Zoekresultaten 19871-19880 van de 44340 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/354
- Datum publicatie: 29-08-2017
- Datum uitspraak: 29-08-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:99
Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij geen oor heeft gehad voor haar aanvullende klachten en de door hem opgestelde FML lijst niet heeft aangepast. De bedrijfsarts heeft voorts ten onrechte in het consultverslag opgeschreven dat de klachten niet arbeidsgerelateerd waren. Bovendien heeft hij voornoemd verslag onjuist ingevuld door te schrijven dat er met de leidinggevende 1)schriftelijk contact is geweest en 2) een terugkoppeling heeft plaatsgevonden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:160 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170122
- Datum publicatie: 29-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:160
Dekenbezwaar. De deken is ontvankelijk; het hof beoordeelt zelfstandig de gedragingen die verweerder worden verweten en is daarbij niet geboden aan een afspraak die verweerder met een voormalig deken stelt te hebben gemaakt in een andere situatie dan thans aan de orde. Verweerder heeft in strijd met de Samenwerkingsverordening en (later) de Voda jarenlang geweigerd zijn kantoornaam aan te passen door daaruit de meervoudsaanduiding “advocaten” te verwijderen. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van een maand met als bijzondere voorwaarde dat verweerder binnen één maand na het onherroepelijk worden van deze beslissing zijn kantoornaam dient aan te passen en aangepast dient te houden overeenkomstig de door het Hof van Discipline geformuleerde criteria zoals opgenomen in ECLI:NL:TAHVD:2015:309. Bekrachtiging, behoudens de door de raad opgelegde proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:173 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170150
- Datum publicatie: 29-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:173
Beklag art. 13 Advocatenwet. Verzoek om aanwijzing van een advocaat voor het ondertekenen door een advocaat van het door klager zelf bij de Hoge Raad ingediende verzoek tot cassatie. Beklag ongegrond, aangezien klagers doel - een rechtsmiddel instellen tegen de uitspraak van het gerechtshof - niet meer kan worden bereikt nu de termijn voor zowel het instellen van cassatie als het indienen van een door een advocaat ondetekend cassatieverzoek zijn verstreken.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:134 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-394
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 10-07-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:134
Voorzitter oordeelt de deken niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van artikel 60c Advocatenwet. In de gegeven omstandigheden is geen sprake van een spoedeisende situatie of een vrees dat sprake is van een onbehoorlijke praktijkuitoefening van verweerders waarin geen toezicht door de deken mogelijk is. Voor zover de punten die door de deken als aanwijzingen naar voren worden gebracht een onbehoorlijke taakuitoefening van verweerders al onderbouwen, is de voorzitter van oordeel dat een verder onderzoek daarnaar via artikel 60c Advocatenwet op dit moment niet de geëigende weg is. Daarbij overweegt de voorzitter dat het merendeel van de door de deken genoemde zaken zich in zelfstandige zin - tuchtrechtelijk of juridisch procedureel - goed beoordelen. Naar het oordeel van de voorzitter zal een onderzoek op grond van artikel 60c Advocatenwet niet leiden tot een vaststelling van feiten die die vermeende aanwijzingen in een ander daglicht plaatsen of leiden tot meer duidelijkheid daarover. ‘Ultimum remedium’. Voor de deken staan nog minder zware middelen open om zijn toezichthoudende taak jegens verweerders uit te kunnen oefenen.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1750
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:92
Oogarts wordt verweten dat zij te oppervlakkig onderzoek heeft gedaan en een vervolg afspraak op een te lange termijn heeft gezet waardoor een adequate behandeling te laat is ingezet. Bovendien wordt de oogarts verweten dat zij klagers klachten en ervaringen niet serieus heeft genomen. Gelet op de bevindingen uit anamnese en oogheelkundig onderzoek tijdens het eerste consult, is met voldoende grond afgezien van verdere onderzoeken. Er waren geen symptomen die doorverwijzing naar een derde lijns oogspecialist indiceerden. Een spoedconsult was niet geïndiceerd. Mede gelet op de van de internist verkregen informatie was het een gerechtvaardigde keuze van om een vervolg afspraak te plannen op ruim 6 maanden. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2017:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1749
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TGZREIN:2017:93
