Zoekresultaten 38411-38420 van de 45244 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1938 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.203
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 27-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1938
Klacht tegen huisarts. Klagers verwijten de huisarts dat hij niet goed naar patiënte heeft geluisterd, haar klachten niet serieus heeft genomen en niet professioneel heeft gehandeld. Daarnaast heeft hij geen goede diagnose gesteld waardoor de behandeling te laat heeft plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft de overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege ten aanzien van de verschillende klachtonderdelen, zulks met uitzondering van de overweging over het feit dat patiënte bekend was met COPD, van welke overweging het Centraal Tuchtcollege afstand neemt. De klachten zijn ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1933 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 091/2011
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 12-04-2012
- ECLI:NL:TGZRZWO:2012:YG1933
Verloskundige heeft ten onrechte nagelaten na de bevalling een inwendig onderzoek en rectaaltoucher te doen teneiden zich er van te vergewissen of er geen sprake was van een ernstiger, niet zichtbaar rectaal toucher. Ogenschijnlijk leek slechts sprake van een klein ruptuurtje, gehecht met één hechting. Maanden later bleek dat de kraamvrouw een totaalruptuur had opgelopen tijdens de bevalling. Verloskungie heeft geen aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Het college acht dat in strijd met hetgeen van een redelijk handelend verloskundige verwacht mag worden. Beide klachten gegrond.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0961 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 11-21
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 11-04-2012
- ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0961
Partijen hebben in 2008 onderhandeld over de overname van het protocol van [notaris B] door [notaris A]. In dat kader heeft [notaris A] in september 2008 een intentieverklaring ondertekend. Vanaf 1 oktober 2008 is een medewerker van [notaris A], [Z], op het kantoor van [notaris B] werkzaam geweest. [notaris A] heeft in het begin van 2009 aan [notaris B] laten weten dat zij wilde afzien van de overname van zijn notarispraktijk. Sindsdien zijn partijen met elkaar in een civielrechtelijk geschil gewikkeld, waarin [notaris B] aanvankelijk nakoming en later schadevergoeding heeft gevorderd.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0955 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 11-24
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 11-04-2012
- ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0955
Klaagster verwijt de notaris het volgende: 1. niet handelen zoals van een goede notaris mag worden verwacht; 2. geen initiatief genomen om termijnen in de gaten te houden: passieve houding; 3. verdraaien van feiten: achteraf melden dat er gewacht werd op stukken (onzorgvuldige werkwijze); 4. beroepsfout: de notaris kent het erfrecht niet; 5. in zijn algemeenheid: onprofessionele handelwijze.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1945 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.327
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 27-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1945
Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij haar klachten niet serieus heeft genomen en niet één keer op haar klachten, die uit een burn-out bestonden, heeft gereageerd. Voorts stelt klaagster dat de bedrijfsarts haar neerbuigend heeft behandeld. Het Centraal Tuchtcollege deelt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de bedrijfsarts zijn onderzoek in de eerste plaats had moeten richten op het bestaan van de burn out klachten, doch dat niet uitgesloten kan worden dat enig lichamelijk onderzoek hierbij ook nodig is geweest. Dit lichamelijk onderzoek diende naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege wel in verhouding te staan tot de klachten. Gelijk met het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat dit lichamelijk onderzoek niet in verhouding stond tot de klachten in verband waarmee de bedrijfsarts werd geconsulteerd hetgeen blijk geeft van een onjuiste taakopvatting door de bedrijfsarts. Het beroep van de bedrijfsarts wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1939 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.204
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 27-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1939
Klacht tegen huisarts. Klagers verwijten de huisarts dat hij niet goed naar patiënte heeft geluisterd, haar klachten niet serieus heeft genomen en niet professioneel heeft gehandeld. Daarnaast heeft hij geen goede diagnose gesteld waardoor de behandeling te laat heeft plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht als kennelijk ongegrond af. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege acht het Centraal Tuchtcollege de klacht van klagers gegrond, voorver zij de huisarts verwijten dat hij op 30 december 2008 niet professioneel en adequaat heeft gehandeld bij de doorverwijzing van patiënte naar de longarts, zodat de uitspraak in zoverre voor vernietiging in aanmerking komt. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep voor zover daarin de klacht door het Regionaal Tuchtcollege in al haar onderdelen kennelijk ongegrond is verklaard, verklaart de klacht deels gegrond, zonder oplegging van een maatregel en verwerpt het beroep voor het overige.
