Zoekresultaten 19981-19990 van de 45173 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:200 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-597/DB/LI

    De omstandigheid dat de cliënte van een advocaat als secretaresse op het kantoor van die advocaat werkzaam is staat een optreden voor die cliënte in beginsel niet in de weg. Aanpak van de zaak is in overleg met de cliënte van de advocaat bepaald. Vrijheid van de advocaat van de wederpartij niet overschreden. Ook overigens niet gebleken dat advocaat de rechter onjuist heeft geïnformeerd. Het betaamt een behoorlijk behandelend advocaat niet om bewust en doelgericht een behandelaar in de positie te brengen zijn/haar medisch beroepsgeheim te schenden. De omstandigheid dat die advocaat steeds het belang van de minderjarige E voor ogen heeft gehad maakt dit niet anders. Klacht gedeeltelijk gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:213 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-592/DB/ZWB

    Klager verwijt klaagster een zelfstandig verzoek tot echtscheiding te hebben ingediend en dit niet te hebben introkken. Verweten gedragingen hebben plaatsgevonden in 2012. De klacht is van 2016 en is derhalve niet binnen de in artikel 46g lid 1 Advocatenwet genoemde termijn ingediend. Beroep van klager op artikel 46g lid 2 Advocatenwet faalt aangezien klager vanaf medio 2014, of in ieder geval 2015, bekend was met de gevolgen van het handelen van verweerster, zodat de termijn van 1 jaar toen is gaan lopen. Keuze voor intrekking vordering achteraf gezien ongelukkig was, maar niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk, gedeeltelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:256 Raad van Discipline Amsterdam 17-847/A/A

    Verzoek om opheffing schorsing ex artikel 60b Advocatenwet afgewezen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:202 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-340/DB/LI

    Klaagster verwijt verweerder tegenstijdige belangen te hebben behartigd door op te treden voor werkgever en werknemer. Daarnaast zou verweerder in strijd hebben gehandeld met een preferred supplier overeenkomst en onvoldoende rekening hebben gehouden met de belangen van klaagster, die na fusie rechtsopvolger is geworden van de oorspronkelijke cliënte van verweerder. Tussen werkgever en werknemer bestond geen verschil van inzicht. Beiden wilden in onderling overleg een oplossing vinden en dat is gelukt. Geen sprake van tegenstrijdige belangen. De preferred supplier overeenkomst is beperkt tot werkzaamheden op het gebied van bijzonder beheer en incasso. Daarvan was in casu geen sprake. Tot slot had verweerder geen verplichting om rekening te houden met de belangen van klaagster. Ten tijde van het uitvoeren van de werkzaamheden was klaagster immers niet de cliënte van verweerder. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-483/DH/DH

    voorzittersbeslissing; klacht tegen advocaat wederpartij in een kwestie over een omgevingsvergunning kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:198 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-800/DB/OB

    Niet gebleken dat verweerder feitelijke gegevens heeft verstrekt waarvan hij de onwaarheid kende of behoorde te kennen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:204 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-332/DB/ZWB

    Verzetzaak. Klaagster heeft bij verweerder een klacht ingediend over haar advocaat. Deze klacht werd door verweerder samengevat, maar klaagster voelde zich in die samenvatting niet gekend. Klaagster had behoefte aan een bemiddelingsgesprek bij de deken en had ook een dekenstandpunt verwacht. Dat kwam echter niet en klaagster voelt zich daardoor niet gehoord in haar klacht. Geen verplichting voor verweerder tot het voeren van een gesprek of het innemen van een dekenstandpunt. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:330 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.127

    Klacht tegen verpleegkundige. Klaagster is werkgeefster van de verpleegkundige. Klaagster verwijt de verpleegkundige dat zij heeft toegestaan dat een collega-verpleegkundige een gedwongen opgenomen patiënte, met een langdurige psychiatrische voorgeschiedenis, die tevens bekend was met een alcoholprobleem, buiten de instelling alcohol één glas wijn heeft laten drinken. Tevens wordt de verpleegkundige verweten dat zij dit nadien niet heeft gerapporteerd toen bleek dat haar collega-verpleegkundige, die betrokken was, niet had gerapporteerd. . Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de verpleegkundige niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door ermee in te stemmen dat de collega-verpleegkundige patiënte heeft toegestaan alcohol te nuttigen. Van belang is dat algemene (beleids)regels en richtlijnen ten aanzien van alcoholgebruik buiten de afdeling ontbraken in de instelling. Voorts was er geen recent behandelplan van patiënte voor handen waaruit kon worden opgemaakt dat alcoholgebruik moest worden vermeden. Verder is van belang dat binnen de afdeling waar de verpleegkundige werkte, bij de omgang van patiënten aan de verpleegkundigen veel vrijheid werd gegund ten behoeve van een goede behandel- en vertrouwensbasis en “out of the box” denken werd gestimuleerd. Evenmin kan de verpleegkundige tuchtrechtelijk worden verweten dat zij het alcoholgebruik niet heeft gerapporteerd toen bleek dat haar collega-verpleegkundige dat niet had gehad, nu rapportage hiervan alleen diende plaats te vinden bij buitensporig en fors afwijkend gedrag, hetgeen niet aan de orde was. Het Centraal Tuchtcollege acht de klacht alsnog ongegrond. De opgelegde maatregel van waarschuwing komt zodoende te vervallen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:127 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16170

    De bedrijfsarts wordt kort gezegd verweten dat zij klaagster niet arbeidsongeschikt heeft verklaard, zich niet onafhankelijk en onpartijdig heeft opgesteld en zich ten onrechte negatief over klaagster heeft uitgelaten en haar geheimhoudingsverplichting heeft geschonden. College: door na te laten de uit ziekte of gebrek voortvloeiende beperkingen vast te stellen en deze op verzoek van klaagster naar de werkgever terug te koppelen, riep de bedrijfsarts het risico in het leven dat onduidelijkheid bleef bestaan over de mate van arbeidongeschiktheid en de exacte restcapaciteit. Status spreekuur doet hieraan niet af. Niet gebleken van een partijdige en van de werkgever afhankelijke opstelling van de bedrijfsarts. Schending geheimhoudingsplicht, want verstrekte informatie aan advocaat werkgever betrof medische informatie, hetgeen ongeoorloofd is volgens de Code Gegevensverkeer. Eveneens sprake van handelen in strijd met Leidraad Bedrijfsarts en privacy, nu de bedrijfsarts onvoldoende terughoudend is geweest met verstrekken van informatie aan de advocaat van de werkgever over de weigering van klaagster om mee te werken aan het opstellen van de FML. Tevens ten onrechte daarover een waardeoordeel gegeven. Deels gegrond. De bedrijfsarts heeft zich uitgebreid rekenschap gegeven van haar handelen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:237 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170170

    Nu de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht van klaagster gedeeltelijk als kennelijk niet-ontvankelijk en gedeeltelijk als kennelijk ongegrond heeft afgewezen betekent dit dat de Advocatenwet aan klaagster niet de mogelijkheid biedt om in hoger beroep te komen van de bestreden beslissing van de raad waarbij het verzet van klaagster ongegrond is verklaard. Klaagster heeft een beroep op schending van fundamentele rechtsbeginselen door de raad gedaan, maar heeft dit beroep ingesteld ruimschoots na het verstrijken van de in artikel 56 lid 1 Advocatenwet genoemde termijn van 30 dagen na verzending van de bestreden beslissing van de raad. Het hof komt wegens termijnoverschrijding niet toe aan de beoordeling van de gestelde schendingen van fundamentele rechtsbeginselen en verklaart klaagster niet ontvankelijk in haar beroep.