Internist wordt verweten dat hij ten onrechte de diagnose Diabetes Mellitus type 2 heeft gesteld en niet eerder onderzoek heeft gedaan naar Diabetes Mellitus type 1 LADA, dat hij niet meteen bij de eerste opname van klager TSH waarden heeft gecontroleerd of een echo van de schildklier heeft laten maken en niet onmiddellijk na de vaststelling van Graves Orbitopathie een oogarts in consult heeft gevraagd. Verweerder is op goede gronden uitgegaan van de werkdiagnose Diabetes Mellitus type 2 in plaats van Diabetes Mellitus type 1 LADA en heeft voortvarend en adequaat gehandeld. De klachten van klager gaven geen aanleiding om al bij de eerste opname TSH waarden te laten controleren. Uit de Richtlijn Schildklierfunctiestoornissen kan niet worden afgeleid dat het maken van een echo na het vaststellen van hyperthyreoïdie noodzakelijk is. Het verwijt dat verweerder klager niet onmiddellijk na de vaststelling van GO door een oogarts heeft laten zien en dat hij zijn bevindingen niet met de oogarts heeft gedeeld, ontbeert feitelijke grondslag. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:55 Accountantskamer Zwolle 15/1869 Wtra AK
- Datum publicatie: 28-08-2017
- Datum uitspraak: 28-08-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:55
Betrokkene diende bij het samenstellen van de balans gelet op de door de entiteit gehanteerde grondslag voor de waardering van de onderhanden projecten onder ogen te zien of hij voor de waardering van de aan het einde van het verslagjaar lopende projecten voldoende en adequate informatie kreeg aangereikt. Daartoe behoorden per project naast de directe productiekosten, de overige rechtstreeks aan de vervaardiging toe te rekenen kosten, de opslag voor indirecte kosten en de bedragen van de tot aan de balansdatum gedeclareerde termijnen. De stukken van de registercontroller van de entiteit waarop betrokkene zich bij het samenstellen van de post onderhanden projecten heeft gebaseerd, bevatten niet de benodigde informatie, in het bijzonder niet over de vóór de balansdatum gedeclareerde termijnen. Na kennisneming van deze stukken had betrokkene moeten constateren dat de gegevens onvolledig waren en had hij toepassing moeten geven aan het bepaalde in paragraaf 13 van standaard 4410. Berisping.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616245 / DW RK 16/1046
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:134
Beslissing op verzet. Klacht over beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/598860 / DW RK 15/1122
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:132
Klacht over een niet voor klager bestemde brief. Een gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de door hem opgevraagde gegevens uit de BRP tenzij hij over aanwijzingen beschikt om te veronderstellen dat er iets aan de hand is. Dat laatste was het geval omdat de gerechtsdeurwaarder geen acht heeft geslagen op de verschillen tussen de gegevens uit de BRP en de door de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder verstrekte gegevens. Die verschillen hadden voor de gerechtsdeurwaarder aanleiding moeten voor nader onderzoek waarbij hem zou zijn opgevallen dat de vordering zag op een periode waarin klager volgens gegevens uit de BRP niet woonachtig was op het adres waar de brief naar toe is verzonden. Dat de gerechtsdeurwaarder dit zelf niet heeft onderkend en derhalve geen verder onderzoek naar de juistheid van het door hem gehanteerde adres van klager heeft gedaan waar dit wel geboden was, acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk laakbaar. De kamer acht het ook te ver gaan dat de gerechtsdeurwaarder klager aangifte heeft laten doen van identiteitsfraude. De gerechtsdeurwaarder maakt immers een fout en dan hoeft klager niet aan te tonen dat hij niet de degene is die de vordering moet voldoen. Ook het doorzenden van de brief van klager van 30 oktober 2015 aan de opdrachtgever is niet volgens de spelregels. De inhoud van die brief rechtvaardigde ook een antwoord van de gerechtsdeurwaarder en die kon niet volstaan met doorzending naar zijn opdrachtgever.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/599990 / DW RK 15/1185
- Datum publicatie: 27-08-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:120
Klacht over structureel te laat bezorgde correspondentie, een in een verkeerde brievenbus gedeponeerde brief en een discussie over een verschil in een opgave van een openstaande vordering. Het enkele feit dat er brieven te laat door klaagster worden ontvangen, is onvoldoende om te komen tot het oordeel dat er tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld. De in de verkeerde brief gedeponeerde brief heeft als oorzaak een voor tweeërlei uitleg vatbaar pictogram waardoor de door de gerechtsdeurwaarder gemaakte keuze om de brief in een gesloten envelop uiteindelijk in de (achteraf bezien) verkeerde brievenbus te deponeren begrijpelijk is. Het verschil in de opgave berust op een vergissing die niet tuchtrechtelijk laakbaar is. Klachten ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1987
- Pagina: 1988
- Pagina: 1989
- ...
- Pagina: 4434
- Volgende pagina zoekresultaten