Zoekresultaten 20351-20360 van de 44029 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:152 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.321

    Bij klager is op 15 september 2008 direct aansluitend aan een hartkatheterisatie een stent geplaatst. De cardioloog is als Chef de Clinique van de afdeling cardiologie betrokken geweest bij de afhandeling van de klachten van klager over deze behandeling. Klager verwijt de cardioloog, voor zover in beroep van belang, dat: 1. hij in de brief van 20 oktober 2010 feiten heeft verdraaid door een ten onrechte gewijzigde tekst als origineel te hebben gepresenteerd; 2. dat hij een onjuiste enzymenwaarde heeft opgenomen in zijn brief aan de klachtencommissie van 20 oktober 2010; 3. dat hij welbewust onjuiste informatie aan de klachtenfunctionaris, de klachtencommissie, de juridische dienst van het UMCG, Centramed en klager heeft gegeven waarmee hij klager ernstige financiële en psychische schade heeft bezorgd en 4. dat onvoldoende terecht is gekomen van de door hem toegezegde nazorg. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachten, voor zover klager ontvankelijk is, afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:109 Raad van Discipline Amsterdam 16-1171/A/NH

    Klacht over eigen advocaat deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en deels ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder de zaken die hij voor klager behartigde heeft gefrustreerd of gesaboteerd.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:147 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.376 t/m c2016.380

    Klacht tegen bedrijfsarts, verbonden aan de arbo-dienst en praktijkopleider van de arts die als vaste bedrijfsarts werkzaam is bij de werkgever van klagers. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster had tweewekelijks een evaluatiegesprek met de vaste bedrijfsarts en heeft spreekuren en overleggen waaronder kwartaalbesprekingen op MT-niveau bijgewoond. Verweerster is bij de behandeling van een aantal klagers betrokken via collegiaal overleg, advisering en vakantie-waarneming van de vaste bedrijfsarts. Klagers verwijten verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Aanvullend houden klagers verweerster mede verantwoordelijk voor het handelen/nalaten van de vaste bedrijfsarts. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:141 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.366

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klaagster. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klaagster heeft zich ziek gemeld in verband met longklachten. Zij verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster en gelast eveneens publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:148 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.381 t/m c2016.385

    Klacht tegen arts, directeur van de arbo-dienst die bedrijfsgeneeskundige diensten voor de werkgever van klagers verzorgt. Tussen verweerder en de bij de werkgever actieve (bedrijfs)artsen is een manager aangesteld die de operationele zaken rond de invulling van de contracten voor levering van bedrijfsgeneeskundige zorg regelt. Klagers houden verweerder mede verantwoordelijk voor hetgeen zij de (bedrijfs)artsen verwijten te weten: onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klagers niet-ontvankelijk verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:142 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.367

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met dreigende werkgerelateerde overspannenheid en longklachten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:149 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.442

    Klacht tegen psychiater. De inmiddels overleden pleegvader van klager is vanwege depressiviteit en suïcidaliteit opgenomen geweest in een instelling voor ouderenpsychiatrie waar hij onder behandeling was van de psychiater. De relatie tussen klager en de pleegvader was complex. De psychiater heeft hiervan onder meer in het medisch dossier van de pleegvader verslag gedaan. Klager verwijt de psychiater dat hij in 2005 een grove beoordelingsfout heeft gemaakt en dat hij klager onheus heeft bejegend, onder meer door de wijze waarop hij klager heeft afgeschilderd in het medisch dossier. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager in de klacht deels niet-ontvankelijk verklaard en de klacht voor het overige afgewezen op grond dat de uitlatingen van de psychiater niet dusdanig onzorgvuldig waren dat de psychiater daarvan in tuchtrechtelijke zin een verwijt kan worden gemaakt. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:143 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.368

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich bij verweerster gemeld met luchtwegproblemen zoals benauwdheid en hoesten. Hij heeft zich niet ziek gemeld. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:150 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.491

    Klacht tegen verzekeringsarts. Klager lijdt aan een autismespectrumstoornis. Klager heeft bij de gemeente een urgentieverklaring op zowel sociale als medische gronden aangevraagd. Alleen aanvragen die zijn ingedeeld in categorie 4 (een medische noodsituatie die binnen 3 maanden opgelost moet worden door te verhuizen naar een adequate woning) komen in aanmerking voor een medische urgentie. Klager is door de medisch adviseur van de gemeente ingedeeld in categorie 3 (problematiek waarvoor een medische noodzaak bestaat tot oplossing) waarna de aanvraag om een urgentieverklaring is afgewezen. Klager heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verweerster (verzekeringsarts) heeft klager op haar spreekuur gezien en heeft een rapport ‘medisch oordeel bezwaarprocedure’ uitgebracht waarin zij eveneens tot categorie 3 concludeert. De klacht houdt in dat: 1. Verweerster niet objectief is; 2. Verweerster onkundig is op het gebied van autisme en over onvoldoende kennis beschikt over de gevolgen van haar advies aan de gemeente; 3. De prognose in het rapport van verweerster niet strookt met de daarin opgenomen bevindingen; 4. Verweerster onethisch is in haar aanname dat klager verantwoord zijn werk als chauffeur kan blijven uitoefenen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege neemt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege over en verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:144 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.369

    Klacht tegen arts werkzaam als vaste bedrijfsarts bij de werkgever van klager. In dat bedrijf wordt gewerkt met chemische stoffen. Verweerster heeft de door haar gesignaleerde onrust in de lakhal met de werkgever besproken en aan hem gemeld dat er mensen waren met mogelijk werkgerelateerde luchtwegklachten. Klager heeft zich ziek gemeld vanwege longklachten, psychische klachten en ongeschiktheid voor fysiek zware werkzaamheden. Klager verwijt verweerster - kort gezegd - onzorgvuldig handelen, onvoldoende inzicht in en onderzoek naar de situatie op de werkvloer en gebrek aan onafhankelijkheid. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.