Zoekresultaten 39171-39180 van de 46279 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2720 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 6304

    Advocaat was door de Raad van Discip[line geschrapt wegens het bij voorduring schenden van de regels omtrent het maximaal aan te vragen toevoegingen door toevoegingen op naam van kantoorgenoten te laten zetten, tevens het niet afrekenen met cliënten van geïncasseerdeproceskosten en het instellen van bezwaar tegen afgewezen toevoegingsaanvragen zonder toestemming van de cliënt. Het hof bekrachtigt de door de raad uitgesproken schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2845 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.3734/11.136

    De advocaat heeft bijstand aan klager verleend in een geschil met de curator inzake bestuurdersaansprakelijkheid. Klacht dat de advocaat buitensporig heeft gedeclareerd, met name daar hij nodeloos tijd heeft besteed aan het bestuderen van klagers dossier. De advocaat heeft op verzoek van klager het instellen van een tegenvordering onderzocht en heeft daartoe twee ordners met stukken bestudeerd. De advocaat heeft voorts met de curator onderhandeld over een minnelijke regeling, die er is gekomen. Over de declaratie is door klager en zijn echtgenote een bespreking met de advocaat gevoerd. Daarin is een betalingsregeling getroffen, die later is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Deze is gedeeltelijk door klager nagekomen. De Raad komt tot het oordeel dat klager niet aannemelijk heeft gemaakt dat de advocaat excessief heeft gedeclareerd. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TDIVTC:2012:YF0427 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/97

    Beklaagde zou gezwel in de buik van een kat hebben gemist. Klacht stuit af op gebrek aan bewijs. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2012:YF0428 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2011/12

    Klachtambtenaarzaak: Het voorschrijven van derde en vierde generatie antibiotica bij dieren is slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden aanvaarbaar, gelet op de resistentieproblematiek en het feit dat deze nieuwste groep antibiotica onmisbaar is voor de humane geneeskunde. Dergelijke antibiotica is hier uiterst lichtvaardig en ten onrechte ingezet. Het college weegt zwaar mee dat beklaagde als werkgever bij uitstek in de mogelijkheid verkeerde om het antibioticabeleid van de maatschap te bepalen, maar heeft nagelaten eenduidige richtlijnen te scheppen gericht op voorkomen van onjuist antibioticagebruik. Volgt geldboete van € 5.000,- waarvan € 3.000,= voorwaardelijk

  • ECLI:NL:TNOKMAA:2010:YC0795 Kamer van toezicht Maastricht N 09/79

    belangenbehartiging door notaris

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2033 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.072

    De klacht betreft de overleden echtgenote van klager, patiënte. Patiënte verbleef op de afdeling interne geneeskundige van het ziekenhuis waar de MDL-arts, verweerder, werkzaam is. Voor overplaatsing naar de afdeling neurologie is bij patiënte een katheter geplaatst, waarbij zij volgens klager inwendig verwond is geraakt. Klager wil weten of degene die de katheter plaatste daartoe bevoegd en bekwaam was. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2027 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.284

    Klacht tegen psychiater. De samenvatting van de psychiater in zijn rapport is geen samenvatting van de feiten, maar door de psychiater aangepaste feiten in het licht van zijn conclusies. Het onderzoek op 11 juli 2008 was van te korte duur om tot een behoorlijk oordeel te kunnen komen. Ten onrechte vond de psychiater het niet nodig om met de behandelaars van klager te overleggen of bij hen medische informatie op te vragen. Uit het rapport blijkt niet waarop is gebaseerd dat de klachten vergelijkbaar waren met de klachten in 2004. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat d e wellicht enigszins beperkt te noemen vraagstelling van het UVW in voldoende mate werd aangevuld door de meegezonden gegevens en dat de psychiater terecht heeft geoordeeld dat de voorliggende informatie, tezamen met de bevindingen uit zijn eigen onderzoek, voldoende was en dat er geen noodzaak bestond tot het inwinnen van nadere medische informatie. Weliswaar is de beantwoording door de psychiater van Vraag 1. “Is betrokkene naar uw mening op 07-11-2004 vanuit psychiatrisch oogpunt volledig geïnvalideerd te achten?” met enkel “Nee” kort te noemen, maar de psychiater heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat dit “Nee” weldoordacht was hetgeen ook blijkt uit hetgeen door de psychiater in zijn rapportage is weergegeven onder de kopjes “Psychiatrisch onderzoek” en “Descriptieve conclusie”. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2012:YG2041 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2011/017

    Klager verwijt de orthopeed dat hij in de periode dat hij hem behandelde is tekortgeschoten in de zorg die hij van hem mocht verwachten. Afwijzing

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2034 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.127

    De klacht betreft de overleden echtgenote van klager, patiënte. Patiënte verbleef op de afdeling interne geneeskundige van het ziekenhuis waar de verpleegkundige, verweerder, werkzaam is. Voor overplaatsing naar de afdeling neurologie heeft verweerder bij patiënte een katheter geplaatst, waarbij zij volgens klager inwendig verwond is geraakt. Klager verwijt verweerder - kort gezegd - de katheter niet deskundig geplaatst te hebben. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2719 Raad van Discipline Amsterdam 11-260Alk

    Klacht over het niet duidelijk scheiden in de publiciteit van de hoedanigheid van deken en die van advocaat. De raad is van oordeel dat wanneer de deken in een andere hoedanigheid optreedt dan die van deken hij grote zorgvuldigheid dient te betrachten bij het kenbaar maken van de hoedanigheid waarin hij optreedt. De raad is er niet van overtuigd dat deze zorgvuldigheid in het onderhavige geval door verweerder toereikend in acht is genomen, maar is van oordeel dat niet is gebleken dat verweerder door de gedane uitlatingen in het bewuste artikel misbruik heeft gemaakt van zijn positie als deken en/of als advocaat. Geen tuchtrechtelijke verwijtbaarheid. Klager is bij gebrek aan eigen belang niet ontvankelijk verklaard in zijn klacht over de wijze waarop verweerder zich heeft uitgelaten over de door klager ingeschakelde advocaat.