Zoekresultaten 35271-35280 van de 44655 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3846 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4106/13.13a

    Het staat de advocaat in casu vrij het vonnis te executeren. Als zich in het kader van die executie onregelmatigheden zouden hebben voorgedaan en klagers menen dat om die reden ten onrechte aanspraak op betaling van verbeurde dwangsommen wordt gemaakt, dienen klagers zich tot de civiele executierechter te wenden. De tuchtrechter heeft geen taak bij de beantwoording van de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd, tenzij evident zou zijn dat verweerster misbruik van recht zou maken. Dit laatste is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3871 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3932/12.66

    Verweerder is advocaat van de voormalige werkgever van klaagster in een arbeidsgeschil. Verweerder heeft klaagster in een brief verzocht verdere correspondentie uitsluitend via hem te voeren. Daarna heeft de cliënte van verweerder klaagster rechtstreeks aangeschreven, welke brief klaagster ongeopend aan verweerder heeft gestuurd. Verweerder heeft hierop klaagster een brief gestuurd met bijvoeging van een kopie van de eerder bedoelde brief van zijn cliënte. Verweerder verzocht klaagster in zijn brief om binnen een bepaalde termijn te reageren. Klacht dat verweerder niet heeft laten weten dat zijn cliënte klaagster niet opnieuw rechtstreeks zou benaderen; voorts dat verweerder in zijn brief aan klaagster een te korte termijn heeft gesteld en bij die brief een kopie van een brief van zijn cliënte in plaats van het origineel heeft gevoegd. De plaatsvervangend voorzitter wijst de klacht als deels kennelijk niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond en overigens als van onvoldoende gewicht af. In het verzet blijkt dat de plaatsvervangend voorzitter de klacht niet juist heeft weergegeven. Het verzet wordt hierom gegrond verklaard. De raad oordeelt dat verweerder niet kan worden tegengeworpen dat zijn cliënte nog rechtstreeks een brief aan klaagster heeft gestuurd. Het handelen van de cliënte kan verweerder niet worden toegerekend. Verweerder heeft bij zijn brief aan klaagster een kopie van de brief van zijn cliënte gevoegd. De raad is van oordeel dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat verweerder zich aan oplichting of een poging daartoe heeft schuldig gemaakt. Klaagster baseert haar klacht op de hypothese dat verweerder als bijlage bij zijn brief een andere brief gevoegd zou kunnen hebben dan de brief die de cliënte van verweerder eerder rechtstreeks aan klaagster had gestuurd. De termijn die door verweerder aan klaagster is gesteld is niet te kort. De raad verklaart het verzet gegrond en de klacht in beide onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3897 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4051/12.185

    Klaagster heeft haar stelling dat verweerder haar belangen niet naar behoren heeft behartigd vanwege het feit dat verweerder onder druk zou zijn gezet door de AIVD niet onderbouwd. Verweerder heeft deze verwijten gemotiveerd betwist, zodat de gestelde verwijtbare handelwijze van verweerder niet kan worden vastgesteld. Datzelfde geldt voor het verwijt dat verweerder niet dan wel slecht telefonisch bereikbaar zou zijn. Indien klaagster het niet eens was geweest met het door verweerder gehanteerde uurtarief en/of door hem aan de zaak bestede tijd, had het op haar weg gelegen om hierover in contact te treden met verweerder dan wel een andere advocaat in te schakelen. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3859 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3997/12.131

    Verzet tegen een voorzittersbeslissing. Klager wordt ontvankelijk verklaard in zijn verzet. De klacht valt uiteen in vier klachtonderdelen. Eén van de klachtonderdelen wordt alsnog gegrond verklaard. De raad rekent verweerster aan dat zij, terwijl klager in hechtenis genomen was, geen contact met hem heeft gehad en niet is komen vast te staan dat zij het dossier van klager met hem heeft doorgenomen of hem bezocht heeft om de zaak te bespreken, ondanks haar toezegging. Er volgt gegrondverklaring van het verzet. Eén klachtonderdeel wordt gegrond verklaard onder oplegging van de maatregel van een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3922 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4013/12.147

    Hoewel het voorstel van verweerder niet gebruikelijk is, kan niet worden vastgesteld dat het voorstel van verweerder als tuchtrechtelijk verwijtbaar moet worden gekwalificeerd. Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat het advies van de advocaat evident onjuist is. Klacht gedeeltelijk kennelijk ongegrond en gedeeltelijk kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3903 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3846/11.248

    Verweerder heeft klager bijgestaan in een procedure waarin van klager betaling van een geldbedrag werd gevorderd. Verweerder heeft een concept conclusie van antwoord opgesteld, waarmee klager zich niet kon verenigen. Klager had een eigen stuk gemaakt. Verweerder heeft in een gesprek met klager bevestigd dat hij het stuk van klager in rechte zou overleggen en dat hij zich vervolgens terugtrok als advocaat van klager. Klachten dat verweerder het advies van de deken als een beslissing heeft aangeduid; dat verweerder zich heeft teruggetrokken als advocaat van klager terwijl klager geen nieuwe advocaat had; dat verweerder weigert door klager gestelde vragen te beantwoorden, ten onrechte heeft geschreven dat klager geen overleg met hem wilde, de inhoudelijke discussie met klager uit de weg gaat, correspondentie aan de deken heeft gestuurd nadat de deken had aangegeven dat voor hem geen rol meer was weggelegd; inhoudelijke bezwaren tegen het door verweerder opgestelde concept. De plaatsvervangend voorzitter verklaart de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond. In het verzet wordt geoordeeld dat de plaatsvervangend voorzitter niet gehouden is om bij zijn beslissing alle uit het dossier blijkende feiten te vermelden, maar kan volstaan met vermelding van de feiten die naar zijn oordeel voor de beslissing van belang zijn. Inhoudelijk heeft het verzet niet tot andere beschouwingen of conclusies geleid dan die van de plaatsvervangend voorzitter. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3865 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3976/12.110

    Ontijdig verzet ingesteld. Verzet is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3852 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3858/11.261

    Gelet op de ernst van de gevolgen heeft verweerder niet voldoende gedaan om de belangen van klager veilig te stellen door een brief van de rechtbank en de uitspraak niet toe te zenden en na uitblijven van een reactie op eerdere brieven, geen contact op te nemen. De klacht is gegrond. Maatregel: een enkele waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3916 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4008/12.142

    Uit de stukken noch anderszins is gebleken dat verweerder de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid om de belangen van haar cliente te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dat klager een andere visie over de feiten heeft dan de cliënte van verweerder, betekent niet dat het verweerder niet vrij zou staan om de door zijn cliënte aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in de procedure naar voren te brengen. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij wist of behoorde te weten dat die onjuist waren. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2013:YA3941 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4113/13.20

    Niet kan worden vastgesteld dat verweerster door haar handelwijze de belangen van klaagster nodeloos heeft geschaad, meer in het bijzonder vanwege de door de rechtbank Rotterdam opgelegde dwangsom aan klaagster. In de gegeven omstandigheden rustte op verweerster niet de verplichting om klaagster eerst nog een termijn voor vrijwillige voldoening aan het vonnis te geven, alvorens tot betekening over te gaan. Het verwijt dat verweerster willens en wetens in haar eigen belang zou hebben gesteld dat de terugbetaling en teruglevering van de aandelen C. volledig los van elkaar staan, is door verweerster gemotiveerd betwist en is door klaagster niet nader onderbouwd. Dit klachtonderdeel ontbeert dan ook feitelijke grondslag Klacht kennelijk ongegrond.