-
ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0975 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 11-26
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 11-04-2012
- ECLI:NL:TNOKSGR:2012:YC0975
De notaris wordt het volgende verweten: Het is onbegrijpelijk dat de notaris het testament heeft gepasseerd als waarnemer van zichzelf; De notaris heeft te lichtvaardig het testament gepasseerd. De notaris had er zorg voor moeten dragen dat er bij het passeren getuigen aanwezig waren; De notaris had moeten verifiëren of erflaatster wilsbekwaam was; Indien erflaatster wilsbekwaam geweest zou zijn, dan had de notaris er zorg voor moeten dragen dat zij zelf het testament had ondertekend; De notaris heeft zich bij het opstellen van het testament laten leiden door de broer van erflaatster, een goede bekende van hem.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1940 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.210
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 27-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1940
Klacht tegen bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts onder meer zijn optreden bij het spreekuur van 20 oktober 2009, met name het onderzoek aan haar borsten, zonder noodzaak en zonder behoorlijke toestemming, waardoor klaagster zich vernederd heeft gevoeld en bang is geweest. Daarnaast wordt de bedrijfsarts verweten dat hij zonder redelijk belang een vervolgafspraak heeft gemaakt voor 19 november 2009 en dat de bedrijfsarts niet is aangesloten bij een klachtencommissie. Evenals het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat de bedrijfsarts met het door hem verrichte onderzoek buiten zijn deskundigheidsgebied is getreden, dat de bedrijfsarts onvoldoende aannemelijk heeft weten te maken dat het door hem verrichte onderzoek gerechtvaardigd was en dat de door de bedrijfsarts gehanteerde onderzoeksmethode disproportioneel was. Het Centraal Tuchtcollege is ondanks het door de bedrijfsarts gestelde van oordeel dat hij uit de gedragingen van klaagster had kunnen en moeten afleiden dat hij het onderzoek zonder haar daadwerkelijke toestemming verrichtte. Dat de bedrijfsarts het onderzoek desondanks heeft doorgezet is tuchtrechtelijk laakbaar en kan de bedrijfsarts worden verweten. Alhoewel het Centraal Tuchtcollege het Regionaal Tuchtcollege volgt in zijn oordeel dat de bedrijfsarts op een flink aantal punten tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, deelt het Centraal Tuchtcollege niet zijn oordeel dat de bedrijfsarts blijkens zijn houding ter zitting volstrekt geen inzicht heeft getoond in het onjuiste van zijn handelen. Tijdens de mondelinge behandeling ter terechtzitting in hoger beroep heeft de bedrijfsarts wel degelijk – een begin van – inzicht in zijn onjuiste taakopvatting getoond, hetgeen voor het Centraal Tuchtcollege – tezamen met de verwijten die de bedrijfsarts gemaakt moeten worden – aanleiding is voor het opleggen van de maatregel van voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1934 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.037
- Datum publicatie: 12-04-2012
- Datum uitspraak: 27-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1934
Betreft klacht tegen fysiotherapeut. Klager heeft deelgenomen aan een georganiseerde groepsreis waaraan ook de fysiotherapeut heeft deelgenomen. Klager heeft klachten over het optreden van de fysiotherapeut voor, tijdens en na de reis, alsook over de door de fysiotherapeut gevoerde alternatieve (fysiotherapie)praktijk. Het Regionaal Tuchtcollege concludeert tot niet-ontvankelijkheid omdat klager nimmer patiënt is geweest van de fysiotherapeut. Klager komt in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager wel ontvankelijkheid op grond van de tweede tuchtnorm. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klachten vervolgens ongegrond en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1922 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2010.115
- Datum publicatie: 11-04-2012
- Datum uitspraak: 15-03-2012
- ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1922
Klager is TBS-gedetineerd en heeft meerdere met elkaar verband houdende klachten ingediend tegen diverse beroepsbeoefenaren, waaronder verweerder, psychiater. Hij verwijt verweerder dat hij dwangmedicatie krijgt toegediend en dat het hem niet wordt toegestaan pornografie in zijn bezit te hebben. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af en het door klager ingestelde hoger beroep wordt verworpen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 3841
- Pagina: 3842
- Pagina: 3843
- ...
- Pagina: 4525
- Volgende pagina zoekresultaten