Zoekresultaten 20291-20300 van de 45223 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:200 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170206

    Art. 13 Advocatenwet-beklag Het hof is van oordeel dat de deken op goede gronden het verzoek van klager heeft afgewezen. Er is immers sprake van een verzoek om aanwijzing van een advocaat voor een procedure waarover inmiddels door twee advocaten uitvoerig gemotiveerd negatief is geadviseerd vanwege het gebrek aan slagingskansen. Beide advocaten waren niet bereid de procedure voor klager te voeren. Klager heeft niet duidelijk kunnen maken dat deze adviezen onjuist zijn. De onvoldoende kans van slagen levert een gegronde reden op als bedoeld in art. 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-639/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij in familiezaak over onder meer gebruik van vertrouwelijke gegevens

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1712

    Arts. Klacht: meerdere onjuiste en tegenstrijdige adviezen gegeven, geweigerd adviezen te herzien en geen contact opgenomen met behandelende orthopeden (1), geen antwoord gegeven op vragen over adviezen (2). College: 1 ongegrond; verweerder mocht tot advies komen. 2 gegrond; verweerder had vragen over advies moeten beantwoorden. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:207 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170089

    Verweerder legt zich in hoger beroep neer bij de feitelijke vaststelling van de raad dat hij Gedragsregel 36 lid 1 heeft overtreden door klaagster niet mee te delen dat zijn collega deelnam aan een telefoongesprek van hem met klaagster en onderkent dat hij tekortgeschoten is in het niet-doen van deze mededeling. Zijn grief richt zich uitsluitend tegen de door de raad opgelegde maatregel. Deze grief slaagt. Het hof is er voldoende van overtuigd dat de schending van de hiervoor genoemde gedragsregel berust op een onbedoeld gemaakte fout. Verweerder heeft (ook nog eens ter zitting) hiervoor aan klaagster excuus aangeboden. Niet is gesteld of gebleken dat als gevolg van deze fout klaagster enige schade heeft geleden en verweerder heeft aangegeven inmiddels zijn handelwijze met betrekking tot het opnemen van de telefoon zodanig te hebben gewijzigd dat dergelijke fouten niet meer kunnen worden gemaakt. Tegen deze achtergrond moet de verweten gedraging bestempeld worden als een slordigheid die geen zakelijke terechtwijzing in de vorm van een maatregel rechtvaardigt. Volgt gegrondverklaring zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 280/2016

    Klager is boos over zijn behandeling gedurende een opname in het ziekenhuis aan het einde waarvan verweerder, als hoofd van de afdeling, klager heeft verzocht het ziekenhuis te verlaten. Klager is daarna nog jaren lang als patiënt op de polikliniek onder behandeling gebleven. Klacht tegen verweerder ontvankelijk op grond van de zogenoemde tweede tuchtnorm nu hij zich rechtstreeks in de discussie over klagers behandeling heeft gemengd en de hem verweten handeling op zijn deskundigengebied lag. Zijn handelen had derhalve voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg. Klacht als ongegrond afgewezen nu onvoldoende is gesteld dan wel is gebleken dat verweerder een verwijt valt te maken op het punt van de aan klager verstrekte zorg, informatieverstrekking en dossiervoering en niet gebleken is dat klager onterecht of op onheuse wijze is gevraagd te vertrekken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:301 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.073

    Klager is gediagnosticeerd met een chronische schizofrene stoornis, waarvoor hij onder meer medicamenteus (soms gedwongen) wordt behandeld. Klager verwijt de verpleegkundige dat hij hem arrogant en vervelend noemt, zonder dit te onderbouwen. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is. Zij heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:201 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170287

    Op grond van artikel 56 lid 3 van de Advocatenwet dient het hoger beroepschrift voorzien te zijn van gronden. In het beroepschrift staat in de eerste alinea vermeld dat het beroep betrekking heeft op de beslissingen van de raad d.d. 21 september 2017, kenmerken 17-540 en 17-541, maar in het kenmerk van het beroepschrift wordt alleen gerefereerd aan een hoger beroep in de zaak met nummer 17-540, wordt in de tweede alinea melding gemaakt van één beslissing waartegen beroep wordt ingesteld en wordt als “productie 1: bestreden beslissing d.d. 21-9-2017” alleen een kopie van de uitspraak in de zaak met nummer 17-540 overgelegd. Voorts wordt in het lichaam van het beroepschrift noch elders in de gedingstukken uiteengezet op welke gronden de beslissing van de raad in de zaak met nummer 17-541 onjuist zou zijn en een andere beslissing moet volgen. Dit alles afwegend is de voorzitter van oordeel dat de door verweerder aangevoerde beroepsgronden enkel betrekking hebben op de beslissing in de zaak met nummer 17-540 en niet op de beslissing in de zaak met nummer 17-541, zodat het beroep in de zaak 17-541 kennelijk niet-ontvankelijk is en dient te worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:207 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-638/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij in huurgeschil, onder meer omdat verweerder bij de raad voor rechtsbijstand bezwaar heeft ingediend tegen een aan klager verleende toevoeging

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:208 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170235

    Artikel 13 Advocatenwet-beklag Het hof is van oordeel dat de deken op goede gronden het verzoek van klager heeft afgewezen. De door klager overgelegde stukken bieden geen enkel aanknopingspunt voor aansprakelijkheid van de tandarts. Weliswaar beroept klager zich op een verklaring van een andere tandarts, maar die verklaring is niet overgelegd. De door klager gewenste procedure moet dus als kansloos worden beoordeeld. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:172 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 281/2016

    Klager is boos over zijn behandeling gedurende een opname in het ziekenhuis aan het einde waarvan men hem heeft verzocht te vertrekken. Klager is daarna nog jaren onder behandeling gebleven op de polikliniek van het ziekenhuis. Verweerder was de supervisor gedurende de opname door een arts assistent op de afdeling reumatologie. Klacht als ongegrond afgewezen nu onvoldoende is gesteld of gebleken dat verweerder een verwijt valt te maken op het punt van de aan klager verstrekte zorg en of informatieverstrekking en of dossiervoering en voorts niet gebleken is dat klager onterecht of op onheuse wijze is gevraagd te vertrekken.