Zoekresultaten 39111-39120 van de 42842 resultaten

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0120 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0711

    Het nalaten van een jaarlijks hygiënogram in 2009. Betrokkene voert aan dat de overtreding is begaan als gevolg van bijzondere omstandigheden, namelijk een ernstige ongeval in de familiesfeer. In februari 2010 heeft betrokkene alsnog een hygiënogram laten opmaken. Daarmee is de overtreding van 2009 niet teniet gedaan, maar gezien de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, het feit dat betrokkene heeft geprobeerd het recht te zetten en omdat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, legt het Tuchtgerecht de geldboete deels voorwaardelijk op.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0114 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0611

    Betrokkene is niet op de terechtzitting verschenen; zaak is bij verstek behandeld.   Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van de geldende maatregelen. Voor twee overtredingen wordt in deze zaak een geldboete opgelegd: Het niet uitvoeren van Campylobacteronderzoek in het tweede en vierde kwartaal van 2009. Het feit dat dit is gekomen doordat de slachterij geen monstermateriaal had opgestuurd ontslaat betrokkene niet van de verantwoordelijkheid voor de naleving van dit voorschrift. Het nalaten van het onderzoek komt dan ook voor zijn rekening. Tevens is een koppel vleeskuikens op 4 december 2009 geslacht, terwijl de uitslag van het Salmonellaonderzoek pas op 8 december 2009 bekend was. Betrokkene voert aan dat hij altijd op de 28ste dag van de maand monsters neemt, maar dat de kuikens mogelijk eerder zijn geslacht dan afgesproken. Een vaste werkwijze biedt enerzijds zekerheid, maar maakt de procedure ook kwetsbaar, als de slachterij eerder wil slachten. Betrokkene blijft toch verantwoordelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0866 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09218

    Klaagster verwijt verweerder dat hij bij haar een basaalcarcinoom op haar hoofd op onjuiste wijze heeft verwijderd, onvoldoende informatie vooraf en een onjuiste postoperatieve behandeling, waarbij verweerder op het menselijke vlak is tekortgeschoten. Het college is van oordeel dat de voorlichting uitgebreider had gekund, maar dat verweerder in het voortraject en bij de operatie niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Wel was extra aandacht voor de wond nodig geweest omdat de hechtingen onder spanning waren aangebracht en heeft verweerder nadat de wond ontstoken raakte klaagster onvoldoende voorgelicht over het feit dat er uiteindelijk een grote kale plek zou ontstaan. Gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0115 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0511

      Betrokkene is niet op de zitting verschenen, zaak is bij verstek behandeld.   Voor de pluimveesector is een “Plan van Aanpak” opgesteld om besmettingen van pluimvee met Salmonella en Campylobacter terug te dringen teneinde de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke door deze besmettingen te veroorzaken gezondheidsproblemen. Om het met het plan van aanpak beoogde doel te bereiken, is het van het grootste belang dat een ieder zich houdt aan het totale pakket van maatregelen.   Op bedrijf met circa 100.000 leghennen acht het Tuchtgerecht bewezen dat in 2009 het chemisch drinkwateronderzoek is nagelaten, en dat voorts geen hygiënogram is uitgevoerd, één maal per twee ronden, en één maal per dertig maanden, na de reiniging en ontsmetting van de stal. De opdracht voor een chemisch drinkwateronderzoek is wel gegeven maar kennelijk niet door de opdrachtnemer uitgevoerd, stelt betrokkene. Verder was betrokkene niet met alle voorschriften bekend. In beide gevallen komt de overtreding voor rekening van betrokkene. Het nalaten van chemisch drinkwateronderzoek kwalificeert het Tuchtgerecht als een lichtere overtreding. Het nalaten van een hygiënogram is een ernstige overtreding. Voor beide overtredingen legt het Tuchtgerecht een geldboete op.      

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0109 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0811

    Bij betreffend pluimveebedrijf kon niet worden aangetoond dat Salmonellaonderzoek was uitgevoerd door een HOSOWO-instantie, na geconstateerde Salmonellabesmetting en nadat het betreffende hok was gereinigd en ontsmet voor de opzet van nieuwe kuikens.   Fouten gemaakt door derden komen voor rekening van de ondernemer tot wie het voorschrift zich richt. Betrokkene had faciliterend bedrijf opdracht gegeven om swabs te nemen, terwijl die een hygiënogram hebben genomen. Toen betrokkene daar achter kwam was het te laat om alsnog swabs te nemen. Het nalaten van het swabonderzoek wordt betrokkene aangerekend op grond van zijn verantwoordelijkheid. Omdat verder blijkt dat na de positieve Salmonellauitslag in februari 2009 alle vervolgonderzoeken van 15 april 2009 tot en met 28 juni 2010 een Salmonellanegatieve uitslag laten zien, legt het Tuchtgerecht een berisping op.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0867 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/355

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2011:YG0868 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/356

      De klacht is gericht tegen vijf artsen en betreft de behandeling van de moeder van klagers, verder patiënte te noemen, tijdens haar opname in het ziekenhuis.   Patiënte is overleden. Alle artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist.   De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. Het college heeft alle klachtonderdelen over de behandeling van patiënte –inhoudend het onvoldoende controleren van het Hb gehalte van patiënte, het onvoldoende adequaat behandelen van de kortademigheid, onvoldoende onderzoek naar de oorzaak van de infectie, het onvoldoende onderkennen en herkennen van het bij patiënte ontstane delier en het onvoldoende toezicht houden op de vocht- en voedingstoestand van patiënte- ongegrond bevonden en de klacht afgewezen. 

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0104 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE0211

    Nalaten jaarlijks hygiënogram in 2009. Ernstige gezondheidsproblemen betrokkene ten tijde van de overtreding zijn verzachtende omstandigheden. Betrokkene heeft in februari 2010 alsnog een hygienogram laten opmaken. Berisping. (voorzittersuitspraak)

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0863 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 249/2010

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager is bedrijfsarts. Er is sprake van een verschil van professioneel inzicht tussen twee beroepsbeoefenaren inzake de functionele mogelijkheden van een werknemer. Een dergelijke situatie, waarbij elk oordeelt vanuit het eigen specialistisch kader, kan zich regelmatig voordoen zonder dat dit  hoeft te duiden op een onoordeelkundig oordeel van de een of de ander. Het tuchtrecht in de gezondheidszorg is niet bedoeld voor toetsing van dergelijke situaties. Klager niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0864 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1033

    Klager verwijt verweerder, huisarts, dat door diens ongeïnteresseerdheid en nalatigheid klagers moeder aan een hartinfarct is overleden. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college oordeelt dat verweerder op grond van beschikbare gegevens redelijkerwijs tot de gestelde diagnoses heeft kunnen komen. Oorzaak van het overlijden van patiënte is waarschijnlijk multifactorieel; geen rechtstreeks verband kan worden aangenomen met de diagnose door verweerder. Ongeïnteresseerdheid jegens patiënte is niet komen vast te staan. Klacht ongegrond.