ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG1961 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-149

ECLI: ECLI:NL:TGZRSGR:2012:YG1961
Datum uitspraak: 17-04-2012
Datum publicatie: 17-04-2012
Zaaknummer(s): 2010-149
Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Klager meent dat de klachten zijn ontstaan na een ruwe gebitsreiniging door de preventieassistente. Klager verwijt de tandarts dat hij geen röntgenfoto heeft gemaakt van zijn gebit en de verkeerde kies heeft behandeld. Waarschuwing.

Datum uitspraak: 17 april 2012

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-Gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

A,

wonende te B

klager,

tegen:

C, tandarts,

wonende te B

de persoon over wie geklaagd wordt,

hierna te noemen de tandarts.

1. Het verloop van het geding

Het klaagschrift is ontvangen op 12 augustus 2010. De tandarts heeft een verweerschrift met bijlage ingediend (uitdraai patiëntengegevens), waarna is gerepliceerd en gedupliceerd.

Van klager zijn op 27 december 2010 kopieën van röntgenfoto’s van zijn gebit ontvangen, van de tandarts zijn op 8 maart 2011 kopieën van röntgenfoto’s van klagers gebit ontvangen en van de D te B is op 14 maart 2011 een CD-rom met röntgenfoto’s van klagers gebit, gemaakt op 4 augustus 2010, ontvangen.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om in het vooronderzoek mondeling te worden gehoord. De mondelinge behandeling door het College heeft plaatsgevonden ter openbare zitting van 21 februari 2012. Partijen zijn verschenen en hebben hun standpunten mondeling toegelicht. Klager werd vergezeld door zijn vriendin.

2. De feiten

Op 28 juli 2010 kreeg klager pijnklachten na een gebitsreiniging door de preventieassistente, die werkzaam is in de praktijk van de tandarts. Vanwege die pijnklachten is klager op 3 augustus 2010 naar de tandarts gegaan, die na onderzoek heeft vastgesteld dat element 16 ontstoken was. De tandarts is direct op 3 augustus 2010 een wortelkanaalbehandeling aan element 16 gestart.

De volgende ochtend (4 augustus 2010) was de zwelling in klagers gezicht toegenomen en had hij nog steeds pijn. Na onderzoek en het maken van een intra-orale röntgenfoto heeft de tandarts een pijnstiller en een antibioticum voorgeschreven. In de avond van 4 augustus 2010 was de zwelling verder toegenomen en had klager ook pijn achter zijn ogen. Hij heeft zich toen tot de dienstdoende tandarts van de spoedgevallendienst gewend. De dienstdoende tandarts is, na eerst een intra-orale röntgenfoto te hebben gemaakt, direct op 4 augustus 2010 een wortelkanaalbehandeling in element 17 gestart.

Op 5 augustus 2010 was er nog steeds sprake van een grote zwelling en heeft klager wederom een afspraak gemaakt met de tandarts. Vanwege de volle agenda van de tandarts, is klager toen gezien door tandarts E (werkzaam in de praktijk van de tandarts), die de wortelkanalen van element 16 heeft gespoeld. Tegen het einde van de middag heeft de zus van klager nogmaals gebeld naar de praktijk van de tandarts omdat zij zich zorgen maakte over de mate van de zwelling in het gezicht van klager. Tandarts E heeft toen geadviseerd de werking van het antibioticum af te wachten.

In de avond van 5 augustus 2010 heeft klager de Spoed Eisende Hulpafdeling van het F bezocht, alwaar men hem een pijnstiller met maagbeschermers heeft voorgeschreven.

Op 23 augustus 2010 is de endodontische behandeling van element 17 afgemaakt door de tandarts. De endodontische behandeling van element 16 is niet door de tandarts afgemaakt vanwege verwarring over de datum, waarop dit zou worden gedaan.

3. De klacht

Klager meent dat de klachten zijn ontstaan na de ruwe gebitsreiniging op 28 juli 2010 door de preventieassistente. Klager verwijt de tandarts, dat hij:

(3.1) geen röntgenfoto heeft gemaakt van zijn gebit op 3 augustus 2010,

(3.2) de verkeerde kies heeft behandeld (de 16 in plaats van de 17, welke laatste volgens klager los zat) .

4. Het standpunt van de tandarts

De tandarts geeft aan dat er sprake was van een irreversibele pulpitis; dat deze niet kan worden veroorzaakt door een supragingivale tandsteenverwijdering door de preventieassistente.

Ter zitting heeft de arts aangevoerd dat het maken van een röntgenfoto op 3 augustus 2010 niet mogelijk was vanwege een trismus (kramp in de kaakspieren).

Voor het overige heeft de tandarts de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen betwist. Op hetgeen hij als verweer heeft aangevoerd, zal – voorzover voor de beoordeling van belang – hierna worden ingegaan.

5. De beoordeling

5.1 Het College stelt voorop dat van een oorzakelijk verband tussen de gebitsreiniging door de preventieassistente en de daarna ontstane pijnklachten geen sprake kan zijn.

5.2 Uit de röntgenfoto’s, die zijn gemaakt op woensdag 4 augustus 2010 door de dienstdoende tandarts van de spoedgevallendienst, heeft het College kunnen vaststellen dat er zeer waarschijnlijk problemen waren aan zowel element 16 (een grote restauratie en daardoor mogelijk pulpitisklachten) als aan element 17 (met peri-apicale zwartingen). Dit had de tandarts zelf ook kunnen constateren als hij bij het eerste bezoek van klager op 3 augustus 2010 zelf een deugdelijke röntgenfoto had gemaakt.

Het verweer dat de tandarts ter zitting heeft aangevoerd (trismus) voor het feit dat hij bij het eerste bezoek van klager op 3 augustus 2010 geen röntgenfoto heeft gemaakt, kan hem niet baten. Het is immers niet aannemelijk dat een röntgenfoto of sensor niet, doch allerlei instrumenten ten behoeve van een wortelkanaalbehandeling, wel via de mond konden worden ingebracht.

Het College is dan ook van oordeel dat (ad 3.1) door geen röntgenfoto te maken op 3 augustus 2010, het onderzoek door de tandarts niet toereikend is geweest, waardoor hij (ad 3.2) de problemen aan element 17 heeft gemist, waarbij het College opmerkt dat element 16 ook was aangedaan en terecht is behandeld. Daarmee is de klacht in beide onderdelen gegrond, waarvoor de tandarts een tuchtrechtelijk maatregel dient te worden opgelegd.

6. De beslissing

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te ’s-Gravenhage beslist als volgt:

legt de tandarts de maatregel van een waarschuwing op.

Deze beslissing is gegeven door: mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville, voorzitter, mr. E.B.

Schaafsma-van Campen, lid-jurist, H.C. Teune, M.M.L.F. Smulders en J.M.W. Croes, leden-tandartsen, bijgestaan door mr. A.F. de Kok, secretaris, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 april 2012.

voorzitter secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezond­heidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voorzover de klacht is afgewezen, of voorzover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroep­schrift wordt ingezon­den bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcolle­ge voor de Gezondheidszorg te

's-Gravenhage, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.