Zoekresultaten 20281-20290 van de 45118 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:226 Raad van Discipline Amsterdam 16-1064/A/A

    Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de cliënt van klager in de penitiaire inrichting te bezoeken zonder voorafgaand overleg met klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:201 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-649/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:227 Raad van Discipline Amsterdam 17-562/A/A

    Klacht over advocaat optredend als bemiddelaar. Ook wanneer een advocaat optreedt in een andere hoedanigheid dan die van advocaat, blijft voor hem het advocatentuchtrecht

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:170 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-835

    Optreden van verweerder voor de partner van klager na verbreking van hun affectieve relatie terwijl klager eerder gehuwd was geweest met een vrouw die zelfmoord had gepleegd. Klager beklaagt zich erover dat verweerder in een van de processtukken schrijft dat klager vóór dit tragische gebeuren aan zijn echtgenote te kennen had gegeven van haar te gaan scheiden om reden dat klager een veel jongere, mooiere en ambitieuzer vrouw had leren kennen. Hoewel taalkundig beschouwd in de gewraakte uitlating van verweerder niet letterlijk een verband wordt gelegd tussen de zelfmoord en de (gestelde) mededeling van klager aan zijn ex-echtgenote kan daarin door de context waarin deze uitlating is gedaan en de manier van verwoorden objectief beschouwd wel de suggestie worden gelezen dat een dergelijk verband bestaat. Een dergelijke opmerking moet als onnodig grievend jegens klager worden gekwalificeerd. De gewraakte uitlating diende voorts geen enkel redelijk doel. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:202 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-407/DH/DH

    Onvoorwaardelijke schorsing naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerder heeft gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt door in op voorhand kansloze zaken beroep in cassatie in te stellen en niet te voldoen aan artikel 7.6 Voda, door in strijd te handelen met gedragsregel 8 en door zijn cliënten niet te informeren over het feit dat hij zijn aantekening als bedoeld in artikel 9j lid 1 Advocatenwet op korte termijn zou verliezen. Voorts heeft verweerder misbruik gemaakt van toevoegingsgelden en zijn cliënten in feite laten betalen voor valse hoop. Hij is in ten minste drie zaken opgetreden als ‘postbus-advocaat’ door zich voor een cliënt in cassatie te stellen terwijl niet hij, maar een niet-cassatieadvocaat de cassatiezaak inhoudelijk heeft behandeld. Dat zijn ernstige vergrijpen die de kernwaarden van de advocatuur raken. Gelet op de ernst van de feiten acht de raad een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:167 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 284/2016

    Klacht tegen fysiotherapeut. Onvoldoende terughoudendheid bij de fysiotherapeutische behandeling van klaagster, gezien haar aandoening osteogenesis imperfecta. Klaagster had doorverwezen moeten worden naar de huisarts en de dossiervoering was op één onderdeel onvoldoende. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:203 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-440/DH/DH

    Schrapping naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerster is in twee instanties veroordeeld tot een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Zij heeft het vertrouwen van haar eigen cliënten beschaamd door hen op slinkse wijze grote sommen geld afhandig te maken. Bovendien heeft zij door brieven van gerechtelijke instanties te vervalsen het vertrouwen dat in zulke instanties moet kunnen worden gesteld geschaad. Verweerster heeft daardoor gehandeld in strijd gehandeld met de kernwaarden van de advocatuur, waaronder die van de (financiële) integriteit. Indien verweerster zich na haar detentie opnieuw zou laten inschrijven als advocaat, zou het vertrouwen in de advocatuur ernstig worden ondermijnd. Aangezien verweerster ter zitting van de raad geen enkel besef heeft getoond van haar verantwoordelijkheid als advocaat en van het laakbare van haar handelen, heeft de raad er geen vertrouwen in dat verweerster na een eventuele nieuwe inschrijving op het tableau wél zal handelen zoals een behoorlijk advocaat betaamt.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2017-004a

    Gegronde klacht tegen een verpleegkundige. De verpleegkundige heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de alarmsignalen van een beginnende sepsis niet te herkennen. Dit geldt temeer daar zij patiënte (moeder van klaagster) en de medische voorgeschiedenis niet kende. Daarnaast was er het uitdrukkelijke signaal van klaagster over verandering in de toestand van haar moeder. De verpleegkundige had meer actie moeten ondernemen en had op dat moment de dienstdoende arts moeten inschakelen. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:186 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170274

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor het instellen van cassatieberoep tegen de beschikking van het hof, waarin is bepaald dat tussen klager en zijn dochter geen omgangsregeling zal zijn en aan de moeder voortaan alleen het gezag toekomt. Het beklag van klager is ongegrond. Het hof heeft de juiste maatstaf voor de beoordeling van het verzoek tot het instellen van eenhoofdig gezag c.q. tot het beëindigen van de omgangsregeling gehanteerd en vervolgens zijn oordeel uitvoerig gemotiveerd. Hierover kan niet geklaagd worden in cassatie. De deken heeft dus terecht geoordeeld dat het instellen van cassatie als kansloos moet worden beschouwd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:187 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170073

    Klagers hebben hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de raad waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad, waarbij de klacht van klagers tegen verweerder kennelijk ongegrond is verklaard, ongegrond is verklaard. Appelverbod artikel 46h lid 7 Advocatenwet. Klagers doen een beroep op doorbreking van dit verbod wegens schending van fundamentele rechtsbeginselen. Dit beroep slaagt niet. Klachten over de inhoudelijke beslissing van de zaak betreffen niet fundamentele rechtsbeginselen. Vermeende partijdigheid van de deken levert evenmin grond voor doorbreking op. Hetzelfde geldt voor de stelling van klagers dat de raad geweigerd heeft het proces-verbaal te verstrekken en dat sprake is van systeemfouten in en binnen de Advocatenwet. Klagers worden niet-ontvankelijk in hun beroep verklaard.