Zoekresultaten 38391-38400 van de 45244 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2596 Raad van Discipline Amsterdam 11-245A 11-246A

    Klacht tegen curatoren. Klager verwijt verweerders hem te hebben bedrogen en misleid door hem een toezegging omtrent de uitkering in het faillissement te doen en die vervolgens niet na te komen. Dit is niet komen vast te staan, zodat de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1953 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.089

    Klaagster verwijt de aangeklaagde verpleegkundige en hoofdbehandelaar, dat hij klaagsters zoon op de dagbehandeling heeft laten komen in plaats van hem op te nemen. De zoon heeft zich uiteindelijk gesuïcideerd. Het RTG heeft de klacht als ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft de bestreden beslissing vernietigd en de klacht alsnog gegrond verklaard. De verpleegkundige is de maatregel van waarschuwing opgelegd en de publicatie van de beslissing is gelast.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG1961 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-149

    Klager meent dat de klachten zijn ontstaan na een ruwe gebitsreiniging door de preventieassistente. Klager verwijt de tandarts dat hij geen röntgenfoto heeft gemaakt van zijn gebit en de verkeerde kies heeft behandeld. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2597 Raad van Discipline Amsterdam 11-282A

    Verzetzaak. Klager verwijt verweerder onder andere financiële afspraken niet (volledig) te hebben vastgelegd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2592 Raad van Discipline Amsterdam 12-087A

    Voorzittersbeslissing. Geen advocaat-cliëntrelatie tussen klager en verweerder. Geen behartiging van tegenstrijdige belangen. Verweerder beschikte niet over vertrouwelijke informatie over klager of een zaak van hem. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2593 Raad van Discipline Amsterdam 12-073Alk

    voorzittersbeslissing kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG1946 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1144b

    Psychiater wordt verweten dat zij niet tijdig en niet adequaat op een brief van de raadsman van klager (patiënt) heeft gereageerd, een onjuiste reden heeft gegeven voor de weigering om op genoemde brief te reageren en zich daarbij heeft verscholen achter (een instructie van) de geneesheer-directeur, met het gevolg dat klager tijdens een Bopz-zitting over zijn gedwongen opname, niet is bijgestaan door de door hem zelf gekozen raadsman. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG1947 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 11138

    Dermatoloog wordt verweten dat zij klaagster tijdens een consult onverschillig heeft benaderd, de diagnose “lichen sclerosus” eerder had kunnen en moeten stellen en voorts geweigerd heeft haar fouten toe te geven en geen nazorg heeft geboden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2012:YG1948 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1144c

    Psychiater wordt in zijn functie van geneesheer-directeur verweten dat hij op verkeerde gronden het contact tussen klager (patiënt) en zijn raadsman onmogelijk heeft gemaakt, zijn invloed op een onjuiste wijze en op onjuiste grond heeft aangewend om klager een verklaring te laten tekenen dat hij geen contact met zijn raadsman wenste en het voorts in de door hem geleide instelling ontbreekt aan goede voorlichting omtrent de rol en taakuitoefening van de advocaat met betrekking tot de krachtens de wet Bopz gedwongen opgenomen patiënt. Waarschuwing en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG1941 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2011.211

    Klacht tegen een bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij bij herhaling geweigerd heeft klager beter te melden, ondanks de gunstige bevindingen van de behandeld artsen en ondanks het feit dat klager geen klachten meer had. Daardoor is bij klager het vermoeden gerezen dat de bedrijfsarts zich teveel heeft laten leiden door de motieven van de werkgever. Het Centraal Tuchtcollege deelt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de bedrijfsarts onvoldoende heeft onderbouwt waarom klager, naar het oordeel van de bedrijfsarts, arbeidsongeschikt was (en bleef). Het Centraal Tuchtcollege volgt het Regionaal Tuchtcollege niet in zijn oordeel dat de arts met alle mogelijke argumenten heeft geprobeerd klager op volstrekt ontoereikende gronden en tegen de wens van klager, langdurig (na 23 maanden) arbeidsongeschikt te houden. In het feit dat de bedrijfsarts tijdens de mondelinge behandeling ter terechtzitting in hoger beroep heeft verklaard dat hij op verzoek van de werkgever van klager is meegekomen naar de hoorzitting – ter gelegenheid van het door de werkgever gemaakte bezwaar, tegen de beslissing van de verzekeringsarts van het UWV inhoudende dat klager volledig arbeidsgeschikt was – ziet het Centraal Tuchtcollege nog wel aanleiding om te oordelen dat de bedrijfsarts met zijn geschetste handelwijze in ieder geval de schijn van partijdigheid op zich heeft geladen, hetgeen tuchtrechtelijk laakbaar is. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep, verklaart de klacht deels gegrond en deels ongegrond en legt aan de bedrijfsarts de maatregel van waarschuwing op.