Zoekresultaten 38971-38980 van de 42894 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1388 Raad van Discipline Amsterdam 10-246U

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft geweigerd om de bank te informeren over het vervallen zijn van een ten laste van klaagster onder de bank gelegd derdenbeslag en zou met vooropgezet plan met een tweede beslag de vruchten van het eerste hebben willen plukken. Niet ontoelaatbaar geoordeeld omdat de advocaat van de beslaglegger in beginsel niet de derde-beslagene behoeft te informeren over een voor deze kenbare, uit de wet voortvloeiende nietigheid van het beslag, zeker niet als de derde-beslagene een bank is. Het handelen van verweerder wordt voor het overige gerechtvaardigd door het belang van zijn cliënt. De klacht dat verweerder een voorzieningenrechter onjuist zou hebben voorgelicht over de gang van zaken is feitelijk niet komen vast te staan. Klacht ongegrond in al haar onderdelen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0930 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-131

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar klachten van de buik onvoldoende serieus heeft genomen, haar niet opnieuw heeft onderzocht en niet naar een specialist heeft verwezen en voorts dat hij haar ten onrechte heeft verteld dat haar nieren sterk achteruit gingen en haar onnodig heeft geadviseerd een dieet te volgen. Klacht in beide onderdelen afgewezen      

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1420 Raad van Discipline Amsterdam 10-168A

     Klacht tegen eigen raadsman. Optreden als betalend raadsman terwijl toevoeging is verleend. Schriftelijke vastlegging van gemaakte financiële afspraken. In het licht van de omstandigheden is de klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2011:YG0931 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-078

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar haar klachten en daardoor de werkelijke oorzaak van de klachten heeft gemist.  Klacht gegrond geacht. Waarschuwing.      

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1383 Raad van Discipline Amsterdam 10-225U

    Verzet tegen kennelijk ongegrondverklaring van een klacht tegen de deken ongegrond. Verweerder heeft bij de aanwijzing van een advocaat aan klager meer gedaan dan waartoe hij gehouden was, aangezien geen sprake was van een zaak waarin vertegenwoordiging door een advocaat is voorgeschreven of bijstand uitsluitend door een advocaat kan geschieden, zoals bedoeld in artikel 13 Advocatenwet

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1421 Raad van Discipline Amsterdam 10-144A

     Klacht tegen eigen raadsman. Kwaliteit van dienstverlening. Klacht met betrekking tot onvoldoende communicatie met de cliënt gegrond. Enkele waarschuwing    

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1499 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3535/10.165

    Verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 46 Advocatenwet alsmede de gedragregels 1, 4, 8, 23, 25, 33 en 37 en de Verordening op de administratie en de financiele integriteit of voorheen de Boekhoudverordering overtreden. De klacht is gegrond en aan verweerder wordt de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.

  • ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0106 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE1511

    Voor de pluimveesector is een Actieplan Salmonella en Campylobacter opgesteld om besmettingen van pluimvee terug te dringen. Dit om de consument een betere bescherming te bieden tegen mogelijke gezondheidsproblemen. Eén van de vereisten binnen dit Actieplan is dat elk bedrijf zich jaarlijks op eigen kosten laat controleren, waarbij wordt onderzocht of is voldaan aan de hygiënevoorschriften uit het Actieplan (‘controle op de controle’). Dit is van belang voor het PPE om een beeld te krijgen van de naleving van hygiënevoorschriften door pluimveebedrijven. Bedrijf heeft ondanks brieven van het PPE twee maal (in 2009 en 2010) niet aan deze verplichting voldaan. De geldboete voor 2009 wordt voor de helft voorwaardelijk opgelegd. Wat betreft 2010 rekent de voorzitter deze nalatigheid zwaarder aan, omdat bedrijf ook na de telefonische inspectie in november 2010 heeft nagelaten in 2010 een actieplancontrole te laten uitvoeren en betrokkene toen herhaaldelijk op deze plicht is gewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0924 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.241

      Klager wil de Staat aansprakelijk stellen voor gezondheidsklachten die hij ondervindt. Rechtsbijstandverzekeraar laat een advies opstellen door de arts, en concludeert dat geen grond aanwezig is voor een vordering op de Staat. Klager is van oordeel dat de arts een valse en zeer onvolledige verklaring heeft opgesteld, en hem dusdoende van rechtshulp door zijn rechtsbijstandverzekeraar heeft afgehouden. Nu de arts in een gezagsverhouding staat tot de rechtsbijstandverzekeraar, is het medisch advies bevooroordeeld. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel is verworpen door het Centraal Tuchtcollege.  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0923 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010.098

    "Geen aanwijzingen dat de sectio bij de tweelingzwangerschap te laat is gepland. De arts mocht afgaan op de informatie van de CTG-registratie hetgeen geen aanleiding gaf tot acuut ingrijpen. Dat in de tijd tussen het afkoppelen van het CTG en de sectio geen registratie meer is uitgevoerd is niet verwijtbaar. Er was geen aanleiding om langer te registreren. Van verwijtbaar handelen van de arts is niet gebleken. Geen tuchtrechtelijk verwijt, klachten ongegrond."