Discipline Arnhem 11-83

    Klacht over handelen advocaat wederpartij inhoudende dat deze mededelingen over schikkingsonderhandelingen heeft gedaan, opzettelijk onjuiste gegevens heeft verschaft, beroep op stukken heeft gedaan zonder deze over te leggen, onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan, etc.. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2073 Raad van Discipline Arnhem 11-82

    Klaagster ontving op haar adres een brief die niet voor haar bestemd was, en opende die. De brief was geschreven onder verantwoordelijkheid van verweerster en was bedoeld om te protesteren tegen de eenzijdige ontbinding van een overeenkomst met haar cliënte door een wederpartij die geen vaste woon- en verblijfplaats had zodat zij zich genoodzaakt had gezien de brief te adresseren aan de bij haar cliënt bekende adressen waar die wederpartij wel zou verblijven. Het verwijt van klaagster dat verweerster zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan smaad en laster tegenover “partijen die niets met dit geschil te maken hebben” is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2074 Raad van Discipline Arnhem 11-28

    Verwijt was dat verweerder, kantoorgenoot van klagers advocaat, informatie van klager had doorgespeeld aan een eigen cliënt. Dat is niet komen vast te staan. Zodra verweerder ontdekt had dat zijn kantoorgenoot klager was gaan bijstaan in een zaak tegen een cliënt van hem heeft hij die kantoorgenoot daarop geattendeerd. Die heeft vervolgens klager geadviseerd zich elders te laten bijstaan. Dat laatste is ook gebeurd. Klacht tegen verweerder ongegrond. (Klager heeft ook geklaagd tegen de kantoorgenoot van verweerder die korte tijd zijn advocaat was. Die klacht is behandeld door de raad Amsterdam. De beslissing op die klacht is niet bekend.)

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2075 Raad van Discipline Arnhem 11-89

    Verwijt dat verweerder en diens kantoor in 1992 fl.36.000,00 voor hem hebben ontvangen maar dat bedrag nimmer aan hem hebben uitbetaald noch anderszins aan hem ten goede hebben laten komen. Sedertdien geen contact meer gehad. Klager heeft voor het laatst in 1993/1994 aan de bel getrokken voor wat betreft zijn vordering op de destijds beslagene. Gelet op tijdsverloop van plusminus 19 althans 17 jaar tot aan indiening klacht is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2011:YA2063 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6015

    Verwijt excessief te hebben gedevlareed ongegrond, terwijl Geschillencommissie de declaratie aanzienlijk had gematigd. Evenmin verwijtbaar handelen ter zake van incassomaatregelen jegens cliënt of vanwege het inschakelen van een kantoorgenoot.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG1481 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/101T

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG1488 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 229

    Klager verwijt de arts dat hij klager behandeling voor zijn slaapstoornis heeft onthouden, geen gericht somatisch onderzoek heeft gedaan en slechts heeft gezocht naar een psychische oorzaak voor de klachten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0698 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 240.211

    Verslaafde (en eerder op grond daarvan geschorste) gerechtsdeurwaarder valt in herhaling en wordt door de rechtbank strafrechtelijke veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf wegens poging tot afpering en poging tot diefstal met geweld. De Kamer stelt vast dat de gerechtsdeurwaarder verslaafd is en dat hij deze verslaving niet onder controle heeft weten te brengen. Hij heeft erkend dat hij in een openbare gelegenheid grof geweld heeft toegepast terwijl hij onder invloed van [ ] en [ ] verkeerde. Of, en zo ja welke, strafrechtelijke consequenties dat heeft is voor de tuchtrechtelijke waardering van deze feiten van ondergeschikt belang. Dat de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in de privé sfeer is niet van belang. Als de gerechtsdeurwaarder ten tijde van de gebeurtenis verminderd toerekeningsvatbaar was, maakt dit het oordeel niet anders. Anders dan in het strafrecht staat in het tuchtrecht immers het vertrouwen van het publiek in een openbaar ambtenaar centraal. Dat die ambtenaar (mogelijk) verminderd toerekeningsvatbaar is kan het publiek niet waarnemen, zodat dat in het tuchtrecht in beginsel geen rol kan spelen. De klacht wordt gegrond verklaard en de gerechtsdeurwaarder als maatregel ontzetting uit het ambt opgelegd. De Kamer acht het ongewenst dat de tenuitvoerlegging van deze maatregel door een eventueel hoger beroep bij het gerechtshof tegen deze beslissing wordt geschorst reden waarom de gerechtsdeurwaarder opnieuw wordt geschorst voor een periode van zes maanden.